Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Noord Afrika en Midden-Oosten

Afdeling Midden-Oosten

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum

4 februari 2004

Behandeld

M.J. van Deelen


Kenmerk


- DAM-48/04

Telefoon


- +31 (0)70-3485185


Blad


- 1/1

Fax


- +31 (0)70-3486639


Bijlage(n)


- 1

E-Mail


- dam@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van het lid Koenders overde juridische consequenties van de bouw van de muur door Israël in de Palestijnse Gebieden.

Graag bied ik u hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid Koenders (PvdA) over de situatie in Israël en de Bezette Gebieden. Deze vragen werden ingezonden op - 28 januari 2004 met kenmerk 2030407090.


- De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Koenders (PvdA) over de juridische consequenties van de bouw van de muur door Israël in de Palestijnse Gebieden

Vraag 1

Bent u bereid Nederland als partij te presenterenbij het Internationale Hof ten aanzien van de juridische consequenties van de bouw van de muur door Israël in de bezette Palestijnse Gebieden inclusief het gebied binnen en rondom Oost-Jeruzalem? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Nederland heeft, in aanvulling op een verklaring van Ierland, voorzitter van de EU, een schriftelijke verklaring ingediend bij het Internationaal Gerechtshof aangaande de adviesaanvraag over de juridische consequenties van de bouw van de muur- .

Vraag 2

Waarom heeft de Nederlandse regering, evenals de overige EU-landen, zich van stemming over de VN-resolutie terzake onthouden?

Antwoord

Namens de EU heeft het Italiaanse voorzitterschap bij de stemming over AVVN-resolutie ES-10/14 een stemverklaring afgegeven waarin wordt gesteld dat de adviesaanvraag niet passend wordt geacht omdat deze niet zal bijdragen aan de inspanningen van de partijen om de politieke dialoog te hervatten. De EU onthield zich derhalve van stemming.

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de huidige discussie en positie met betrekking tot de bouw van de muur en welke positie neemt u in in Europa, mede in het licht van het aanstaande Nederlandse EU-Voorzitterschap?

Antwoord

De Nederlandse positie ten aanzien van de bouw van de muur -in lijn met de EU-positie- is eenduidig: Nederland is zeer bezorgd over het tracé dat voor het zogeheten veiligheidshek op de bezette Westelijke Jordaanoever is uitgezet. Het tracé van de muur wijkt af van de bestandslijn van 1949, de zogenaamde 'groene lijn', en zou daarmee een hypotheek kunnen leggen op de toekomstige onderhandelingen en de tweestatenoplossing materieel onuitvoerbaar kunnen maken. Het zou de humanitaire en economische problemen voor de Palestijnen verder vergroten. Duizenden Palestijnen ten westen van het hek worden afgesneden van essentiële diensten op de Westelijke Jordaanoever, de Palestijnen ten oosten van het hek zullen de toegang tot land en watervoorraden verliezen. De EU roept Israël dan ook op de bouw van de muur ongedaan te maken.

Ook ten aanzien van de juridische aspecten van de muur langs een tracé, anders dan de 'groene lijn', is de Nederlandse positie helder: de bouw van de muur is strijdig met bepalingen van het internationale recht. Om deze reden stemde Nederland vóór resolutie ES-10/13 die dit stelt. De problematiek van de bouw van de muur is echter primair politiek van aard, en dient dus ook in politieke, en niet in juridische, fora te worden geadresseerd.

Nederland zal tijdens het EU-voorzitterschap de kwestie van de muur aan de orde blijven stellen in het licht van de dan heersende situatie.


__________________________


- De kwalificatie 'muur' is de terminologie van de adviesaanvraag zoals deze aan het Internationaal Gerechtshof is voorgelegd.

===