Universiteit van Tilburg

De dagelijkse praktijk van het Vrouwenkorps KNIL

Promotie psychologe Sophia Kruyswijk-Van Thiel

De vrouwen die dienst namen in het Vrouwenkorps van de KNIL, hebben onbewust een bijdrage geleverd aan de emancipatie en aan de integratie van vrouwen in de krijgsmacht. Dat schrijft Sophia Kruyswijk-van Thiel in haar proefschrift waarop zij vrijdag 13 februari promoveert.

Op 5 maart 1944 werd het Vrouwenkorps als onderdeel van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger opgericht. Deze oprichting was geïnitieerd door de Indische regering in Australië. Het was daarmee het eerste officiële militaire vrouwenkorps van het Koninkrijk der Nederlanden. Voor het eerst en voor het laatst traden vrouwen toe tot de KNIL. Het korps heeft altijd onder vrouwelijk commando gestaan. In haar proefschrift beschrijft Sophia Kruyswijk-van Thiel, die zelf dienst heeft genomen in het VK-KNIL, een groot aantal onderwerpen die betrekking hebben op vrouwen binnen de krijgsmacht. Ze gaat in op de verschillende opvattingen die er bestonden over vrouwen die zich op de oorlogsterreinen waagden en hoe hun oorlogspraktijk eruit zag. Ook bespreekt ze de effecten van gender in oorlogstijd, tijdens en na de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Kruyswijk-van Thiel constateert daar al de eerste trekken van emancipatie van de vrouw, die uiteindelijk heeft geleid tot een volledige integratie van vrouwen in de krijgsmacht. Ook besteedt de promovenda veel aandacht aan naast de geschiedenis van Indonesië het ontstaan van militaire vrouwenkorpsen en van het Vrouwenkorps van de KNIL. Daarvoor maakte Kruyswijk gebruik van militaire archieven. Hieruit blijkt dat de eerste rekruten zich spontaan aanmeldden uit alle werelddelen buiten het bezette Europa, vooral uit de VS, Canada, Curaçao, Suriname, Mexico, Brazilië, Argentinië en Cuba. Meestal waren zij afkomstig van welgestelde koloniale families van Nederlandse of gemengde afkomst. Verrichten zij in eerste instantie uitsluitend hulptaken, na 1946 krijgt het korps een duidelijke militaire missie.
Uit interviews die Kruyswijk heeft afgenomen van voormalige VK-sters blijkt dat deze vrouwen de (vrijwillige) indiensttreding als een zeer belangrijke gebeurtenis in hun leven hebben ervaren. Dat bepaalde voor een groot deel hun identiteit. De motivatie voor hun keuze speelde daarbij een grote rol: deze vrouwen namen vooral dienst vanwege een bijzondere betrokkenheid bij het voormalige Nederlands-Indië, door geboorte en familiebanden, en niet zozeer door een zucht naar avontuur. Over het algemeen werden de VK-sters redelijk tot goed geaccepteerd in militaire en burgerkringen in voormalig Nederlands-Indië, en deden ze weinig vervelende ervaringen op.

Drs. Sophia Kruyswijk-van Thiel (Amsterdam, 1927) nam na de HBS en na een aantal jaren werkzaam te zijn geweest als secretaresse bij een handelsfirma dienst in het Vrouwenkorps KNIL. In februari 1948 vertrok ze voor twee jaar naar voormalig Nederlands-Indië. Na haar terugkeer ging ze opnieuw werken in het bedrijfsleven. In 1969 begon ze met een studie psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Na haar afstuderen werkte ze als psychotherapeut. Tien jaar geleden startte ze met haar promotie-onderzoek.

Noot voor de pers

De promotieplechtigheid vindt plaats op vrijdag 13 februari 2004, om 14.15 uur in de aula van de Universiteit van Tilburg. Promotoren zijn prof.dr. A. de Ruijter en prof.dr. J.M.L.M. Soeters. Het proefschrift is getiteld Vrouwenkorps-KNIL van het voormalig Koninklijk Nederlands-Indisch Leger 1943-1950. Journalisten kunnen een exemplaar van het proefschrift opvragen bij de Afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen van de UvT, tel. 013 4662000, e-mail: M.M.C.Hanssen@uvt.nl. Sophia Kruyswijk-van Thiel is bereikbaar via tel. 050 3094226 en e-mail: e.d.kruyswijk@zonnet.nl

Tilburg, 5 februari 2004
Laatst gewijzigd: donderdag 05 februari 2004 bullet Meer zoekmogelijkheden
bullet Wetenschap en onderzoek

Zie ook
bullet Netspar
bullet Speech Spinozawinnaar Bovenberg

Contact
E-mail: M.M.C.Hanssen