Den Haag, 19 februari 2004
Vragen van het lid Klaas de Vries (PvdA) aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
* Bent u op de hoogte van de omstandigheid dat de heer X op 13 mei 2003 bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst een terugkeergesprek heeft gehad met als doel dat hij (op vrijwillige basis) zou terugkeren naar zijn land van herkomst?
* Klopt het dat de heer X zich tot de Eritrese, Ethiopische en Sudanese ambassades heeft gewend met het verzoek om een laissez-passer te verkrijgen om terug te kunnen keren naar zijn land van herkomst? Zo ja, kunt u aangeven waarom de heer X geen laissez-passer heeft verkregen?
* Hoe kan de heer X documenten verkrijgen waaruit zijn identiteit en nationaliteit blijken, zodat de Eritrese ambassade aan hem een laissez-passer kan verstrekken? Is in dit verband van belang dat de heer X geboren is uit Eritrese ouders in een vluchtelingenkamp in Sudan, dus buiten het grondgebied van Eritrea? Is hierbij tevens van belang dat de heer X nimmer in Eritrea heeft gewoond en dat er geen familieleden wonen in Eritrea?
* Ziet u aanleiding om de heer X toe te laten, omdat hij buiten zijn schuld Nederland niet kan verlaten? Zo neen, waarom niet?
* Kunt u - zo nodig vertrouwelijk - aangeven waarom u het relaas van de heer X niet heeft aangemerkt als een schrijnend geval in de zin van de '14-1'-procedure?
IND dossiernummer: 9403.08.0355
---
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.
Partij van de Arbeid