---
Brieven aan de Kamer
---
Nederlandse bijdrage aan SFIR Irak
13-2-2004 15:27:00
In de stand van zaken brief van 23 januari jongstleden (kenmerk 23
432, nr. 146) over de ontwikkelingen in Irak en de Nederlandse
militaire deelneming aan de stabilisatiemacht in Irak, werd melding
gemaakt van een verzoek van de Nederlandse detachementscommandant om
extra ondersteunend personeel voor de opleiding en training van de
Iraakse veiligheidsorganisaties in Al Muthanna. Tevens werd in deze
brief verwezen naar het verzoek van de commandant de mogelijkheden te
onderzoeken voor extra middelen met het oog op optreden tegen
opstootjes, demonstraties en plunderingen en de grotere drukte op de
wegen de komende periode. In deze brief informeer ik u, mede namens de
minister van Buitenlandse Zaken, hoe aan deze verzoeken gevolg wordt
gegeven.
De opbouw van Iraakse veiligheidsorganisaties (´security sector
reform´- SSR) is een prioriteit in de aanloop naar de
soevereiniteitsoverdracht aan de Iraakse overgangsregering.
Overeenkomstig het SSR-programma worden verscheidene Iraakse
veiligheidsorganisaties opgericht. Het Verenigd Koninkrijk coördineert
het SSR-programma voor het zuiden van Irak; het Nederlandse
detachement is belast met de opbouw van de Iraakse capaciteit in Al
Muthanna. De eerste opleidingen zijn voltooid waardoor naast het
opleiden van personeel meer aandacht nodig is voor het begeleiden
(´mentoring´) en het toezien op de Iraakse veiligheidsorganisaties
(´monitoring´).
Zoals vermeld in de brief van 23 januari worden 31 militairen naar
Irak uitgezonden ten behoeve van de opleiding van het ´Iraqi Civil
Defence Corps´ (ICDC), de bemanning voor de bataljonsstaf van het ICDC
en de bemanning van het `Provincial Joint Coordination Center´ (PJCC).
Voor de opleiding van de verschillende politie-eenheden worden 41
instructeurs naar Irak uitgezonden. De instructeurs worden in de
komende twee maanden in het gebied actief. De inzet is voor een
periode van maximaal vier maanden.
Op verzoek van de Nederlandse detachementscommandant zijn de
mogelijkheden onderzocht extra middelen in te zetten die gebruikt
kunnen worden bij eventuele demonstraties en bij onrust die mogelijk
ontstaat door de drukte op de wegen in Al Muthanna door de rotatie van
de Amerikaanse troepen en het besluit van de VS om de Amerikaanse
militaire politie-eenheden voor konvooibegeleiding te verminderen. Aan
dit verzoek wordt gevolg gegeven door op korte termijn een peloton
militairen van de Koninklijke landmacht uit te zenden voor ´crowd and
riot control´ taken gericht op zelfbescherming en de vrijheid van
handelen. Deze eenheid kan ook worden ingezet ter ondersteuning van
het SSR-programma.
Door de uitbreiding met 108 militairen groeit de totale Nederlandse
bijdrage aan SFIR tot ongeveer 1260 mannen en vrouwen.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
Ministerie van Defensie