College Bescherming Persoonsgegevens
5 februari 2004
Regeling doorgifte passagiersgegevens naar VS niet afdoende
De uitkomst van de onderhandelingen tussen de Europese Commissie en de
Verenigde Staten (VS) over de verstrekking van passagiersgegevens aan
de VS is niet afdoende. Dit concludeert de Artikel 29-werkgroep van
Europese privacytoezichthouders in zijn Opinion 2/2004 on the Adequate
Protection of Personal Data Contained in the PNR of Air Passengers to
Be Transferred to the United States' Bureau of Customs and Border
Protection (US CBP). Dit document is een advies aan de Europese
Commissie die haar standpunt ter beoordeling had voorgelegd.
De Europese Commissie is van mening dat er voldoende juridische basis
bestaat voor doorgifte van passagiersgegevens naar de Verenigde
Staten. Zij acht het niveau van bescherming in de Verenigde Staten
voldoende. Daarnaast is zij voornemens een internationaal verdrag op
te stellen om te voldoen aan de Europese wet- en regelgeving. De
verplichtingen voor de vliegtuigmaatschappijen, opgelegd vanuit de
Verenigde Staten, worden daarmee in de Europese Unie juridisch
bindend.
De Artikel 29-werkgroep is van mening dat ondanks de geboekte
vooruitgang in de onderhandelingen de voorgestelde regeling nog
onvoldoende in lijn is met de Europese normen voor de bescherming van
persoonsgegevens. Er is nog geen sprake van een adequaat
beschermingsniveau in de Verenigde Staten. Daarbij stelt de werkgroep
dat de gekozen bilaterale overeenkomst in overeenstemming zal moeten
zijn met artikel 8 uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de
Mens (EVRM) en artikel 13 van de Europese privacyrichtlijn 95/46/EG.
Eerdere berichten hierover:
* Europese Commissie doet voorstel inzake doorgifte van
passagiersgegevens aan VS
22 december 2003
* Privacytoezichthouders pleiten voor verdrag over doorgifte
passagiersgegevens
13 oktober 2003
* Kritisch advies Artikel-29 werkgroep aan Europese Commissie over
doorgifte van passagiersgegevens
24 juni 2003
* Kritiek toezichthouders op verstrekking passagiersgegevens aan VS
nog niet weggenomen
21 mei 2003
* Verstrekking passagiersgegevens door luchtvaartmaatschappijen aan
VS
27 februari 2003
Doorgifte van persoonsgegevens
De Wet bescherming persoonsgegevens (WBP), die sinds 1 september 2001
van kracht is, bevat regels over de doorgifte van persoonsgegevens
naar landen buiten de Europese Unie. Hoofdregel is dat
persoonsgegevens alleen mogen worden doorgegeven naar derde landen met
een passend beschermingsniveau. Buiten die gevallen is doorgifte
alleen toegestaan op basis van een wettelijke uitzondering of met
vergunning van de Minister van Justitie. De afgifte van een vergunning
vindt plaats nadat het CBP daarover advies heeft uitgebracht. Meer
informatie over dit onderwerp is te vinden in de brochure Derde
landen. De doorgifte van persoonsgegevens naar landen buiten de
Europese Unie.
Over de Artikel 29-werkgroep
De werkgroep ontleent haar naam aan artikel 29 van de Europese
Privacyrichtlijn 95/46/EG. Alle toezichthoudende autoriteiten op het
gebied van bescherming van persoonsgegevens van de Europese Unie nemen
deel aan deze werkgroep, die een belangrijke rol speelt in de
totstandkoming van Europees beleid. De werkzaamheden van de werkgroep
leveren een bijdrage aan de ontwikkeling van Europese normen en
gemeenschappelijke interpretaties en in een aantal gevallen ook aan de
privacybewustwording op internationaal niveau.
Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet
bescherming persoonsgegevens (WBP)- toezicht op de naleving van wetten
die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het
gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een
vrijstelling geldt.
Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van
persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP
toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en
gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van
een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop
persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in
overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden.
Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd.
Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP
overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.