Ministerie van Justitie

Persbericht

Veelplegers in kaart gebracht
19 februari 2004

Een harde kern van 6.000 zeer hoog frequente veelplegers is goed voor zo'n 10% van alle strafzaken. Zij zijn meer dan 10 keer in 5 jaar tijd met justitie in aanraking geweest, veelal voor vermogensdelicten (75 %). Dat blijkt uit het onderzoek 'Bekenden van Justitie' van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie dat vanmiddag in Amsterdam tijdens een congres over veelplegers is gepresenteerd. Het WODC-onderzoek onderscheidt daarnaast een groep hoogfrequente veelplegers van ruim 19.000. Deze groep is verantwoordelijk voor 12% van de strafzaken. Daarnaast maakt het onderzoek melding van 33.000 laagfrequente veelplegers. Dit zijn alle delinquenten die in de onderzoeksperiode van vijf jaar 3 of 4 keer met justitie in aanraking zijn gekomen.

Vooral de harde kern van 6000 zeer actieve veelplegers zorgt voor veel overlast en voor gevoelens van onveiligheid op straat. Het Kabinet kondigde in de nota 'Naar een veiliger samenleving' al aan een reductie van de criminaliteit en overlast te weeg te willen brengen van uiteindelijk 20% tot 25%. De intensieve aanpak van de harde kern veelplegers is hier onderdeel van. Ook het Veiligheidsprogramma rekende met een groep van zo'n 6000 zeer actieve veelplegers. Dat getal was toen gebaseerd op politiegegevens en kwam uit het Herkenningsdienst Systeem (HKS). Het WODC-rapport vormt hierop een aanvulling. Het is een meerjarig onderzoek en heeft betrekking op justitiegegevens: daders die bij justitie bekend zijn.

Persoonsgerichte aanpak
De hoofdlijnen van het veelplegersbeleid zijn uiteengezet in de beleidsbrief 'Naar een veiliger samenleving'. Onderdeel van het veelplegersbeleid is de persoonsgerichte aanpak. Dat betekent informatie-uitwisseling en de inzet van diagnose-instrumenten waarmee het totale criminele verleden en gedragspatroon van de veelpleger in kaart wordt gebracht. De persoonskenmerken en het criminele verleden bepalen de sanctie en de wijze van tenuitvoerlegging. Uit ervaringen in het buitenland, Canada en Engeland, blijkt dat de persoonsgericht aanpak werkt.

Bij de veelplegersaanpak hoort ook het voor langere tijd insluiten van veelplegers, waar mogelijk in combinatie met behandeling of reintegratietrajecten. Vorig jaar stuurde minister Donner hiertoe het wetsvoorstel ISD (plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders), dat een langere vrijheidsbeneming voor veelplegers - maximaal twee jaar - mogelijk maakt naar de Kamer. Het wetsvoorstel is inmiddels aangenomen door de Tweede Kamer. Voor de uitvoering van het wetsvoorstel worden 1000 plaatsen extra gecreëerd. Daarvan zijn 144 zogenaamde SOV-plaatsen, bestemd voor de verslaafde veelplegers. Deze SOV-plaatsen komen bovenop de al bestaande 291 SOV-plaatsen. Daarnaast worden veelplegers ook geplaatst in de zogenoemde reguliere cellen.

Vermogensdelicten
Het WODC-onderzoek omvat een periode van 5 jaar, van 1997 tot en met 2001. Dit levert een groep op van ruim 626 duizend daders met in totaal meer dan één miljoen strafzaken die met een sanctie zijn afgedaan. Uit het onderzoek blijkt dat veelplegers aanzienlijk jonger zijn dan incidentele daders wanneer zij hun eerste delict plegen. Verder zijn zij in verhouding vaker geboren buiten Nederland en plegen zij meer vermogensdelicten. Zij krijgen vaak een vrijheidsstraf opgelegd, die wel gemiddeld kort duurt. Iets minder vaak krijgen zij taakstraffen en boetes.

WODC-Recidivemonitor
De gegevens voor dit onderzoek haalt het WODC uit de WODC-Recidivemonitor. Dit is een langlopende monitor waarin gestandaardiseerde metingen worden verricht onder verschillende groepen justitiabelen. Hierdoor kan een beeld worden verkregen van de effecten van strafrechtelijke interventies en het verloop van criminele carrières. De gegevens die het WODC ter beschikking krijgt voor wetenschappelijk onderzoek, zijn volledig geanonimiseerd.

Het rapport Bekenden van Justitie - Een verkennend onderzoek naar de 'veelplegers' in de populatie van vervolgde daders van B.S.J. Wartna en N. Tollenaar staat op www.wodc.nl