Wageningen Universiteit

Persbericht Wageningen Universiteit, 12 februari 2004, nr 020

http://www.wau.nl/pers/04/020wu.html

Oratie prof.dr. Jack Leunissen

Bioinformatica helpt bij identificeren van ziektes in brij van informatie

Het vak bioinformatica biedt nieuwe mogelijkheden om ziektes en afwijkingen bij mens en dier in kaart te brengen of om innovatieve producten te ontwikkelen. Daarvoor is het nodig zowel databanken van het genoom (DNA) en eiwitten van allerlei organismen te combineren met databanken over zichtbare eigenschappen van organismen, inclusief ziekten en aandoeningen. Dat betoogt prof.dr. Jack Leunissen op 12 februari in zijn oratie bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Bioinformatica aan Wageningen Universiteit.

Door het integreren van verschillende databanken komen allerlei verbanden aan het licht, die op het eerste gezicht niet evident zijn, maar waarmee het mogelijk is erfelijke aandoeningen te voorspellen. Uit de vergelijking van bijvoorbeeld het genoom van een muizenstam met een bepaalde aandoening zoals een oogafwijking, met het genoom van de mens, moet blijken waar de genetische bron van deze afwijking bij de mens moet worden gezocht. Door ook computerprogramma s die wetenschappelijke literatuur kunnen lezen ( text mining ) in het identificatieproces te betrekken en informatiebronnen over erfelijke aandoeningen te raadplegen wordt het steeds duidelijker welke genen bij het ontstaan van de ziekte een rol spelen.

Tijdens het grootschalig identificeren van de voor de aandoeningen verantwoordelijke bronnen gaat het steeds om het combineren van miljoenen gegevens. Zo bestaat het menselijk genoom uit 30.000 genen of drie miljard DNA-bouwstenen, verdeeld over 46 chromosomen. Het genoom van de lelie is wel dertig maal groter, dat van bakkergist 250 maal kleiner.

In zijn oratie Bioinformatica: een vak apart? schetst prof Leunissen de nieuwste uitdaging in de bioinformatica. Daarbij brengen onderzoekers met wiskundige modellen en experimenten complexe biologische processen in kaart, zoals het doorgeven van interne signalen of het samenwerken van de duizenden componenten in een levende cel. De bioinformatica speelt een cruciale rol om modellen en onderzoeksgegevens met elkaar te combineren tot een totaalbeeld.

Prof.dr. J.A.M. Leunissen (1954) studeerde biochemie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en promoveerde in 1989. In 1986 startte hij met het opzetten van de bioinformaticasoftware en databestanden van het nationale expertisecentrum voor bioinformatica en chemische informatica CAOS/CAMM Center (nu CMBI). In 2000 werd hij universitair hoofddocent in Nijmegen. Vanaf december 2002 is hij hoogleraar Bioinformatica aan Wageningen Universiteit om het nieuwe Laboratorium voor Bioinformatica op te zetten. Jack Leunissen was vanaf 1988 betrokken bij het oprichten en besturen van EMBnet (European Molecular Biology network; 30 landen wereldwijd). Hij is medeoprichter van Dalicon BV, een jong bioinformaticabedrijf, gevestigd in het Nijmeegse Mercator Technology & Science Park.