Ministerie van Buitenlandse Zaken


- Aan de Voorzitter van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag


- Directie Azië en Oceanië

Afdeling Zuidoost-Azië en Oceanië

Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag


Datum

5 februari 2004

Auteur


- H.J. Kouwen


Kenmerk


- DAO-0041/04

Telefoon


- 070-348 6394


Blad


- 1/3

Fax


- 070-348 5323


Bijlage(n)


- - Jetty.kouwen@minbuza.nl


Betreft


- Indonesië ­ het onderwijsprogramma SGP/SIGP

www.minbuza.nl


-


-

In het verslag van mijn bezoek aan Indonesië in juli 2003 (buza-030259) heb ik toegezegd u nader te zullen inlichten over onderzoek en maatregelen naar aanleiding van vermeende corruptiepraktijken op districtsniveau bij de uitvoering van het School Improvement Grants Program (SIGP). Met deze brief doe ik mijn toezegging gestand.

Het SIGP is onderdeel van het Scholarships and Grants Program (SGP), een crisis response programma dat na de Azië-crisis in 1998 voor vijf jaar in Indonesië is opgezet met financiering van de Indonesische overheid (50%), de Wereldbank, de Aziatische Ontwikkelingsbank, Australië, Japan, ASEM en UNICEF. Aan dit onderwijsprogramma, dat zeer goede resultaten heeft geboekt, heeft Nederland sinds 2000 via de Wereldbank in totaal USD 101 miljoen bijgedragen. De Indonesische overheid is eigenaar en uitvoerder van het SGP, terwijl de Wereldbank verantwoordelijk is voor de supervisie op de besteding van de door haar beschikbaar gestelde fondsen, inclusief die van Nederland. De Central Independent Monitoring Unit (CIMU) verricht de onafhankelijke monitoring van de uitvoering van het SGP.

Het SIGP voorziet in subsidies ter verbetering van de leeromgeving van de armste en meest kwetsbare basisscholen in Indonesië. Met de subsidies kunnen scholen

leslokalen renoveren, leermiddelen, drinkwater en sanitair financieren alsmede contracten met leerkrachten voortzetten. Hoewel in het SIGP diverse mechanismen zijn ingebouwd om corruptie te voorkomen is in de loop van 2003 voor een aantal districten melding gemaakt van onregelmatigheden door lokale ambtenaren. Zoals aangegeven in mijn verslag heb ik naar aanleiding daarvan tijdens mijn bezoek aan Indonesië tegenover de verantwoordelijke autoriteiten uiting gegeven aan mijn afkeer van elke vorm van corruptie en aangedrongen op strenge en effectieve maatregelen. In dat verband heb ik de anticorruptie-inspanningen onder het met Nederlandse fondsen gesteunde Partnership for Governance Reform gememoreerd en met klem de spoedige instelling bepleit van de met het IMF afgesproken Anticorruptie Commissie. De Wereldbank heb ik verzocht waakzamer te zijn bij de uitvoering van het SIGP en CIMU te manen tot spoed bij het onderzoek naar de gemelde vermoedens van corruptie in een aantal districten.

Inmiddels verschaft CIMU systematisch inzicht in de voortgang van haar corruptie-onderzoek in de vorm van maandelijkse rapporten. Voor uw informatie is de jongste versie van dit 'Record of CIMU investigations of alleged corruption, 2001-present' bijgesloten. Dit overzicht illustreert dat het Ministerie van Onderwijs in Jakarta de corruptiezaken serieus neemt en een actieve strategie heeft ontplooid voor de aanpak van geconstateerde gevallen. Het centrale Ministerie beraadt zich nog op de meest effectieve manier om de districten ter verantwoording te roepen, aangezien het door de ingevoerde decentralisatie en regionale autonomie geen rechtstreekse zeggenschap meer heeft op districtsniveau. Niettemin heeft de aanpak van aangetoonde gevallen nu in de meeste gevallen geleid tot:


- teruggave van gelden die scholen ten onrechte waren afgenomen;


- disciplinaire maatregelen tegen corrupte ambtenaren;


- sancties tegen corrupte bouwadviseurs.

Voorts heeft in enkele gevallen strafrechtelijke vervolging plaatsgevonden. Van de 39 zaken die vorig jaar augustus waren gerapporteerd zijn er inmiddels 26 opgelost of afgerond. In een aantal gevallen, waaronder die in de districten Garut en Kapuas, is aanzienlijke vooruitgang geboekt en kan de zaak naar verwachting binnen afzienbare tijd worden afgesloten. Naar nieuwe corruptiemeldingen stelt CIMU direct een onderzoek in.

Met de inschakeling van haar Onderzoekbureau voor Fraude en Corruptiezaken heeft de Wereldbank zich niet onbetuigd gelaten. Een team van dit Department of Institutional Integrity (INT) heeft de werkwijze van CIMU onderzocht en de corruptie in het SIGP nader tegen het licht gehouden. INT heeft de onderzoeksmethodiek van CIMU als geloofwaardig betiteld en de constateringen van deze eenheid kloppend bevonden. Bovendien heeft INT geconstateerd dat de voor SIGP-subsidie geselecteerde scholen voldeden aan de criteria die daarvoor golden, en dat de beschikbaar gestelde fondsen overwegend goed zijn besteed. CIMU noch INT hebben wijdverbreide corruptie kunnen vaststellen in de orde van grootte van 30, 20 en 10 procent, waarvan de media en Indonesia Corruption Watch melding hadden gemaakt. Daar waar corruptie is aangetoond valt uit de CIMU-rapportages op te maken dat deze meestal niet meer dan 1,1 procent betrof van de beschikbare middelen.

Tot mijn voldoening zijn in Jakarta inmiddels de leden voor de Anticorruptie Commissie gekozen en is deze commissie geïnstalleerd.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

===