EERSTE KAMER

Interpellatievragen EK-lid Platvoet (Groenlinks)

In vervolg op eerdere berichtgeving hierover, onderstaand de Interpellatievragen van het EK-lid Platvoet (Groenlinks) inzake de open brief van Prins Bernhard.


1. Is het waar, dat de minister-president tevoren op de hoogte is
gesteld door prins Bernhard van diens voornemen om een open brief te schrijven?


2. Was de minister-president op de hoogte van de inhoud van deze open
brief voordat deze in de Volkskrant werd gepubliceerd?


3. Was de minister-president het eens met de actie van de prins om deze open brief te publiceren? Zo ja, waarom?


4. Indien dit het geval is, wat is dan de reden geweest voor de minister-president om af te wijken van de gedragslijn van zijn voorgangers, die uitgingen van het adagium, zoals de prins dat zelf in zijn brief omschrijft: ' niet reageren op verhalen met een onjuiste strekking gold algemeen voor premiers als wijs beleid'?


5. Deelt de minister-president de opvatting, dat het publiceren van
deze open brief het openbaar belang raakt en dat derhalve de ministeriële
verantwoordelijkheid geldt? Zo nee, waarom niet?


6. Staat de minister-president, indien volgens hem de ministeriële
verantwoordelijkheid geldt, achter de inhoud van de brief?


7. Hoe beoordeelt de minister-president de inhoud van de brief, ongeacht het antwoord op de vraag of de ministeriële verantwoordelijkheid geldt, in het licht van zijn verantwoordelijkheid om de positie van het koninklijk huis te beschermen?


8. Vindt de minister-president het verstandig van de prins om als
onderzoeker, die de beweringen in zijn brief moet onderbouwen, een oud-hoofddirecteur van de RVD aan te zoeken, die tevens een goede persoonlijke vriend van de prins is? Bevordert dat naar zijn mening de
objectiviteit - en dus de geloofwaardigheid - van dit onderzoek?


9. Hoe beoordeelt de minister-president de publiciteit die na publicatie ontstond, waarin de inhoud en het waarheidsgehalte van de brief worden bestreden, waardoor elke affaire nieuw leven wordt ingeblazen en dus het tegendeel wordt bereikt van wat de prins met zijn brief beoogde?


10. Zou het niet in de rede liggen, nu het verleden van prins Bernhard, zoals weer blijkt, keer op keer voedsel geeft voor allerlei beweringen, dat de regering een onafhankelijke wetenschapper aan het werk zet die onbevooroordeeld en zonder last van persoonlijke loyaliteit een diepgaand onderzoek instelt naar alle beweringen, zodat er een meer maatschappelijk en politiek gedeelde opvatting kan komen over dit verleden?


11. Is de minister-president het eens met de opvatting van Prins Bernhard, zoals geuit in de open brief, dat wat hem betreft het rapport inzake de Hofmans-affaire 'morgen' openbaar gemaakt kan worden en is de minister-president bereid deze hartewens te effectueren?

Voorlichting en Externe Betrekkingen
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Tel: 070-3129355

19 feb 04 14:43