Ministerie van Economische Zaken

Berichtnaam: Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de ministers van Economische Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de toegestane prijsverhogingen van UPC (Ingezonden 2 februari 2004)
Nummer: 471

Datum: 18-02-2004


Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de ministers van Economische Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de toegestane prijsverhogingen van UPC. (Ingezonden 2 februari 2004)


De Minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst, heeft deze vragen mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als volgt beantwoord.


1. Hebt u kennisgenomen van de uitspraak van de rechter in Amsterdam dat UPC in Wageningen haar prijzen mag verhogen?


In heb kennisgenomen van de uitspraak waarin de rechtbank Amsterdam, in een bodemprocedure tussen de gemeente Wageningen en UPC, uitspraak heeft gedaan over de contractsbepalingen in de overeenkomst tussen beide partijen.


2. Betekent dit dat UPC in al haar afzetgemeenten haar prijzen mag verhogen?


De contractsbepalingen die de gemeente zeggenschap geven over de samenstelling van het aanbod en mogelijkheden tot beperking van de tarieven zijn door de rechter nietig verklaard. De Grondwet, zo stelt de rechtbank, eist in artikel 7 een specifieke grondslag in een wet in formele zin voor iedere vorm van regulering door de overheid van radio en televisie. Deze specifieke wetsbepaling ontbreekt.


Deze uitspraak betekent vooralsnog dat gemeenten niet langer een beroep kunnen doen op deze of soortgelijke contractuele bepalingen. Tegen deze uitspraak kan beroep worden aangetekend.


3. Bent u van mening dat consumenten door de monopoliepositie van deze bedrijven gedupeerd worden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?


Misbruik van economische machtspositie is op grond van de Mededingingswet verboden, daar verandert de rechtelijke uitspraak niets aan. De NMa ziet toe op de naleving van dit verbod. De NMa is momenteel bezig de redelijkheid van de tariefstijgingen te beoordelen. Verder is de OPTA met de marktanalyse van de markt voor distributie van omroepprogrammas begonnen. Indien die analyse daar aanleiding toe geeft kan de OPTA aan de kabelexploitanten verplichtingen opleggen. Het nieuwe stelsel biedt onder meer mogelijkheden om handelend op te treden ten aanzien van de consumententarieven. Zoals ik u al eerder heb gemeld in antwoord op kamervragen (TK 2003-2004, nr. 676), acht ik het van belang zo spoedig mogelijk over de resultaten van de onderzoeken van de NMa en de OPTA te kunnen beschikken.


4. Wanneer verwacht u de resultaten van het onderzoek naar de tariefverhogingen die de NMa, de Opta en het Commissariaat voor de Media momenteel uitvoeren?


De NMa heeft naar aanleiding van klachten de tarieven van Casema voor de jaren 2000, 2001 en 2002 onderzocht en in juni 2003 geconstateerd dat de tarieven van Casema voor die jaren niet excessief waren. Naar aanleiding van de tariefsverhogingen van UPC en Casema in 2003 en 2004 doet de NMa een vooronderzoek om tot een (eerste) beoordeling te komen van de tarieven. Daartoe heeft zij onder andere tweemaal schriftelijke vragen aan UPC gesteld. Indien het vooronderzoek daar aanleiding toe geeft, dan volgt een diepgaand onderzoek. Een mogelijk diepgaand onderzoek naar misbruik van een machtspositie (excessieve tarieven) is omvangrijk en complex en zal daarom al snel een doorlooptijd van een jaar kennen.
De OPTA heeft op basis van het zogenaamde kabelwetje per 4 februari 2004 de bevoegdheid om de marktanalyse te starten en is deze ook gestart. Het uitvoeren van deze marktanalyse en het uitwerken van eventuele maatregelen - zoals gezegd: indien OPTA op basis van ONP daartoe aanleiding ziet - zal naar verwachting van OPTA ruim een jaar in beslag nemen.
Als onderdeel van de jaarlijkse Monitor Mediaconcentraties doet het Commissariaat voor de Media onderzoek naar tariefsontwikkelingen in geheel Nederland. Resultaten van dit deel van het onderzoek worden in maart 2004 verwacht.


5. Bent u bereid met behulp van een algemene maatregel van bestuur, zoals omschreven in artikel 82j van de Mediawet, een maximumtarief voor de kabelexploitanten op te leggen? Zo ja, per wanneer? Zo neen, waarom niet?


Zoals gezegd zal uit de marktanalyse van OPTA blijken of OPTA bevoegd is tot prijstoezicht en of maatregelen in het kader van dit prijstoezicht te rechtvaardigen zijn.


Deze maatregelen kunnen echter enkel betrekking hebben op het transportdeel van de kabelkosten. Om ook het inhoudsdeel van de kabelkosten aan prijstoezicht te kunnen onderwerpen, is ter aanvulling een maatregel op grond van artikel 82j van de Mediawet noodzakelijk. Dat artikel biedt de mogelijkheid om bij AMvB een prijsmaatregel te treffen die betrekking heeft op het zogenoemde basispakket. Het kabinet acht het gewenst om een dergelijke AMvB te kunnen inzetten indien daar behoefte aan mocht zijn. Parallel aan de marktanalyse van OPTA zal het kabinet daarom de voorbereidingen voor de hier bedoelde AMvB treffen. Het opstellen daarvan zal naar verwachting ruim een jaar vergen, omdat dit in overeenstemming met het ONP-regime dient te geschieden. Tevens zal daarbij worden nagegaan of en zo ja, hoe een amvb kan bijdragen aan prijstoezicht, indien de nieuwe Europese ONP-regels niet leiden tot prijstoezicht door OPTA.


6. Kunt u mededelen welke eventueel verdere mogelijkheden bestaan om eenzijdige tariefverhogingen door kabelexploitanten tegen te gaan?


Als kabeltarieven niet onredelijk zijn, gelet op de onderliggende kosten plus een redelijk rendement, is overheidsingrijpen op grond van de mededingingswetgeving niet mogelijk en wenselijk. Uit de marktanalyse van OPTA zal blijken of OPTA bevoegd is tot prijstoezicht en of maatregelen in het kader van dat prijstoezicht te rechtvaardigen zijn. Parallel aan het onderzoek van de NMa en de marktanalyse van OPTA zal het kabinet een prijsmaatregel voorbereiden als bedoeld in het antwoord op vraag 5.