Directie Voedings- en Veterinaire Aangelegenheden
De Voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA `S- GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
29-01-2004
2030407280 VVA.2004/369
5-2-2004
onderwerp bijlagen
Antwoorden op vragen TK-lid
Van den Brink (LPF)
(TRC 2004/100)
Geachte Voorzitter,
In antwoord op de vragen van het lid Van den Brink (LPF) aan de minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit over de preventieve ruiming van pluimvee in Azië, bericht ik u
als volgt.
1.
Hebt u kennisgenomen van de TV-uitzending waarin getoond werd op welke wijze in Azië
in het kader van de daar heersende vogelpest, gezond pluimvee preventief geruimd
wordt? (NOS-journaal, 26 januari jl., 20.00 uur).
Ja.
2.
Wat vindt u van deze methode, waarbij de dieren levend in zakken worden gestopt, deze
zakken dichtgeknoopt worden en vervolgens de dieren levend worden begraven?
Zie antwoord vraag 3.
3.
Vindt u deze dodingsmethode passen in een beschaafde samenleving?
Ik kan uw reactie op de wijze waarop men in Azië de preventieve ruiming uitvoert
begrijpen. Deze manier van preventief ruimen is heel anders dan die wij in Nederland
toepassen en past niet bij de wijze waarop wij in Nederland met dieren omgaan, en hoe
wij denken over dierenwelzijn en het doden van dieren. Overigens heeft de Wereld
Gezondheidsorganisatie inmiddels twee Nederlandse experts aangetrokken om te
adviseren over met name het te voeren ruimingsbeleid.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
5-2-2004 VVA.2004/369 2
4.
Bent u bereid de autoriteiten ter plekke de in Nederland opgebouwde expertise met
betrekking tot dodingsmethodes, zoals elektrocutie, aan te bieden?
In EU-verband wordt momenteel beoordeeld hoe aan verzoeken uit de getroffen
Aziatische landen voor ondersteuning bij diagnostiek en bestrijdingsmaatregelen,
invulling kan worden gegeven. Nederland zal daar zeker aan bijdragen, in het bijzonder
vanwege de vorig jaar opgebouwde expertise o.a. bij het massaal ruimen van pluimvee.
Welke vorm de Nederlandse bijdrage zal krijgen is op dit moment nog niet bekend.
5.
Zo neen, waarom niet?
Zie antwoord op vraag 4.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit