Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
van 3 februari 2004, nr. SV/F&W/04/5689, houdende verduidelijking van het begrip dagen waarover de werknemer loon heeft genoten als bedoeld in artikel 9 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 9, tiende lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering;

BESLUIT:

Artikel 1

1. Onder dagen waarover de werknemer loon heeft genoten als bedoeld in artikel 9, eerste, derde en vierde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, worden verstaan: a. dagen waarop de werknemer tegen loon heeft gewerkt of zich tegen loon voor de werkgever beschikbaar heeft gehouden;
b. dagen waarover de werknemer loon heeft genoten op grond van artikel 628, 629 of 639 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, of op grond van naar aard en strekking overeenkomstige regelingen voor werknemers met een publiekrechtelijke dienstbetrekking; c. dagen waarop de werknemer normaal gesproken gewerkt zou hebben maar waarop hij geen werkzaamheden verricht noch zich voor de werkgever beschikbaar houdt en waarover de werkgever, anders dan op grond van de artikelen of regelingen, bedoeld in onderdeel b, wel loon betaalt;
d. dagen waarover de werknemer uitkering of toeslag als bedoeld in artikel 3a, tweede en derde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering heeft ontvangen.

2. Zo nodig in afwijking van het eerste lid wordt bij dezelfde werkgever een dag slechts eenmaal in aanmerking genomen.

Artikel 2
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1995. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

`s-Gravenhage,
de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(A.J. de Geus)

Toelichting

Algemeen

De Rechtbank te Rotterdam heeft in een uitspraak van 5 december 2003, nr. Premie 03/1285- NIFT, geoordeeld dat, in een situatie dat werkzaamheden worden verricht in een arbeidspatroon van 14 dagen werken/ 14 dagen vrij, de dagen waarover loon wordt ontvangen, maar waarop niet is gewerkt, niet kunnen worden betrokken bij de premieheffing werknemersverzekeringen. Dit is in lijn met een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 31 mei 2001 (RSV 2001/184), waarin de Centrale Raad van Beroep met betrekking tot een soortgelijke situatie oordeelde dat onder "dagen waarover de werknemer loon heeft genoten" als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV) wordt verstaan "dagen waarop de werknemer tegen loon heeft gewerkt".
Vervolgens heeft de Rechtbank te Rotterdam in een uitspraak van 14 januari 2004, nr. Premie
03/1102-HRK, geoordeeld dat, ook over gereserveerde bedragen in verband met niet uitbetaald loon over opgenomen verlofdagen, de dagen waarover loon wordt ontvangen, maar waarop niet is gewerkt, niet kunnen worden betrokken bij de premieheffing werknemersverzekeringen. De uitspraken van de Rechtbank van Rotterdam hebben geleid tot publicaties waarin het standpunt is ingenomen dat op loon over bijvoorbeeld vakantiedagen en ziektedagen ten onrechte premies werknemersverzekeringen worden geheven. Om onduidelijkheden op dit punt uit te sluiten wordt met de onderhavige regeling, waartoe de bevoegdheid is geregeld in artikel 9, tiende lid, CSV, geregeld wat moet worden verstaan onder "dagen waarover de werknemer loon heeft genoten". Het gaat hier gaat om een regeling die in lijn is met de uitvoeringspraktijk van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Zonder terugwerkende kracht zou evenwel de indruk kunnen ontstaan dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen de periode voor de inwerkingtreding van de onderhavige regeling en de periode daarna. Die indruk zou onjuist zijn. Om in dat opzicht alle risico's te vermijden in verband met de termijnen waarover terugbetaling van onverschuldigde premie gevorderd kan worden, wordt aan deze regeling terugwerkende kracht gegeven tot en met 1 januari 1995.

Er zijn geen juridische belemmeringen om aan deze regeling terugwerkende kracht te verlenen tot en met 1 januari 1995. Eerder is in de Wet verduidelijking verzekerings- en premieplicht terugwerkende kracht tot en met 1 januari 1989 verleend aan het opleggen van premieplicht over jaren waarin, op grond van een arrest van de Hoge Raad, in bepaalde situaties wel verzekeringsplicht maar geen premieplicht bestond. In zijn arrest van 31 januari 2003 (zaaknr. 37793) heeft de Hoge Raad het onderworpen zijn met terugwerkende kracht aan premieplicht op

grond van die wet als een gegeven geaccepteerd. In zijn arrest van 12 september 2003 (zaaknr. 38424) heeft de Hoge Raad nog eens expliciet uitgesproken dat ten gevolge van het met terugwerkende kracht onderworpen zijn aan premieplicht op grond van die wet, het voor belanghebbende niet opgaat wat de Hoge Raad vóór het van kracht worden van die wet in een arrest heeft geoordeeld met betrekking tot het ontbreken van premieplicht in een geval als in dat arrest aan de orde was.
Volledigheidshalve zij opgemerkt dat voor de bepaling van het aantal dagen waarover loon is genoten als bedoeld in artikel 9, eerste, derde en vierde lid, CSV tevens relevant zijn het vijfde en zesde lid van dat artikel en artikel 2 van de Nadere regels maximumdagloon en franchises WW.

Overigens beoogt het kabinet de huidige loondagensystematiek vanaf 2006 te vervangen door een loontijdvakkensystematiek in het kader van de samenwerking tussen UWV en de Belastingdienst. De consequentie daarvan zou zijn dat de onderhavige regeling vanaf 2006 zou kunnen vervallen.

Artikelsgewijs

Artikel 1
In het eerste lid wordt geregeld wat voor de toepassing van artikel 9, eerste, derde en vierde lid, van de CSV in ieder geval moet worden verstaan onder dagen waarover loon wordt genoten. In de eerste plaats zijn dat de dagen waarop tegen loon wordt gewerkt of de werknemer zich voor de werkgever tegen loon beschikbaar heeft gehouden. Voorts zijn dat dagen waarop geen arbeid wordt verricht als gevolg van:

- een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen, zoals bijvoorbeeld de sluiting in verband met een feestdag;

- ongeschiktheid ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling;
- vakantie;
doch wel loon wordt genoten op grond van artikel 628, 629 of 639 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, of op grond van naar aard en strekking overeenkomstige regelingen voor werknemers met een publiekrechtelijke dienstbetrekking
Voorts betreft het dagen waarop de werknemer normaal gesproken gewerkt zou hebben maar waarop hij geen werkzaamheden verricht en waarover de werkgever, anders dan op grond van de hiervoor genoemde bepalingen, wel loon betaalt. Daarbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan de situatie dat de werkgever over dagen waarop ouderschapsverlof wordt genoten het loon geheel of gedeeltelijk doorbetaalt of de situatie dat een geschorste werknemer wel loon ontvangt van de werkgever. Ook kan gedacht worden aan de situatie dat iemand die werkzaam is in een met een dienstbetrekking gelijkgestelde arbeidsverhouding op grond van de onderliggende overeenkomst loon ontvangt over een feestdag waarop hij niet werkt.
Tenslotte betreffen het ook dagen waarover een uitkering of toeslag als bedoeld in artikel 3a, tweede of derde lid, van de CSV wordt genoten.
Teneinde dubbeltelling van dagen te voorkomen wordt in het tweede lid geregeld dat, waar het dezelfde werkgever betreft, dagen slechts eenmaal in aanmerking kunnen worden genomen. Het gaat bijvoorbeeld om de volgende situatie. De werknemer werkt op een bepaalde dag 's ochtends en ontvangt daarover loon en heeft 's middags vakantie, waarover hij loon betaald krijgt op grond van artikel 639 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Die dag zou dan zowel op grond van het eerste lid, onderdeel a, als het eerste lid, onderdeel b, meegeteld moeten worden.

Met het tweede lid wordt geregeld dat die dag slechts voor een dag telt. Door de bepaling dat het gaat om "dezelfde werkgever" zal dezelfde dag wel bij meer werkgevers kunnen worden meegenomen. Indien bijvoorbeeld de werknemer over een dag een gedeeltelijke WW-uitkering ontvangt van het UWV en daarnaast op die dag werkt zal diezelfde dag zowel meetellen bij het bepalen van de te heffen premies werknemersverzekeringen over de WW-uitkering als bij het bepalen van de te heffen premies werknemersverzekeringen over het loon uit arbeid.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(A.J. de Geus)