Dossier 50 jaar Gouden Boekjes
Eind 1953 verscheen bij De Bezige Bij het eerste Nederlandse Gouden
Boekje, Pietepaf, het circushondje. Het was een felgekleurd
prentenboek met een simpel verhaaltje, dat uitblonk door helderheid,
herkenbaarheid en herhalingen. De jarenlang voortgezette reeks waarvan
dit het eerste deeltje was, is een niet weg te denken deel van ons
cultureel erfgoed. De vertellingen zijn 'van iedereen'. Zo maakte
Theater Vandenbulck een kleuteropera gebaseerd op Kippetje Tok (nr.
49), en maakte de VPRO de televisieserie Gebakken Mannetjes, gebaseerd
op zeven Gouden Boekjes. Het Zuiderzeemuseum wijdt zelfs een
tentoonstelling aan het jubileum (tot 1 maart 2004).
De stevige, handzame gekartonneerde boekjes met het gouden rugje en de
meestal flinterdunne verhaaltjes op 28 pagina's zijn voor kleuters en
peuters heel herkenbaar. De verhaaltjes zijn simpel: een min of meer
neutrale beginsituatie - verslechtering van de situatie - gelukkig
einde.
Wie kent niet het door iedereen geliefde kleinste hondje van de wereld
Pietepaf, dat een circusattractie was? Hij begint op een dag te
groeien, en moet dan weg uit het circus, maar gelukkig! Hij wordt zo
groot, dat hij daarmee ook weer een circusattractie is. Of het door
een muizenfamilie geadopteerde poesje, dat in een identiteitscrisis
raakt als hij ontdekt dat hij geen muis is? (De poes die dacht dat hij
een muis was, nr. 17). Uiteindelijk gaat hij als poes door het leven,
maar bezoekt nog vaak de muizen. Nog dichter bij huis: een rit met
hindernissen in de taxi naar het station (De gele taxi, nr. 16), waar
moeder en zoontje gelukkig op tijd arriveren. Plofje de olifant (nr.
9) die zo veel te ruim in zijn vel zit en door allerlei dieren
uitgelachen wordt, tot hij opgenomen wordt door andere olifanten. Door
de tekstherhalingen en aansprekende platen zijn deze helden al
generaties een succes.
De meeste verhaaltjes zijn door twee vooraanstaande Nederlandse
auteurs voor kinderen bewerkt naar hun Amerikaanse voorbeeld, de
Little Golden Books. Han G. Hoekstra selecteerde de verhaaltjes en hij
en Annie M.G. Schmidt vertaalden ze en bewerkten ze tot Nederlandse
verhaaltjes. De uitgever liet hun daarin veel vrijheid. Hoekstra
bewerkte er zesenveertig en Schmidt achtentwintig. Een paar latere
titels zijn bewerkt door Joke Linders, Nicolaas Matsier en Imme Dros.
Daarnaast schreef Hoekstra zelf het boekje De jarige stad (nr. 68), en
(her)bewerkte Schmidt een verhaaltje van Rogier Boon, Wim is weg (nr.
35). Een apart cluster vormen vier oorspronkelijke boekjes die
getekend en geschreven werden door Ies Spreekmeester. Het eerste
deeltje, Het boek van de vier kleurpotloden, verscheen al in 1945,
maar werd herdrukt in 1971 als Gouden Boekje nr. 64. In 1972
verschenen drie vervolgdeeltjes (nrs. 65-67).
De Amerikaanse serie is vele malen groter, en omvat bijvoorbeeld ook
Disney-bewerkingen, Barbie-verhalen en sprookjes. In Nederland maakt
men een andere keus, namelijk voor de oorspronkelijke verhaaltjes uit
de beginjaren van de Little Golden Books. Een uitzondering is het
verhaal van Roodkapje (nr. 18). De Bezige Bij gaf ook Grote Gouden
Boekjes uit.
In de Verenigde Staten bestaat veel merchandising rond de Little
Golden Books. Uitgeverij Leopold die het fonds in 1999 overnam van de
Bezige Bij, kon hierover geen overeenstemming bereiken met de
Amerikaanse uitgever. Tot verontwaardiging van velen belandden de
boekjes in de ramsj. De rechten zijn in 2001 overgenomen door
uitgeverij Rubinstein, die nu de gouden boekjes in verschillende
formaten uitbrengt. Naast de gewone vorm zijn er nu ook mini- en
reuzen-gouden boekjes, en verschijnt binnenkort een cd waarop Henny
Vrienten een aantal verhaaltjes vertelt ('luisterboekje').
Rubinstein streeft ook naar het op de markt brengen van nieuwe
oorspronkelijk Nederlandse verhaaltjes. Het eerste daarvan is al
verschenen: Het meisje dat alleen maar witte chocolade lust,
geschreven en getekend door Paul Steenhuis en in de loop van 2004
verschijnt een volgend deeltje. Ter gelegenheid van het jubileumjaar
is ook een complete vertaling verschenen van de Vijf
brandweermannetjes op 42 in plaats van 28 pagina's. Als vertaler werkt
nu Sieneke de Rooij. De Gouden Boekjes vinden hun weg naar de
kleinkinderen van de eerste toehoorders uit de jaren vijftig. Van
vrijwel alle uitgebrachte deeltjes zijn een of meer exemplaren in de
collectie van de KB aanwezig.
Dit dossier is bijgewerkt tot 5 februari 2004
Koninklijke Bibliotheek - Nationale bibliotheek van Nederland
Koninklijke bibliotheek