Partij van de Arbeid


Den Haag, 19 februari 2004


Bijdrage Jan Boelhouwer (PvdA) aan het Algemeen Overleg over Voortgangsrapportage Zandmaas en Grensmaas


Het is de bedoeling dat de Maaswerken na voltooien een vervolg krijgen: als onderdeel van het programma Ruimte voor de Rivier zal de komende jaren gewerkt gaan worden aan Ruimte voor de Maas, zodat uiteindelijk in 2050 de Maas gereed is om ongeveer 4600 m3 te accommoderen.


De Maaswerken wekken af en toe de indruk van een Echternach-processie. Er is veel weerstand mee georganiseerd, maar het lijkt erop dat de vaart er nu inzit. Ook de onderdelen die door de Raad van State zijn afgekeurd, schijnen weer op stoom te komen. De staatssecretaris moet ons uitleggen op hoeveel vertraging dit neerkomt en wat de (extra) kosten hiervan zijn. De uitspraak van de Europese commissie maakt van dit overleg nog geen deel uit. Toch is het goed te weten wat de consequentie van deze uitspraak is. Gaat dit weer leiden tot vertraging? Wat zijn de financiële gevolgen ten aanzien van de zand- en grindboeren waar feitelijk de afspraak mee was gemaakt? Stond daar een voorbehoud in, ten aanzien van Europese wet- en regelgeving? Waarom hebben we zo lang op deze rapportage moeten wachten?


Het wordt tijd dat de overgang van Maaswerken naar Ruimte voor de Rivier (de doorstart gericht op 2015 resp. 2050) snel in beeld komt.


De tweede kwestie die aan de orde is, is de kwestie Rijkelse Bemden. Daar is in het verleden rivierklei en afgegraven slib gestort, dat bij nader inzien vervuild blijkt te zijn. Dit wordt opgeruimd door Rijkswaterstaat omdat legalisering niet mogelijk bleek. Een typisch geval van jammer, waarbij de enige relevante vraag is hoe het komt dat er nooit van tevoren voldoende rekening met vervuiling is gehouden, terwijl iedereen weet hoezeer klei en slib in uiterwaarden door vervuiling van vele tientallen jaren overal voorkomt.


---

Tweede Kamer der Staten-Generaal

www.tweedekamer.nl