Time : 5:15:44 PM
Date : Thursday, February 12, 2004
Sender Name: Fedichem

"Rekenfouten" in de impactstudie over de ontwerpreglementering REACH "Categorieke ontkenning"

Brussel, 12 februari 2004 ­ De verantwoordelijken van de Idea-Consult-studie, die gerealiseerd werd op initiatief van Fedichem en tijdens een lunchdebat op 27 januari officieel voorgesteld werd, ontkennen categoriek elke vrijwillige of onvrijwillige berekeningsfout bij de evaluatie van de impact van de REACH-ontwerpreglementering.

De Europese Commissie heeft onlangs een ontwerp van verordening betreffende de Registratie, Evaluatie en Autorisatie van CHemische Stoffen (REACH) goedgekeurd. Deze nieuwe regelgeving behelst een compleet nieuw beleid inzake chemische stoffen in de Europese Unie. Verschillende impactstudies, zowel Europese als nationale (voor Duitsland, Frankrijk en Italië), hebben reeds uitgewezen dat de gevolgen hiervan voor alle industriesectoren zwaar om dragen zullen zijn. Dit geldt zeker voor België, gekenmerkt door zijn sterk exportgerichte (chemische) industrie en talrijke KMO's.

De auteurs van de studie herinneren aan de voornaamste methodologische aspecten waarop de studie berust:


- Het zijn de resultaten van de recente impactstudie uitgevoerd door de Europese Commissie zelf, die trouwens ook door de milieubewegingen volop benut worden, die aan de basis liggen van de studie van Idea-Consult om de Belgische impactevaluatie uit te voeren.


- In de berekeningen van de milieuverenigingen wordt de impact van de Idea-Consult-studie gedeeld door elf. Deze aanpak is fout in die mate dat alleen de chemische stoffen die in heel kleine hoeveelheden geproduceerd worden (1 tot 10 ton per jaar) een tijdsduur van 11 jaar krijgen om zich met de reglementering in orde te brengen. Enerzijds zullen de producten die in grotere volumes gefabriceerd worden sneller moeten getest worden en, anderzijds, zullen de kosten van de tests op een éénmalig moment moeten betaald worden en kunnen deze niet boekhoudkundig afgeschreven worden over een langere periode. Het product-gamma evolueert tegen een hoog tempo, wat natuurlijk impliceert dat je tijdens de beschouwde periode geregeld nieuwe tests moet laten uitvoeren. En tenslotte zullen ook alle producten die op de markt gebracht worden na 2016 nog moeten getest worden. Zonder de herformuleringen mee te rekenen, die nodig zullen zijn door het verdwijnen van de markt van een aantal stoffen. Ook dit brengt nieuwe tests met zich mee en die zullen het innovatie-vermogen van onze industrie aantasten. Maken en hermaken, het blijft wel bezig zijn...
maar wat is de toegevoegde waarde daarvan?


- De studie van Idea Consult neemt alleen de directe testkosten in beschouwing en houdt geen rekening met de onvermijdelijke indirecte kosten, administratieve kosten en kosten voor bijkomend personeel wanneer de nieuwe reglementring van kracht wordt. In sommige KMO's zullen deze kosten gemakkelijk 2% van de loonmassa bereiken.

Het bureau Idea-Consult bevestigt dus dat alleen al voor de chemische industrie, de meerkosten van de extra tests en registraties van chemische stoffen tussen 155 en 200 miljoen euro kunnen liggen, hetzij 0,7 tot 0,9% van de jaarlijkse omzet. Dit betekent meer dan 40% van het mediaan nettoresultaat van de betrokken sector.

Wat betreft de buitenlandse studies wil Fedichem het volgende onderstrepen:


- In Duitsland werden reeds meerdere studies uitgevoerd op initiatief van het BDI (Bundesverband der Deutschen Industrie, Het Verbond van Duitse Werkgevers) respectievelijk bij de publicatie van het "Witboek", de eerste ontwerpreglementering en de huidige versie. De conclusies van deze laatste studie gaan in dezelfde richting als die van een andere studie, die recent uitgevoerd werd op initiatief van de regering van Rijnland-Westfalen. Deze laatste studie toont op indrukwekkende wijze aan welke de perverse effecten van het huidige ontwerp zijn op de 4 onderzocht industriesectoren, en dit vooral op het niveau van de KMO's. Het gaat om de sectoren textielveredeling, de fabricage van schuimkunststoffen, galvanisatie en de sector van de automobielverven.


- Wat de Franse studies betreft: deze werden uitgevoerd op initiatief van de Franse chemische industrie en de sectoren die er klant van zijn, met de totale steun van de Franse overheid. In tegenstelling tot wat de milieuverenigingen beweren, werden deze studies wél openbaar gepubliceerd en krijgen ze de waarborg van de Franse autoriteiten. Er zal trouwens in de tweede helft van maart een studie verschijnen die de vorige conclusies herziet in functie van de nieuwe ontwerpreglementering.

Tegenover deze studies, waarvan de methodologie aanvaard is en die slaan op een periode van 11 jaar, staan de groteske schattingen over de zogezegde voordelen voor de openbare gezondheid in een periode van 30 jaar en voor de innovatie over een onbeperkte periode.

REACH zal dus de wereldcompetitiviteit van de Europese chemische industrie sterk aantasten. De gevolgen ervan strekken echter nog veel verder, omdat het systeem ook die ondernemingen viseert die chemische stoffen in hun productieproces gebruiken (dit noemen we de downstreamgebruikers). Ook deze zullen inderdaad moeten werken met een kleiner aantal beschikbare en anderzijds duurdere stoffen. Bovendien geven deze stoffen aan de eindproducten specifieke karakteristieken, zodat onderzoek zal moeten gevoerd worden naar alternatieven. De Idea-studie stelt concreet dat 30% van de chemische stoffen die onder REACH vallen zullen kunnen uit het industrieel productengamma verdwijnen.

Daarom onderstrepen het VBO en Fedichem eens te meer het belang van een open en constructieve dialoog met de politieke en de administratieve verantwoordelijken. We moeten in dit en in andere domeinen vermijden dat wetten en reglementeringen die initieel opgesteld worden om de competitiviteit van de Europese ondernemingen te versterken, uiteindelijk de economische pijlers van duurzame ontwikkeling ondermijnen zonder dat ze betekenisvolle bijdragen leveren tot de pijler milieu en gezondheid.

Industrie in brede zin vraagt om een duidelijke en efficiënte wetgeving die praktische toepasbaar is, controleerbaar door de overheid en in verhouding staat met de nagestreefde doelstelling. Deze wetgeving moet homogeen zijn in heel Europa. De sociale partners van de sector delen trouwens deze bezorgdheden, zowel op Belgisch als op Europees niveau en zij concretiseren dit in gemeenschappelijk stellingnamen.

Zelfs al wordt er op Europees vlak door de Commissie een studie uitgevoerd, dan nog lijkt het voor de patronale organisaties noodzakelijk om deze eerste pilootstudie die door Idea-Consult in België uitgevoerd werd, te vervolledigen door een impactstudie op het geheel van onze economie, uitgevoerd door een onafhankelijk organisme op vraag van de overheid. Deze studie kan uitgewerkt worden in partnerschap tussen de experten van de overheid en van de betrokken sectoren.
Het VBO en Fedichem rekenen op onze politici om deze studie zonder verwijl te gaan uitvoeren.

Informations :

Birgit Fremault (FEB), 02 515 08 51, bf@vbo-feb.be Claude Klein, 02 238 97 37, cklein@fedichem.be
Daniel Verbist, 02 238 97 86, 0496 59 36 14, dverbist@fedichem.be Dirk Clotman, 02 238 98 19, 0496 59 36 22, dclotman@fedichem.be