Provincie Overijssel

Extra standplaatsen ambulances in Overijssel

Gedeputeerde Gert Ranter is blij met voorstel van minister Hoogervorst voor een betere spreiding van de ambulancestandplaatsen. Hierin is opgenomen dat in Overijssel vijf extra standplaatsen nodig zijn. "Met dit voorstel worden onze inspanningen van de afgelopen jaren beloond."

In het voorstel is opgenomen dat alle huidige standplaatsen in Overijssel blijven bestaan en dat er extra standplaatsen noodzakelijk zijn in Dedemsvaart, Nieuwleusen, Genemuiden, Vroomshoop en Tubbergen. Op basis van dit voorstel van de minister worden de extra financiën die het rijk vorig jaar voor de ambulancezorg beschikbaar heeft gesteld, verdeeld. Gert Ranter verwacht dat hiermee de grootste knelpunten op het terrein van de ambulancezorg in deze provincie kunnen worden opgelost.

De provincie Overijssel heeft de problematiek over de aanrijtijden en het gebrek aan geld om deze aanrijtijden te kunnen garanderen, geregeld bij het Rijk onder de aandacht gebracht. De minister wilde echter eerst een landelijk kader opstellen om te kijken of deze extra standplaatsen wel noodzakelijk zijn. Deze landelijke analyse ondersteunt de Overijsselse spreidingsplannen.

De provincie heeft in IJsselVecht en Twente uitgebreid onderzoek gedaan naar de knelpunten en de oplossingen hiervoor. Al snel werd duidelijk dat met het bestaande aantal (hoeveel) standplaatsen in Overijssel de knelpunten niet opgelost kon worden. Provinciale Staten besloten daarom in 2002 1 miljoen euro beschikbaar te stellen om tijdelijk twee extra standplaatsen in te richten: één in Zwartewaterland en één in Tubbergen. "Ik ben erg blij dat Overijssel er landelijk gezien goed uitspringt, de twee tijdelijke twee standplaatsen blijven bestaan en nu structureel gefinancierd worden. Hiermee kan binnen 15 minuten een ambulance ter plekke zijn, en dat is van groot belang als elke seconde telt", aldus Ranter.

De minister heeft het voorstel naar de koepelorganisaties gestuurd. Zij overleggen dit met de achterban. Daarna wordt de Tweede Kamer geïnformeerd.
© 2004 Provincie Overijssel