European Commission

P/04/21

Brussel, 5 februari 2004

5965/04 (Presse 45)

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie betreffende de toetreding van Libië tot het Verdrag inzake chemische wapens

De EU memoreert de verklaring van het Italiaanse voorzitterschap van 20 december 2003 betreffende de verklaring over massavernietigingswapens die de heer Abdulrahman Shalgam, minister van Buitenlandse Zaken van de Libisch-Arabische Socialistische Volks-Jamahiriyah, op 19 december 2003 namens kolonel Kadhafi had afgelegd.

De EU is ingenomen met de maatregelen die sindsdien zijn getroffen, in het bijzonder de recente ratificatie door Libië van het Alomvattend Kernstopverdrag en de toetreding van Libië tot het Verdrag inzake chemische wapens; zij hoopt dat Libië spoedig en volledig uitvoering zal geven aan deze fundamentele internationale instrumenten.

De EU hoopt dat Libië het aanvullend protocol bij de waarborgovereenkomst dat het met de Internationale Organisatie voor Atoomenergie heeft gesloten, zal ondertekenen, ratificeren en uitvoeren. Elk van deze stappen zou een bijkomend bewijs zijn van de wil van Libië om het bestaande juridische kader inzake non-proliferatie volledig in acht te nemen.

Overeenkomstig de strategie die de EU onlangs heeft aangenomen tegen de verspreiding van massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen daarvoor, is de EU voorstander van de universalisering en versterking van multilaterale overeenkomsten op het gebied van ontwapening en non-proliferatie en moedigt zij de landen die dat nog niet hebben gedaan ertoe aan tot die instrumenten toe te treden.

De EU is ervan overtuigd dat Libië een centrale rol kan spelen door andere landen, met name in zijn regio, ertoe aan te zetten zijn voorbeeld te volgen en zich aan te sluiten bij de internationale inspanningen om de ontwapening en de non-proliferatie van massavernietigingswapens te bevorderen.

De toetredende landen Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië, de kandidaat-lidstaten Bulgarije, Roemenië en Turkije, de landen van het stabilisatie- en associatieproces Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Servië en Montenegro en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, alsmede de EVA-landen IJsland en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, sluiten zich bij deze verklaring aan.


________________________