Commissariaat voor de Media

Hilversum, 12 februari 2004

Europese producties onvoldoende te zien op commerciële zenders.

De landelijke publieke omroepen hielden zich in 2002 ruimschoots aan de Europese en nationale regels voor het uitzenden van Europese, onafhankelijke, recente en Nederlandstalige producties. De grote landelijke commerciële omroepen blijken geen van alle aan het verplichte minimum percentage van 50% Europese producties te voldoen. "Een mogelijke verklaring hiervoor is dat deze omroepen veel Amerikaanse producties aankopen", zegt Jan van Cuilenburg, voorzitter van het Commissariaat voor de Media. De betrokken omroepen kregen hiervoor een waarschuwing. Yorin zond ook onvoldoende Nederlandstalige producties uit. Wel werd voldaan aan het percentage onafhankelijke producties en het verplichte aandeel producties jonger dan 5 jaar.

Jaarlijks brengen de publieke en commerciële omroepen verslag uit aan het Commissariaat voor de Media over de door hen in het voorgaande jaar uitgezonden programma's. De publieke omroep rapporteert over het hele jaar, de commerciële omroep over vier door het Commissariaat aangewezen weken. Uit de rapportage moet blijken of is voldaan aan de Europese richtlijn "Televisie zonder grenzen" en de Mediawet waarin verplichte percentages zijn opgenomen voor het uitzenden van Europese producties (minimaal 50%), onafhankelijke producties (10% voor de commerciële omroepen en voor de landelijke publieke omroepen 25%) en het uitzenden van programma's in het Nederlands of Fries (40% voor de commerciële omroep en 50% voor de publieke omroep).

Het Commissariaat controleert de rapportage, komt tot een eindconclusie en presenteert deze in een rapport aan de Staatssecretaris die vervolgens rapporteert aan de Europese Commissie. Het "rapport programmaquota 2002" is deze week verschenen. Behalve de landelijke omroepen zijn ook de regionale publieke omroepen en de niet-landelijke commerciële omroepen verplicht te rapporteren over hun programmaquota.

Noot voor de redactie,