---
Kamervragen en antwoorden
---
Antwoorden op vragen over mogelijke hervormingsplannen van de Duitse
minister van Defensie
12-2-2004 10:00:00
Mede namens de staatssecretaris van Defensie bied ik u hierbij de
antwoorden aan op de schriftelijke vragen van de kamerleden Timmermans
en Blom over de mogelijke hervormingsplannen van de Duitse minister
van Defensie (uw kenmerk 2030406300).
DE MINISTER VAN DEFENSIE
Bijlage bij de brief over de antwoorden op de kamervragen van de leden
Timmermans en Blom aan de minister en aan de staatssecretaris van
Defensie over de mogelijke hervormingsplannen van de Duitse minister
van Defensie (kenmerk 2030406300).
1. Kent u de plannen voor de hervorming van de Duitse krijgsmacht die
door minister Struck van Defensie op 13 januari jl. zijn
gepresenteerd?
Ja.
2. Kan uit de opmerking van minister Struck, dat Duitsland Orions van
Nederland zal kopen, worden opgemaakt dat de beslissing hierover is
genomen, met alle gevolgen van dien voor de toekomst van de
Nederlandse Marine Luchtvaart Dienst en het vliegkamp Valkenburg? Zo
ja, waarom is dit niet door u aan de Kamer gemeld? Hoe verhoudt deze
ontwikkeling zich met de toezegging die u aan de Kamer heeft gedaan
inzake een nadere analyse van de toekomst van de Marpat? Zo neen,
loopt minister Struck met zijn opmerking dan voor de muziek uit?
Nee, de Orions worden niet verkocht voordat hierover nader overleg met
de Kamer heeft plaatsgehad. Duitsland is hiervan op de hoogte.
3. Wat zijn de gevolgen van de Duitse plannen voor materieelprojecten
waar Nederland en Duitsland beide bij betrokken zijn? Moeten de
plannen voor de Boxer opnieuw worden aangepast nu de Duitsers pas op
een later tijdstip het aantal te bestellen Boxers zullen vaststellen?
Zo ja, wat zijn hiervan de gevolgen voor de Nederlandse bijdrage aan
het project? Levert dit vertragingen of meerkosten op?
Duitsland heeft meegedeeld dat de afspraken met betrekking tot
internationale samenwerkingsprojecten in beginsel worden nagekomen.
Wat het Boxer-project betreft bestaat er nog steeds een Duitse
behoefte aan 200 Boxer voertuigen in de eerste optionele serie
productie. Zowel voor Duitsland als voor Nederland geldt dat een
besluit of van deze optie gebruik wordt gemaakt pas aan de orde is na
voltooiing van de ontwikkelingsfase eind 2005. Als Duitsland en/of
Nederland op dat moment zouden besluiten minder Boxer-voertuigen af te
nemen, heeft dit mogelijk gevolgen voor de stuksprijs. Indien hierover
opnieuw moet worden onderhandeld, leidt dat vrijwel zeker tot
vertragingen.
4. Mag uit het niet vermelden door minister Struck van het project
Fennek worden opgemaakt dat dit project onveranderd kan worden
voortgezet? Hebt u hiervoor garanties ontvangen van Duitse zijde? Zo
ja, waaruit bestaan deze garanties? Zo neen, verwacht u neerwaartse
aanpassingen van het aantal te bestellen Fenneks? Wat zijn in
voorkomend geval hiervan de gevolgen voor zowel de krijgsmacht als het
Nederlandse bedrijfsleven?
Duitsland heeft inmiddels bevestigd dat het Fennek-project ongewijzigd
wordt voortgezet.
5. Hoe groot is de «geringe vermindering» van het aantal te bestellen
NH-90 helikopters? Wat zijn de gevolgen van deze vermindering voor de
andere deelnemers, waaronder Nederland, aan dit project? Levert dit
meerkosten op voor Nederland of vertraging van de aflevering van de
NH-90, voorzien voor 2007?
Duitsland heeft aangekondigd het aantal NH-90 helikopters voor de
Duitse marine met acht te verminderen; de marine zal in deze nieuwe
situatie over 30 toestellen gaan beschikken. Het aantal NH-90
toestellen voor de Duitse land- en luchtmacht blijft volgens de
plannen ongewijzigd op 125. De voorgenomen vermindering met acht
toestellen heeft betrekking op de voorgenomen afname na de eerste
productieserie en betreft geen vermindering van de verplichte afname.
Het Duitse voornemen is nog niet formeel aan de landen van het NH-90
consortium bekend gemaakt.
Voor de Nederlandse helikopters, die deel uitmaken van de eerste
productieserie, is contractueel vastgelegd dat er geen herberekening
van de prijs plaatsheeft indien er in latere productieseries minder
helikopters worden afgenomen dan aanvankelijk was voorzien. Een
vermindering van het aantal af te nemen helikopters kan wel tot
meerkosten leiden bij nog af te sluiten exploitatiecontracten, omdat
de gemaakte kosten dan over minder helikopters moeten worden verdeeld.
De aflevering van de NH-90 in 2007 wordt hierdoor niet beïnvloed.
6. Biedt de aangekondigde herziening van het Duitse
materieelkeuzeproces aanknopingspunten om ook de wijze waarop in
Nederland defensiematerieel wordt verworven, opnieuw tegen het licht
te houden?
Minister Struck kondigt aan dat de materieelplanning voortaan wordt
toegesneden op inzet in crisisbeheersingsoperaties en op "joint"
optreden. Elders in zijn plannen noemt hij een aantal onderling
samenhangende capaciteiten die voor de Duitse strijdkrachten en voor
de militaire planning van belang zijn, waaronder
inlichtingenvergaring, informatie en commandovoering en mobiliteit.
Dat is ook de richting die de Prinsjesdagbrief aangeeft voor de
Nederlandse krijgsmacht, waarin sprake is van "essentiële operationele
capaciteiten".
Nieuws
Ministerie van Defensie