Politiebond ACP

Ledenraadpleging over sociaal statuut Nationale Recherche en BRT /IFT verloopt moeizaam

Op dinsdagmiddag 10 februari vond in Driebergen een door de bonden gemeenschappelijk georganiseerde ledenvergadering plaats. Plaats van handeling; het restaurant van het KLPD.

Tijdens deze goed bezochte ledenvergadering werden de vakbondsvertegenwoordigers gebombardeerd met een scala van vragen.

Hieronder een weergave van de besproken onderwerpen.
* Veel leden vroegen duidelijkheid over het feit of bestaande rechtspositionele en arbeidsvoorwaardelijke- aanspraken gehandhaafd blijven bij overgang naar de NR of IFT. Te denken valt hierbij aan decentrale- CAO afspraken, met het leverende korps gemaakte afspraken over CAO a la carte, pc privé-projecten en studiefinanciering.

Van de zijde van de bonden werd aangegeven dat in het sociaal statuut staat opgenomen dat in beginsel bestaande afspraken worden gehonoreerd.


* Naar de mening van een aantal aanwezigen wordt het begrip boventalligheid in diverse artikelen divers uitgelegd.

De bonden hebben aangegeven in de finale besluitvorming van over het sociaal statuut hierin rust en duidelijk te creëren.


* Eén van de belangrijkste aandachtspunten voor de aanwezige leden was het goed regelen van de terugkeergarantie.

De bonden hebben toegezegd dit punt met name onder de aandacht van de werkgever te brengen en het begrippenkader op dit punt aan te scherpen, waarbij passendheid in de terugkeerfunctieeen belangrijk element dient te vormen .


* Ook zorgt de terminologie 1 op 1 overgaan in het sociaal statuut niet voor de gewenste duidelijkheid. Sterker nog, de aanwezigen wisten de bonden aan te reiken dat de 1 op 1 overgang in met name de IFTs nog niet zo vanzelfsprekend is.

De bonden zullen in het overleg met de werkgever nadrukkelijk de uitkomsten van de ledenraadpleging meenemen en zonodig het sociaal statuut op dit punt laten aanpassen.


* De financiële compensatie voor een medewerker die de bereidheid heeft om in een andere (verder weg liggende) Unit te functioneren ontbreekt.

Ook dit punt zullen de bonden nadrukkelijk onder de aandacht van de werkgever brengen.


* Het sociaal statuut biedt ook geen duidelijkheid op het punt van eventuele organisatorische toekomstige veranderingen. (in sommige IFTs schijnt nu al een andere formatie voor 2005 gecalculeerd te worden)

De bonden zullen dit laten opnemen bij de reikwijdte van het statuut.


* Een vertegenwoordiger van VC NR luidde toch min of meer de noodklok voor de collegas in de ondersteunde diensten. Naar zijn zeggen zou in de beoogde unit Zuid 19% van de collegas in de ondersteunende diensten boventallig geraken.

De bonden zullen in het overleg met de werkgever nadrukkelijk vragen om een zogenaamde spiegeling van de organisatie. De opmerking van deze collega baart de bonden zeer veel zorg. Indien zijn opmerking correct blijk, valt niet uit te sluiten dat een dergelijk probleem zich landelijk zal voordoen. Alsdan zitten we met een niet voorzien reorganisatieprobleem.


* Door de bonden zijn een aantal verduidelijkingsvragen genoteerd over de reikwijdte van sommige artikelen. In het overleg met de werkgever zullen deze vragen adequaat behandeld en ook beantwoord dienen te worden.

Al met al waren de leden gematigd positief over het sociaal statuut. Tegelijkertijd dient te worden vastgesteld dat er nog wel degelijk een aantal mutaties dienen te worden aangebracht in het sociaal statuut alvorens de bonden groen licht zullen geven. Er bestaat namelijk nog teveel onrust en onzekerheid bij onze leden om onverkort met het sociaal statuut akkoord te gaan.

Tot slot verwoordde één collega namens velen het verzoek om het sociaal statuut wat werknemersvriendelijker op te stellen.

De bonden zullen bij de werkgever aandringen om bij een aantal artikelen een soort memorie van toelichting te schrijven.