European Commission

IP/04/194

Brussel, 11 februari 2004

Commissie keurt fusie van Air France en KLM goed - onder voorwaarden.

De Europese Commissie kan vandaag de fusie van Air France en KLM goedkeuren omdat beide ondernemingen erin geslaagd zijn een oplossing aan te bieden voor de mededingingsbezwaren, vooral met betrekking tot een verminderde concurrentie op de routes Parijs-Amsterdam en tussen Europa en de Verenigde Staten. Dit is de eerste grote fusie in de Europese luchtvaartsector, en na onderzoek heeft de Commissie geëist dat dagelijks 94 afzonderlijke vertrek- en aankomstslots zouden worden opgegeven. Hierdoor kunnen concurrerende luchtvaartmaatschappijen diensten aanbieden op die routes waar de concurrentie dreigde te worden uitgeschakeld of sterk beperkt. Als een gevolg hiervan behouden Europese reizigers de mogelijkheid te kiezen tussen verschillende maatschappijen en blijven de prijzen competitief. De Commissie heeft ook van de Nederlandse en Franse overheden de verzekering gekregen dat zij vliegrechten zullen toekennen aan luchtvaartmaatschappijen die bij vluchten naar de Verenigde Staten of andere bestemmingen buiten de EU een tussenstop in Amsterdam of Parijs willen maken. Deze overheden hebben ook verzekerd dat zij zullen afzien van prijsregulering voor langeafstandsroutes waar andere maatschappijen, in concurrentie met Air France en KLM, indirecte diensten aanbieden.

In een reactie verklaarde Mario Monti, Commissaris voor Concurrentiebeleid: "De uitkomst van deze zaak toont dat de langverwachte consolidatie in de Europese luchtvaartsector kan plaatsvinden met respect voor de bestaande concurrentieregels. Dankzij de fusie tussen KLM en Air France zullen luchtreizigers een groter aanbod krijgen aan bestemmingen en diensten zonder dat zij meer hoeven te betalen op die routes waar beide maatschappijen nu al het sterkst staan."

Consolidatie welkom

Op 18 december 2003 hebben Air France en KLM een kaderovereenkomst aangemeld waardoor Air France zeggenschap over KLM zal verwerven.

Alhoewel als gevolg van deze operatie de grootste Europese luchtvaartmaatschappij zal ontstaan, bleek uit het onderzoek van de Commissie dat de netwerken van beide maatschappijen goeddeels complementair zijn. Zo is Air France sterker aanwezig in Zuid-Europa en Afrika, terwijl KLM dan weer meer routes naar Noord-Europa en het Verre Oosten bedient.

Voor de consument betekent deze fusie dat KLM-klanten toegang krijgen tot meer dan 90 nieuwe bestemmingen terwijl Air Franceklanten van 40 nieuwe routes gebruik zullen kunnen maken.

Het samengaan van beide maatschappijen zal naar verwachting voordelen opleveren voor zowel de consument als de economie, en dit dankzij kostenbesparingen en een betere service als gevolg van het samenvoegen van beide netwerken.

maar er bleven nog problemen op te lossen

De Commissie heeft zich altijd positief opgesteld tegenover de consolidatie binnen de luchtvaartsector, maar zij heeft er ook op aangedrongen dat deze consolidatie niet ten koste mag gaan van de consumenten. Dit geldt voor de allianties die het afgelopen decennium zijn gesloten, maar des te meer voor fusies. Deze laatste worden immers definitief goedgekeurd, terwijl de ontheffing van de mededingingsregels die allianties doorgaans krijgen, slechts voor zes jaar gelden.

Ook al zijn beide maatschappijen goeddeels complementair, toch zou de Air France/KLM-deal de eerste echte fusie in de Europese luchtvaartsector de concurrentie neutraliseren of fors beperken op de 14 routes waar beide maatschappijen momenteel elkaars concurrenten zijn of zouden kunnen worden. Daarbij gaat het om:
* de Europese routes (Amsterdam-Parijs, Amsterdam-Lyon, Amsterdam-Marseille, Amsterdam-Toulouse, Amsterdam-Bordeaux, Amsterdam-Rome, Amsterdam-Milaan, Amsterdam-Venetië en Amsterdam-Bologna).

* de intercontinentale of langeafstandsvluchten (Amsterdam - New York, Parijs-Detroit, Amsterdam-Atlanta, Parijs-Lagos (Nigeria) en Amsterdam-Lagos).

Op basis van de ervaring die de Commissie in deze sector heeft opgedaan, is gebleken dat de belangrijkste hindernis voor markttoegang de schaarse vertrek- en aankomstrechten zijn op de oververzadigde Europese luchthavens. Parijs en Amsterdam zijn geen uitzondering op deze regel. Voorts kunnen ook de resterende beperkingen, gebaseerd op nationale regelgeving, de vrije concurrentie beletten, en met name inzake indirecte vluchten op langeafstandsroutes.

Toezeggingen

Om de bezwaren van de Commissie weg te nemen, hebben de partijen toegezegd om 47 paar slots per dag op te geven (of 94 afzonderlijke vertrek- en aankomstslots)(1)
. Zo worden de voorwaarden gecreëerd om op de getroffen routes in totaal tot 31^(2) concurrerende vluchten per dag mogelijk te maken. Dit betekent bijvoorbeeld dat een concurrent per dag zes nieuwe retourvluchten tussen Parijs en Amsterdam kan gaan aanbieden, terwijl diezelfde of een andere concurrent ook één retourvlucht per dag tussen Amsterdam en New York kan aanbieden. Op die manier blijven passagiers op deze routes verzekerd van een ruim aanbod aan diensten en van prijsconcurrentie.

In deze zaak worden voor het eerst slots voor onbeperkte duur opgegeven, terwijl dit bij allianties beperkt is tot zes jaar. Bovendien moeten de slots aan de slotcoördinator - en niet aan de betrokken partners - worden teruggegeven indien zij door de nieuwe toetreder misbruikt of onderbenut worden.

Om markttoetreding aan te moedigen kan een nieuwe maatschappij voor een periode (waarvan de duur vertrouwelijk is) ook de zgn.

historische rechten verwerven op de slots die hij op de route Parijs-Amsterdam heeft gekregen, en dit mits deze nieuwkomer de dienst op die route voor minstens drie jaar blijft aanbieden. Dit betekent dat hij deze rechten zal kunnen gebruiken zodra de hogesnelheidslijn tussen beide hoofdsteden is voltooid of wanneer andere concurrenten zich gemanifesteerd hebben. Dankzij een dergelijke bepaling gaat de waarde van de vrijgegeven slots stijgen en het risico op nieuwe toetreding sterk dalen.

Zoals steeds gaan de toezeggingen in verband met deze slots vergezeld van maatregelen die inhouden dat de partnermaatschappijen ervan afzien hun vluchtaanbod uit te breiden ("frequency freeze"), zodat de nieuwkomer(s) op de betrokken routes een eerlijke kans krijgen om uit te groeien tot (een) geloofwaardige concurrent(en). Een van de toezeggingen die KLM en Air France hebben gedaan, bestaat erin dat zij zgn. multimodale overeenkomsten zullen sluiten met bedrijven voor vervoer over land, bijvoorbeeld om de Thalys-spoorverbinding Parijs-Amsterdam aantrekkelijker te maken. (Daardoor zou bijvoorbeeld een zakenreiziger de heenreis met de trein kunnen maken en met het vliegtuig terugkeren, en zo profiteren van de hogere frequenties in het luchtvervoer).

Ten slotte hebben de Nederlandse en Franse nationale autoriteiten de Commissie verzekerd dat zij vliegrechten zullen toekennen aan andere maatschappijen die bij hun vluchten naar de Verenigde Staten of andere bestemmingen buiten de EU een tussenstop in Amsterdam of Parijs willen maken. Voorts hebben zij de verzekering gegeven dat zij zullen afzien van prijsregulering voor de langeafstandsroutes. Dit is belangrijk omdat de Commissie het bestaan van indirecte of netwerkconcurrentie op langeafstandsroutes beschouwde als een verzachtend element ten aanzien van het bestaan van een machtspositie.

Achtergrond

Consolidatie in de luchtvaartsector verliep tot dusver via het sluiten van allianties, waarbij de eigendomsstructuur ongewijzigd blijft. Volgens Verordening 3975/87 betreffende de toepassing van de mededingingsregels op ondernemingen in het luchtvervoer tussen EU-luchthavens, verleent de Commissie ontheffing van de concurrentieregels voor een periode van zes jaar. Voorbeelden van dergelijke allianties zijn onder meer Lufthansa/Austrian Airlines, British Airways/SN Brussels Airlines en BA/Iberia. Momenteel legt de Commissie de laatste hand aan haar onderzoek van een andere dergelijke alliantie, met name deze tussen Air France en Alitalia.

Daarnaast onderzoekt de Commissie ook de impact van de Skyteam-alliantie tussen onder meer Air France, Alitalia en Delta op de mededinging.

(1)
Om één retourvlucht per dag aan te kunnen bieden, heeft een maatschappij vier slots nodig: één slot om op te stijgen in luchthaven A en één om te landen op luchthaven B, plus nog eens twee slots om bijvoorbeeld 's avonds de retourvlucht te maken.

(2)
Niet alle luchthavens zijn oververzadigd (bv. Lagos) en daarom moeten er misschien niet aan beide uiteinden van een bepaalde route slots worden opgegeven.