Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
DN. 2004/404
datum
16-02-2004

onderwerp
Antwoorden op vragen van de leden Ormel en Schreijer-Pierik (CDA) over roekenoverlast
TRC 2004/677

bijlagen

Geachte Voorzitter,

In antwoord op de vragen van de leden Ormel en Schreijer-Pierik (beiden CDA) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over mogelijke overlast door roeken in de Achterhoek bericht ik u als volgt.

datum
16-02-2004

kenmerk
DN. 2004/404

bijlage

1
Hebt u kennisgenomen van de overlast die roeken veroorzaken in diverse gemeentes van de Achterhoek, zoals Wisch en Neede?1

Het probleem van in de bebouwde kom overlast veroorzakende roeken was en is mij bekend.

2
Wat is uw mening over de overlast die roekenkolonies in de bebouwde kom veroorzaken?

Ik ben van mening dat in het geval van ernstige overlast adequate maatregelen moeten worden genomen.

3
Bent u bekend met de enorme lawaaioverlast, verontreiniging van trottoirs met uitwerpselen en gevoelens van onbehagen die een roekenkolonie in de bebouwde kom kan geven?

Zie antwoord vraag 1.

4
Wat is uw mening over de risico's van deze roeken voor de volksgezondheid?

In artikel 68 van de Flora- en faunawet is het belang van de volksgezondheid opgenomen als titel op grond waarvan gedeputeerde staten ontheffing kunnen verlenen. Vraag is echter of lawaaioverlast, verontreiniging van trottoirs met uitwerpselen van roeken en gevoelens van onbehagen een serieus volksgezondheidsprobleem vormen. Daar wordt verschillend over gedacht en eenduidige jurisprudentie is niet voorhanden. Het belang van de volksgezondheid lijkt daarom niet de meest voor de hand liggende titel op grond waarvan ontheffing kan worden verleend om roekenkolonies uit de bebouwde kom te verwijderen.

5
Waarom mogen roeken wel uit het buitengebied verjaagd worden en niet uit de bebouwde kom?

Ook in het buitengebied mogen roeken niet zonder meer worden verjaagd. Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen, bijvoorbeeld ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, of provinciale staten kunnen voor datzelfde belang een vrijstelling verlenen.

6
Wat is uw mening over het roekenbeschermingsplan voor de Oude IJsselstreek?

Ik vind het een goed initiatief.

7
Hoe gaan andere lidstaten van de Europese Unie om met dit probleem?

Het roekenprobleem is een lokaal Nederlands probleem. Mij zijn geen gevallen in andere lidstaten bekend die in de Nederlandse situatie tot voorbeeld kunnen strekken.
In Duitsland is de roek lange tijd een bejaagbare soort geweest en daardoor op de rode lijst gekomen. Sinds de soort ook daar beschermd is, beginnen zich ook in Duitsland, in het grensgebied met Nederland soortgelijke problemen voor te doen als in het oosten van Nederland.

8
Wilt u zich inzetten om nog vóór het broedseizoen een oplossing voor het roekenprobleem in de bebouwde kom te zoeken, die recht doet aan de bescherming van de roek en aan de bescherming van de bevolking tegen overmatige overlast door de roek? Zo neen, waarom niet?

Ik ben voornemens om in de nieuwe algemene maatregel van bestuur ex artikel 75 van de Flora- en faunawet ook het belang van belangrijke overlast op te nemen als titel op grond waarvan ontheffing kan worden verleend. Ik ben van mening dat de Vogelrichtlijn voor de roek en andere soorten van bijlage II van de richtlijn daarvoor buiten het broedseizoen de mogelijkheden biedt. Ik ben in afwachting van het advies van de Raad van State over de nieuwe algemene maatregel van bestuur.

Vooruitlopend daarop ben ik positief over initiatieven die erop gericht zijn om meer kennis op te doen van de mogelijkheden om overlast van roeken te bestrijden of te voorkomen op een wijze die aansluit bij de Europese regelgeving. Er is nog weinig ervaring met het verwijderen van roekenkolonies in combinatie met een deugdelijk roekenbeschermingsplan. Ik kan voor dergelijk onderzoek ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet verlenen. Ook het Faunafonds laat onderzoek doen naar de mogelijkheden om roekenoverlast te verminderen.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

1 De Gelderlander, 5 februari jl.

PDF-versie van de brief

Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel
Antwoorden op vragen van de leden Ormel en Schreijer-Pierik (CDA) over roekenoverlast (PDF-formaat, 34 kB)


---