Ministerie van Financiën

Persbericht

PERS-2004-017

Den Haag, 12 februari 2004

Financiën consulteert sector over aanpassing wetgeving voor prudentieel toezicht

De verwevenheid van verschillende financiële sectoren en noodzakelijke verbeteringen in het financieel toezicht zijn er de oorzaak van dat de hele wetgeving rondom financieel toezicht moet worden herzien. In verband met deze herziening is het ministerie van Financiën gestart met het consulteren van de financiële sector over het tweede deel van de nieuwe wetgeving, namelijk het onderdeel over het toezicht op de stabiliteit van de financiële sector, het zogenaamde prudentieel toezicht.

Waar er vroeger sprake was van duidelijke afbakeningen van de verschillende financiële sectoren, vervagen de grenzen steeds meer. Tegenwoordig houdt een bank zich niet alleen bezig met bankactiviteiten, maar verkopen banken ook verzekeringen en hebben verzekeraars ook bankactiviteiten. Dit maakt dat een sectorale aanpak (een aparte toezichthouder per sector) niet meer werkt. Om deze reden is het toezicht op de financiële sector in 2002 op organisatorisch niveau hervormd: het gedragstoezicht wordt uitgeoefend door de Autoriteit Financiële Markten, het prudentieel toezicht ­ dat wil zeggen het toezicht op de soliditeit van financiële ondernemingen ­ door De Nederlandsche Bank en de Pensioen- & Verzekeringskamer.

Dit maakt ook de herziening van de toezichtwetten noodzakelijk. Daartoe worden de huidige financieel toezichtwetten omgevormd tot één wet, de Wet op het financieel toezicht.

In het prudentiële deel van de Wet op het financieel toezicht worden de onderwerpen geregeld die relevant zijn voor het prudentieel toezicht. Allereerst vindt stroomlijning van de bestaande wetgeving plaats, zodat deze inzichtelijker, doelgerichter en marktgerichter wordt. Ook vindt een aantal inhoudelijke vernieuwingen plaats, zoals een aanpassing de definitie van het begrip 'kredietinstelling' aan Europese richtlijnen, een aanpassing van het stelsel van 'verklaring van geen bezwaar' en opname van de collectieve garantieregeling en de beleggerscompensatieregeling in de wet.

De doelstellingen van de nieuwe wet zijn het verhogen van de inzichtelijkheid en het vergroten van de doelgerichtheid en marktgerichtheid. Dit laatste moet bijdragen aan de concurrentiekracht van de Nederlandse financiële sector in nationaal en internationaal perspectief.

De inwerkingtreding van de Wet op financieel toezicht is voorzien op 1 januari 2005.

U vindt de consultatiedocumenten op het volgende Internet-adres:

http://www.minfin.nl/consultatieherzieningtoezicht-II