ERNST AND YOUNG

Hofstadlezing 2004: lezing drs. W.J. Deetman

Geachte redactie,

Bijgaand treft u onder embargo de lezing aan van burgemeester drs. W.J. Deetman zoals die vandaag donderdag 12 februari 2004 tijdens de Hofstadlezing wordt uitgesproken. Het embargo geldt tot vandaag 19.00 uur en het gesproken woord geldt.

Na afloop van de lezing vindt een paneldiscussie plaats. Deelnemers aan het panel zijn: Gerd Leers (burgemeester Maastricht), Hanny van Leeuwen (CDA-fractie 1e Kamer) en Roger van Boxtel (Bestuursvoorzitter Menzis Zorgverzekering).

Vriendelijke groet,

Ernst & Young
Toby Ellson, woordvoerder
Tel: 06 2908 47 62

Hofstadlezing 2004

Geachte aanwezigen,

Ik beschouw het als een eer u hier vandaag te mogen toespreken over de toekomst van de grote stad en dan in het bijzonder die van Den Haag. Welke locatie is daar geschikter voor dan deze kerk, gesitueerd op de plek waar deze stad is ontstaan. Een kerk, die samen met het Binnenhof tot de oudste gebouwen van Den Haag behoort en die in de geschiedenis van onze stad zo'n belangrijke plaats inneemt.

Hier zijn Constantijn en Christiaan Huygens begraven. Hier is ooit onder leiding van hertog Filips de Goede het kapittel van de Orde van het Gulden Vlies bijeengekomen. De wapenschilden van de deelnemers, inclusief dat van Filips zijn hier nog altijd aanwezig. Kortom, deze kerk ademt niet alleen Haagse maar ook Europese geschiedenis.

Een passende verwijzing in het jaar waarin Europa een historische gebeurtenis tegemoet ziet: de toetreding van tien nieuwe lidstaten tot de Europese Unie, waaronder maar liefst acht landen uit het voormalige Oostblok. Dit is niet alleen de kroon op het zware hervormingswerk dat daar sinds 1989 verricht is. Het is ook een enorme stap voorwaarts in de richting van dat ideaal dat nog maar 15 jaar geleden mijlenver van de toenmalige politieke realiteit verwijderd leek: de eenheid van heel Europa, Oost en West, in vrede en vrijheid tot stand gebracht.

Een passende verwijzing ook naar het Nederlandse voorzitterschap in de tweede helft van 2004, waarin de regeringen hopelijk het eens worden over een grondwet voor de EU. In dit verband kan het geen kwaad hen een flinke portie van het idealisme toe te wensen waar de founding fathers van het verenigd Europa een halve eeuw geleden van vervuld waren. Het politieke oogmerk van de EU is niet alleen de realisering van een zo'n hoog mogelijke economische groei. Het doel is ook altijd geweest om, door de lidstaten in velerlei opzicht met elkaar te verknopen, een duurzame vrede te garanderen: een Europa van de burgers.

Geachte aanwezigen,

In dat verenigde Europa woont ongeveer 60 tot 70 procent van de bevolking in stedelijke regio's en de verwachting is dat dit getal in de toekomst nog verder zal stijgen. Dat betekent dat bij het gelijktijdig vervagen van nationale grenzen, de rol van stedelijke gebieden alleen maar zal toenemen. Tegelijkertijd zal de concurrentie tussen die regio's sterker worden. Dat geldt natuurlijk ook voor de regio Randstad, de toekomstige Deltametropool. Alleen een sterke Deltametropool zal zich kunnen meten met andere stedelijke regio's in Europa. Daar ligt ook de toekomst van Den Haag: als één van de vier centrumgemeenten van dit gebied. Alleen kunnen we het niet rooien. Maar voor het zover is, zal nog het nodige moeten gebeuren.

Eerste vereiste is een stevige economische basis. Wat dat betreft heeft de Randstad een goede uitgangspositie. Zowel nationaal als internationaal leveren we economische prestaties van formaat. Op maar 13 procent van het oppervlak van Nederland wordt 42 procent van alle Nederlandse banen aangeboden. De hier gevestigde bedrijven leveren bijna de helft van het Bruto Nationale Product. Maar, deze prestaties worden vooral door betrekkelijk onafhankelijke en soms zelfs zelfverzorgende regio's geleverd. Tegelijkertijd vullen die regio's elkaar door hun specialisaties veel meer aan dan dat zij elkaar beconcurreren.

Schiphol is de knoop in nationale en internationale logistieke netwerken voor hoogwaardige goederen en is bovendien heel belangrijk voor Amsterdams positie in de financiële wereld. De Rotterdamse havens, altijd nog de grootste van de wereld, dragen weer het sterke logistieke en industriële profiel van die regio. Utrecht is door zijn centrale ligging vooral aantrekkelijk als vestigingsplaats voor nationale hoofdkantoren en regeringsstad Den Haag heeft het unieke scherpe profiel als internationaal juridisch centrum verkregen. En dan heb ik me nog maar beperkt tot de vier centrumgemeenten.

Hoewel de prestaties van al deze gespecialiseerde grootstedelijke economieën indrukwekkend zijn, behoort er geen één tot de top van de Europese urbane regio's. En voor het totaal van de Randstad moeten we op onze tellen letten. De Randstad - in inwonertal kleiner dan groot Londen of het 'Ile de France' - stond enige jaren geleden nog op de derde plaats, maar is nu in een versneld dalende trend terecht gekomen. Pas als de onderlinge samenhang tussen subregio's versterkt wordt, kan de Randstad als geheel zich ontwikkelen tot een metropool die zich kan meten met bijvoorbeeld Parijs, Londen of het Ruhrgebied. Dat is nodig omdat in een EU zonder nationale grenzen op termijn de regio's economisch de machtcentra zullen zijn. In de afgelopen jaren hebben vorige kabinetten de idee van de Deltametropool daarom terechte steun gegeven. Men mag hopen dat van die noodzaak het huidige kabinet zich ook bewust zal zijn bij het maken van de Nota Ruimte. Daarbij gaat het niet alleen om de prioriteit Schiphol en Tweede Maasvlakte, maar ook om de intrinsieke ontwikkelingen van de Randstad. Ook nationaal kan de samenwerking, de profilering van specialisaties en de versteviging van de samenhang worden gestimuleerd t.b.v. onze internationale concurrentiekracht. Ten opzichte van de overige landsdelen behoeft de Randstad een eigensoortige aandacht.

Een voorbeeld ter verduidelijking. De verkeersproblemen in de Randstad moeten tot aanvaardbare proporties worden teruggebracht. De internationale bereikbaarheid van de Randstad is dankzij de 'mainports' Rotterdam en Schiphol, de toekomstige hogesnelheidslijnen en de Betuweroute goed. Dat geldt evenwel niet voor de subregio's ten opzichte van elkaar. Daarvoor beluister ik te weinig aandacht in de rijks ambtelijke sferen. Immers, eenmaal aangekomen in de Randstad loopt de boel vast. Dat behoef ik u eigenlijk niet eens te vertellen. Met name in het openbaar vervoer zal meer moeten worden geïnvesteerd dan men nu voor de lange termijn van plan is. De idiote geschiedenis rond de Delftse spoortunnel spreekt boekdelen. Verder noem ik bewust in dit verband ook de noodzaak van de aanleg van een glasvezelnetwerk, als middel om congestie op de digitale snelweg te voorkomen. En mag ik, mij tenslotte bewegend op het grensvlak van fysieke en virtuele snelweg, voorzichtig wijzen op mogelijkheden tot ICT-gestuurde verkeersmanagement in de Randstad. Bescheiden experimenten zouden bij succes mobiliteitsproblemen kunnen verminderen en hoe dan ook innovatieve werkgelegenheid kunnen bevorderen. In de verte hoor ik al het gerommel van het tegenargument: geen geld. Op voorhand zeg ik dan ook maar: onzin, dat kunnen we oplossen.

Natuurlijk hebben andere stedelijke regio's in Europa vergelijkbare bereikbaarheidsproblemen, maar ik heb de indruk dat die regio's in staat worden gesteld die grondig aan te pakken. Kijkend naar die stedelijke regio's valt op dat zij in veel hogere mate dan de Randstad ook beschikken over 'points of excellence', onderdelen waarmee zij binnen Europa en zelfs daarbuiten kunnen concurreren. Echter, uit recent onderzoek is gebleken dat de grote concentratie van kenniscentra in de Randstad zich goed kan meten met de infrastructuur op dat gebied van bijvoorbeeld Londen of Parijs. Dat is de 'verborgen parel' van de Randstad. Door deze beter te gebruiken en in samenhang daarmee economische specialisaties verder uit te bouwen, is het mogelijk om ook binnen de Randstad zulke 'points of excellence' te ontwikkelen. Pas dan zullen wij - als Randstad - volwaardig kunnen concurreren met de rest van Europa. Pas dan zal er sprake zijn van een kenniseconomie die ook mondiaal enige relevantie heeft. Nog onlangs heeft de Deense premier Rasmussen in een toespraak voor de Vrienden van Nieuwspoort, juist om die Europese positie te versterken, de oprichting van een zogenoemde 'European Research, Development and Education Area' gesuggereerd. Zou het geen goed idee zijn om dit in de Randstad te vestigen?

Geachte aanwezigen,

Tegenover deze kansen staan echter ook niet geringe problemen, die ik zelf liever als uitdagingen zie. Want terwijl wij in stedelijke gebieden als de Randstad veel behoefte zullen hebben aan goed opgeleid personeel, zijn steden juist zeer aantrekkelijk voor kansarmen. De stad oefent een grote aantrekkingskracht uit op mensen afkomstig van de onderkant van de samenleving. De stad vervult al van oudsher de functie van schuilplaats en biedt bovendien anonimiteit, waarin men kan onderduiken. Echter, waar vroeger een stroom van het platteland naar de stad plaatsvond, voltrekt deze migratiebeweging zich tegenwoordig ook in een internationaal kader. De westerse wereld oefent met haar welvaart een grote aantrekkingskracht uit op mensen uit armere streken. Bij alle discussie over het toelaten van immigranten dienen wij te beseffen dat wij geen hek om Europa kunnen zetten. En ook niet om onze steden. Nederland kent een fenomenaal niveau van welvaart en welzijn. Dat is mede te danken aan het open karakter van onze maatschappij. De keerzijde daarvan is, dat mensen zich relatief makkelijk illegaal in ons land kunnen vestigen.

Behalve dat grote steden van oudsher mensen hebben aangetrokken, fungeerden zij ook als een soort sociale lift. Of een emancipatiemachine, zo u wilt. Mensen die naar de grote stad komen, omdat zij voor zich zelf en voor hun kinderen een beter perspectief zoeken dan zij verwachten in het gebied waar zij vandaan komen. Niet voor alle nieuwkomers geldt dat, maar wel voor een groot deel. De stad biedt mogelijkheden voor mensen die de ambitie hebben meer van hun leven te maken. En juist vanwege die liftfunctie zijn steden tot op de dag van vandaag centra van vernieuwing en ontwikkeling. We moeten ons wel goed realiseren dat dit een nooit eindigend proces is. Telkens komen er weer nieuwkomers. Velen zetten door en redden het uiteindelijk, sommigen niet. Wellicht is ook door die ambitie en dat doorzettingsvermogen de integratie voor een deel ondanks de overheid toch gelukt, zoals de Commissie Blok concludeerde. Veel nieuwkomers beschikken over vaardigheden en kennis, of zijn bereid deze te verwerven. Zij dragen bovendien bij aan een culturele verscheidenheid die positief kan uitwerken op de innovatieve kracht van een samenleving. Dit potentieel zou in veel sterkere mate benut kunnen worden, met name in de grote steden. De overheid, zowel de landelijke als de gemeentelijke, moet actief de training en scholing van deze mensen ondersteunen. Die investering zal zeker haar vruchten afwerpen. Bijvoorbeeld bij het uitbouwen van onze (digitale) infrastructuur, die sneller zou kunnen gaan indien er meer gekwalificeerde mensen zouden worden ingezet.

Geachte aanwezigen,

Het fenomeen 'sociale lift' brengt mij tot enkele opmerkingen over integratiebeleid.
Voor de positie van de nieuwkomers en hun kinderen is de inburgering met aandacht voor het leren van het Nederlands, alsmede het vertrouwd raken met onze samenleving en waarden en normen van groot belang. De gemeenten blijven daarbij de aangewezen instanties voor het voeren van de regie, die helaas nog altijd wordt bemoeilijkt door de vele regels en de ingewikkelde samenwerkingsrelaties met de bij het proces betrokken partners. Die rol is echter ook om een andere reden gewenst.

Een deel van de problemen bij de nieuwkomers is puur sociaal van aard, zoals we die altijd al zijn tegengekomen en nog tegenkomen bij andere groepen. Dan gaat het om (langdurige) werkloosheid, sociaal isolement, uitvallers in het onderwijs, jongeren die geen toekomst voor zich zien (probleemjongeren), dak- en thuislozen, verslaving, criminaliteit, huisvesting etc. Het gaat anders gezegd om vraagstukken die in de kern voor ons niet nieuw zijn. Voor de oplossing van die problemen, althans voor de vermindering ervan is als regel de lokale overheid aan zet. Dan is eenheid in regie nodig en is versterking ervan geboden. Hopelijk wordt dit het resultaat van het nu lopende overleg tussen steden en kabinet in het kader van het Grote Steden Beleid. De steden zullen hun functie van 'sociale lift' dan beter kunnen vervullen.

Geachte aanwezigen,

Zo even duidde ik op een aantal grote maatschappelijke vraagstukken. Die zullen aan de orde blijven in grote steden. Dat wil niet zeggen dat we daarom het maar rustig aan moeten doen op die punten van zorg. Ieder mens blijft tellen.

Vorming van menselijk kapitaal is voor de kennissamenleving van het allergrootste belang. Natuurlijk gaat daarbij de aandacht uit naar het hoger onderwijs. In Den Haag mogen we ons gelukkig prijzen met de krachtige ontwikkeling van de Haagse Hogeschool. Juist die ontwikkeling maakt vruchtbare samenwerking mogelijk met de universiteiten in Leiden en Delft. Deze aandacht mag het grote belang van het beroepsonderwijs niet doen vergeten. Juist in een kennisintensieve samenleving is dat beroepsonderwijs onmisbaar. Het zorgt voor een goed opgeleide beroepsbevolking, maar ook voor een middenkader, autochtoon en allochtoon. Het Mondriaan College heeft terecht gekozen voor verdere concentratie in Laak nabij de Haagse Hogeschool. In Den Haag vervullen deze onderwijsinstituten een belangrijke rol, ook wanneer het gaat om integratie van bevolkingsgroepen in die samenleving.

Hiermee is niet alles gezegd over het onderwijs. Het verschrikkelijke incident op het Terracollege maakt duidelijk dat ondanks alle inspanningen door de docenten in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs zij te veel aan hun lot zijn overgelaten. De grote problemen in de samenleving doen zich meer dan vroeger direct gevoelen in de scholen zelf. Juist scholen in steden worden daarmee geconfronteerd. De kern van het probleem is dat jongeren geen aantrekkelijke toekomst voor zich zien. Dit is een vraagstuk van de samenleving en niet van de school. Nodig zal zijn dat al die activiteiten die op de een of andere manier worden ondernomen t.b.v. jongeren met problemen, meer en doelgerichter met elkaar in samenhang worden gebracht. Want we moeten ons wel bedenken dat veel particuliere instellingen, bedrijven en overheidsinstanties - ieder voor zich - met de beste bedoelingen actief zijn. Maar helaas, met het koesteren van goede bedoelingen helpen wij de samenleving niet en de jongeren nog minder indien al die activiteiten van instellingen, bedrijven en overheden als los zand aan elkaar hangen. Slagkracht is hier nodig en maatwerk. Dat vereist één regie waarin betrokkenheid, bereidheid tot samenwerking en deskundigheid trefwoorden zijn. Mij dunkt dat die regierol de lokale bestuurders op het lijf is geschreven.

Begrijp mij goed, ik zeg niet dat alles van de kant van de gemeentebesturen moet worden verwacht. Integendeel! Bij dit vraagstuk mag niemand aan de kant blijven staan om te bezien hoe de gemeenten het er vanaf brengen. Alle betrokken overheden, instellingen en bedrijven dienen de handen ineen te slaan. Alleen dan zullen we in staat zijn de jongeren waar nodig stevig te begeleiden, opdat ook zij de weg kunnen banen naar een aantrekkelijke toekomst. Het gaat hier om een krachtsinspanning die toch werkelijk de moeite waard is. Het gaat immers èn om het perspectief van de jongeren èn daarmee om het perspectief van onze gehele samenleving.

Wanneer het trouwens gaat om de regierol van het lokale bestuur dan hebben departementen nog een leerweg te gaan. Hoe zeer dingen met elkaar samenhangen moge blijken uit het volgende voorbeeld. De onveiligheid in onze samenleving staat hoog op de agenda. Het aanpakken van de onveiligheid vergt een brede aanpak die verder gaat dan het intensiveren van het werk van politie en justitie. Daardoor hebben b.v. begrippen als doorstromers en veelplegers algemene bekendheid verkregen. Ook hierbij zijn veel instanties betrokken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat op departementsniveau de regie gelegd is bij de lokale overheid. Alleen zo kan enig succes worden behaald. Daarom is er in Den Haag , zoals ook elders, met veel elan een nauw samenwerkingsverband tussen de desbetreffende instanties gemaakt. De hardnekkigheid waarmee dan in het kabinet wordt vastgehouden aan een discussie over de wenselijkheid van een nationalisatie van ons politiebestel doet onvermijdelijk wonderlijk aan. De ene hand weet niet wat de andere doet. De zo even vermelde leerweg zou ook nog wel eens een lange kunnen zijn! Overigens voor goed begrip, er zijn andere belangrijke redenen om niet aan ons politiebestel te sleutelen.

Geachte aanwezigen,

Juist in grote steden moeten we erop alert zijn dat mensen niet in een isolement komen te verkeren. Daar zijn twee dingen voor nodig: mensen moeten werk hebben en wij moeten oog hebben voor elkaar. Het eerste zal altijd zo iets vergen als gesubsidieerde arbeid. En oog hebben voor elkaar betekent solidariteit. Misschien hangen deze twee begrippen wel samen. De vraag komt op in hoeverre in de afgelopen decennia de voortdurende nadruk in het beleid van de rijksoverheid op eigen verantwoordelijkheid en initiatief het besef van de noodzaak van solidariteit niet heeft doen inboeten. Vanzelfsprekend dienen steden ieder passend en goed onderwijs te bieden. Steden moeten hun inwoners alle mogelijkheden bieden zich te ontwikkelen en zich zelfredzaam te maken. Mensen die, om wat voor reden ook, tussen wal en schip dreigen te vallen, moeten we echter wel opvangen. Er moeten altijd vangnetten blijven bestaan. Hoe het ook zij, het vangnet van de zorgplicht van gemeenten en steden blijft, althans zolang dit financieel mogelijk blijft worden gemaakt.

Geachte aanwezigen,

Ik heb tal van belangrijke zaken laten rusten: de verstedelijking in de komende dertig jaar in de Randstad, de kwaliteit van de woonmilieus, het fenomeen van de stadseconomie, de noodzaak van sterke regio's zonder welke de centrumsteden in problemen zullen komen, het grote belang van een divers hoogwaardig aanbod van culturele voorzieningen. Ik weet echter zeker dat de regeringsnota Ruimte ons nog veel gelegenheid zal bieden om in diverse etablissementen ook daarover van gedachte te wisselen!

Als de grote steden in de Randstad in de toekomst binnen Europa ertoe willen doen, dan zullen ze nog meer dan nu het geval is de handen ineen moeten slaan. De G4 moeten samen de kar trekken, om met planoloog Willem Salet te spreken. De bereikbaarheid van de subregio's is voorts van cruciaal belang voor het daadwerkelijk functioneren van de Randstad als geheel, zeker als het om de economie gaat. Maar net als in het verenigde Europa moeten wij ook hier niet vergeten om wie het uiteindelijk allemaal draait: de inwoners van de Randstad. Investeren in de Randstad is bovenal investeren in mensen. Zij zijn het menselijk kapitaal voor de kennissamenleving van morgen. Zij zijn de mensen die, ieder op zijn eigen plek, de Randstad zullen moeten 'runnen'. Een actief integratiebeleid en daadwerkelijke solidariteit met mensen aan de onderkant van de samenleving moet ervoor zorgen dat de sociale balans op orde blijft en grote steden hun traditionele functie als sociale lift goed kunnen vervullen. Juist daarom moeten gemeenten met verve de regierol in deze op zich nemen en juist daarom moet de decentralisering op dit gebied versneld worden doorgevoerd.

Dames en heren,

Ik ben mijn verhaal over de toekomst van de grote stad begonnen vanuit een Europees perspectief, en langzaam afgedaald, als een ooievaar zo u wilt, tot midden in de stad. Daarbij leek het misschien alsof ik meer en meer problemen aansneed, na het optimistische begin over de kansen en mogelijkheden van Den Haag als onderdeel van de toekomstige Deltametropool. Van veraf ziet alles er nu eenmaal vaak wat rooskleuriger uit. Pessimistisch ben ik zeker niet gestemd, maar de realiteit dwingt ons telkens tot nuchter realisme. Misschien had u soms het idee alsof alles nog moet beginnen. Dat is zeker niet zo. Dagelijks werken ontelbare mensen, rijks-en gemeenteambtenaren, ondernemers en burgers aan deze stad, voor deze stad, voor deze regio. Er wordt door vele met enthousiasme gesjouwd en geploeterd. Dat is maar goed ook. De stad is immers nimmer af!

12 feb 04 19:00