B&W willen cultuursector in 2004 versterken
In het kader van de overgangsregeling cultuurnota wil het college van
B&W 175.000 uittrekken om de cultuursector al in 2004 te kunnen
versterken. Het college wil investeren in de festivals Noorderslag,
Noorderzon en Noorderlicht. Daarnaast wil het college een aantal
culturele instellingen helpen die problemen hebben met o.a. de
huisvesting. Er moeten meer ateliers komen en ook willen B&W
amateurgezelschappen de ruimte geven op gemeentelijke podia en in het
Universiteitstheater.
Extra maatregelen
In het kader van de overgangsregeling stelt het college voor extra
maatregelen te treffen om een aantal instellingen al in 2004 te kunnen
versterken:
* Investeren in festivals: Noorderslag krijgt een bijdrage van
20.000. Voor fotomanifestatie Noorderlicht zijn er afspraken
gemaakt over de kosten van de nieuwe huisvesting ( 8.400,-). De
mogelijkheden van Noorderzon worden met een extra subsidie van
10.000 verder verruimd.
* Hulp bij problemen: Het Grand Theatre kan in 2004 met een bijdrage
van 20.000,- een begin maken met het verruimen van de
arbeidsvoorwaarden. Het college wil een bedrag van 20.000,-
reserveren om de exploitatie van Images voor 2004 (deels) zeker te
stellen. De jonge theatermakers van De Noorderlingen hebben door
nieuwe regels een BTW-probleem en krijgen om die reden een extra
subsidie van 10.000,-. Het Noordelijk Scheepvaartmuseum kan met
12.000,- de lonen op CAO-niveau brengen.
* Meer ateliers: In de zomer van 2004 zal het pand A-kerkhof ZZ 12
een nieuwe bestemming krijgen waarbij er naast huisvesting van
Noorderlicht en Noorderzon zes ateliers in het pand worden
gerealiseerd. De gemeente levert een bijdrage van 15.000,-. Het
Wall House wordt ingericht en gebruikt als gastatelier. De
gemeente reserveert daar 20.000,- voor. Verder kost voortzetting
van de ateliers aan de Aquamarijnstraat
5.000,-.
* Podia voor amateurs: Voor de grootschalige amateurgezelschappen
zijn de kosten van het gebruik van de gemeentelijke podia in de
afgelopen jaren buitenproportioneel gestegen. Het college wil in
2004 een reservering van 25.000,- maken om deze problematiek te
kunnen opvangen. Ook bij het Universiteitstheater zijn de
exploitatiekosten de afgelopen jaren gestegen. Omdat het theater
van groot belang is voor de stedelijke amateurs en een onmisbare
plek vormt in de culturele infrastructuur van de stad, levert de
gemeente een bijdrage van
10.000,-.
Overgangsregeling
De kern van de Overgangsregeling is dat het beleid zoals verwoord in
de nota De Kunst van Groningen, nog een jaar gecontinueerd wordt. De
bestaande subsidierelaties blijven in stand; de instellingen kunnen
een jaar langer rekenen op hun bijdrage van de gemeente.
Instellingen die voor nieuwe activiteiten subsidie hebben aangevraagd,
krijgen in het voorstel van B&W nu nog geen bijdrage. Dat gebeurt pas
wanneer de nieuwe cultuurnota door de raad is vastgesteld.
Instellingen die dit jaar toch een bijdrage wensen en daartoe een
aanvraag hebben ingediend, kunnen in aanmerking komen voor een
bijdrage uit de zogenoemde incidentenpot.
De voorstellen van het college staan in de nota Nadere uitwerking
overgangsregeling cultuurnota die op woensdag
4 februari in de raadscommissie Onderwijs en Cultuur wordt besproken.