CDA

04-02-04
Van Hijum: Hoog tijd voor een andere overheid
Het kabinet verdient steun voor de hervorming van de rijksoverheid. Maar voor het herstel van het vertrouwen in de overheid is meer nodig dan het schrappen van regels en ambtenaren, vindt CDA Kamerlid Eddy van Hijum.

Onlangs presenteerde minister de Graaf van bestuurlijke vernieuwing het actieprogramma andere overheid. Het kabinet schetst hierin zijn visie op de veranderende rol van de overheid in de samenleving. Het stuk moet worden gezien als het antwoord van het kabinet op de gegroeide onvrede over de overheid, die bij de laatste verkiezingen zo tot uitbarsting kwam. In de politiek en de media heeft de kabinetsvisie echter weinig beroering gewekt. Dat is opmerkelijk, aangezien tamelijk resoluut wordt ingezet op het terugdringen van de rol van de overheid in de samenleving. Met haar paternalistische houding heeft de overheid in de afgelopen decennia teveel verwachtingen gewekt, zo luidt de analyse. Burgers zijn zich hierdoor gaan gedragen als consumenten van overheidsvoorzieningen in plaats van als participant in de samenleving. Het gevolg is een overbelaste overheid die voortdurend wordt geconfronteerd met gefrustreerde burgers.

Het kabinet wil burgers, instellingen en bedrijven daarom meer ruimte geven om hun eigen problemen op te lossen. Overbodige regelgeving en bureaucratie worden aangepakt en ministeries moeten inkrimpen. Net als in de jaren 80 vormen de tekorten van de overheid hierbij overigens een extra impuls. Tegelijkertijd wil de overheid met name op het terrein van dienstverlening betere prestaties leveren. De organisatie van de rijksdienst gaat op de schop, prestatievergelijking tussen overheden wordt bevorderd en er wordt stevig ingezet op nieuwe toepassingen van informatie- en communicatietechnologie.

Het kabinet doet volgens het CDA terecht een sterk appèl op de verantwoordelijkheid van burgers en civil society. We moeten af van het idee van ieder voor zich en de overheid voor ons allen. Hier is echter meer voor nodig dan het schrappen van regels en het reorganiseren en inkrimpen van departementen. Als de overheid minder groenonderhoud pleegt moet zij niet verwachten dat de burger direct met de schoffel in de aanslag staat om die taak over te nemen. Op dit punt schieten visie en aanpak van het kabinet echt tekort. Het stimuleren van particulier initiatief met het oog op publieke, dus gezamenlijke belangen blijft een belangrijke taak van de overheid. Ook moet het kabinet zich realiseren dat niet alle burgers mondig en zelfredzaam zijn. Voorkomen moet worden dat burgers zich uiteindelijk niet aangesproken, maar in de steek gelaten voelen en het publieke domein niemandsland wordt.

Om het vertrouwen van burgers te herwinnen zal de overheid bovendien hard moeten werken aan het herstel van haar gezag in de samenleving. Dit heeft alles te maken met de manier waarop politici, bestuurders en ambtenaren hun ambt vervullen. Zij moeten zich inzetten voor het algemeen belang, duidelijk communiceren over afwegingen en volstrekt integer zijn. Over het herstel van gezag lezen we niets in de plannen van De Graaf. Een geloofwaardige en betrouwbare overheid draagt echter meer bij aan het herstel van vertrouwen van burgers dan welke zogenaamde bestuurlijke vernieuwing ook.