MONUMENTENZORG

Embargo tot 19 februari 11.00 uur

Geheel nieuwe aanpak van monumentenzorg voor Industrieel Erfgoed Enka Ede

Nazaat van de heer Hartogs, oprichter van Enka Ede in 1922 komt met lang onbekend gebleven geheim van de fabriek

Hoe kan een cultuurhistorisch waardevol complex een inspiratiebron zijn? Hoe kan monumentenzorg meer zijn dan het bewaren van monumenten? Die vragen staan centraal bij de herontwikkeling van het immense industriële complex van Enka te Ede (40 hectare waarvan 12 hectare gebouwen).

De Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ), gemeente Ede en de ontwikkelaar Grondbank Bennekomseweg Ede CV (Grondbank) hebben gekozen voor behoud door ontwikkeling.

Een begrip dat veelbelovend is en in Ede wordt toegepast. Een spannend proces dat veel durf, doorzettingvermogen en creativiteit vergt van ontwikkelaar en monumentenzorgers. Doel is om snel tot uitgewerkte plannen te komen; hoe sneller de plannen er liggen hoe groter de kans dat zoveel mogelijk cultuurhistorie terugkomt in het complex.

Op 19 februari 2004 zullen bestuurders van de gemeente Ede, de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en ontwikkelaar Grondbank Bennekomseweg Ede CV een convenant ondertekenen. Zo'n convenant is baanbrekend en regelt afspraken tussen monumentencommissie van Ede en de ontwikkelaar Grondbank (een samenwerking tussen AM en Fortis Vastgoed).

De klus die nu door alle betrokkenen gestart gaat worden kan voor Nederlandse begrippen uniek genoemd worden.

Bij de ondertekening zal een nazaat van de scheikundige J.C. Hartogs aanwezig zijn. Deze zal de ondertekening luister bijzetten en bovendien met een nieuwe kijk op de geschiedenis en de toekomst van het industriële complex komen.

Uiteindelijk denken partijen circa twee jaar nodig te hebben om te komen tot het uitwerken van onder meer een stedenbouwkundig plan. In dat plan zal duidelijk moeten worden welke gebouwen precies behouden en herbestemd zullen worden. Ook zal met het doorlopen van dat proces duidelijk worden op welke wijze in de nieuw te ontwikkelen gebouwen cultuurhistorie herkenbaar zal zijn. Er kan in het meeste extreme geval gekozen worden voor sloop van gebouwen (die nu nog beschermd zijn) met als winst het in de nieuwbouw terug laten keren van markante elementen.

Omdat deze aanpak zo nieuw is, is het voor alle betrokkenen ook een spannend proces dat veel creativiteit en doorzettingsvermogen zal vragen. Tegelijk is, vanwege de grote investeringen die gedaan zijn en het gevaar van verval, het van belang om dit proces in korte tijd te doorlopen. Daar hebben de partijen vertrouwen in gezien de ervaringen die in 2003 zijn opgedaan met elkaar in een werkgroep.

Deze werkgroep stond onder leiding van BOEi (De Nationale Maatschappij tot Behoud, Ontwikkeling en Exploitatie van Industrieel Erfgoed). De ad hoc samenwerking heeft geleid tot een gedragen advies over de gebouwen die behouden moeten blijven of gesloopt kunnen worden. De komende tijd moet, onder de vleugels van het convenant, duidelijk worden hoe met de overige gebouwen omgegaan wordt.

========================================

Agenda:

Donderdag 19 februari 10.00 tot 11.00 uur:


1. Ontvangst door een nazaat van de oprichter van Enka Ede van de genodigden en pers in het poortgebouw.


2. Korte toelichting op het belang van het convenant door achteréénvolgens:
Prof drs A. Asselbergs, directeur Rijkdienst voor de Monumentenzorg Ir. C. Jagtman, directeur AM Wonen Midden-Oost
R. Spiegelenberg, wethouder gemeente Ede


3. ondertekening


4. gelegenheid tot vragen stellen