Ministerie van Economische Zaken


http://www.minez.nl

MINEZ: Vragen lid Gerkens (SP) 2030407510

Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Persbericht
Nummer: 474
Datum: 19-2-04

VRAGEN LID GERKENS SP (203047510)

De minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst heeft deze vragen als volgt beantwoord.


1
Wat vindt u van het bericht dat NUON duizenden klanten vorige week een te hoge voorschotnota heeft gestuurd?

Antwoord:
Ik betreur het feit dat klanten hierdoor mogelijk ongerust zijn geraakt. Van de zijde van NUON heb ik begrepen dat het hier een fout betrof in een nieuwe geautomatiseerde berekeningsmethode voor de termijnbedragen. NUON heeft deze fout ook ruiterlijk erkend. Ik heb tegelijkertijd vernomen dat NUON de klanten die het betreft een brief heeft gezonden en hen in staat heeft gesteld het termijnbedrag te laten aanpassen.


2
Hebt u reeds met NUON contact gehad? Zo ja, wat is de uitkomst van dit gesprek? Zo neen, waarom niet?

Antwoord:
Ja, zowel mijn Ministerie als de DTe heeft hierover contact met NUON gehad.

Van de zijde van NUON is, zoals hierboven bij het eerste antwoord al is aangegeven, uitleg gegeven over wat er verkeerd is gegaan, hoe de klanten daarover zijn geïnformeerd en hoe het eventueel teveel betaalde voorschot wordt verrekend.


3
Is de belofte, dat alle energiebedrijven per 1 maart hun administratie op orde zouden hebben, op deze manier nog geloofwaardig? Zo ja, waarom? Zo neen, wat gaat u hieraan doen?

Antwoord:
Ja, ik ben ervan overtuigd dat de energiebedrijven alle denkbare maatregelen nemen om te waarborgen dat de marktopening op 1 juli zo adequaat mogelijk zal verlopen. Deze maatregelen hebben onder meer betrekking op de inrichting van de verschillende administratieve systemen die operationeel zijn voor de diverse klantsegmenten. Naar aanleiding van de problemen die vorig jaar bestonden bij de facturering van zakelijke klanten uit het zogenaamde middensegment heb ik met de sector een resultaatsverplichting afgesproken die erop neerkomt dat de problemen die betrekking hebben op de facturering van zakelijke klanten per 1 maart 2004 dienen te zijn opgelost. Zoals ik in mijn brief van 6 januari jl.(Kamerstukken II, 2003-2004, 28982, nr. 13) heb aangegeven zal ik de Kamer zo snel mogelijk na afronding van een onafhankelijke toetsing van deze resultaatsverplichting informeren over de uitkomsten.

Ik begrijp terdege dat het de Kamer gaat om vertrouwen dat juist ook voor wat betreft de huishoudelijke klanten die vanaf 1 juli keuzevrijheid zullen hebben de administratieve systemen van de energiebedrijven op orde zijn. Ik ben van mening dat de inrichting van deze systemen zodanig moet zijn dat eventueel optredende problemen beheersbaar zijn. Mijns inziens is het daarbij van essentieel belang dat fouten snel worden herkend en opgelost en dat in geval van eventuele problemen de communicatie tussen het betreffende bedrijf en de klant daarover zorgvuldig verloopt. Ik heb de indruk dat NUON daar in dit geval op een goede manier invulling aan heeft gegeven. Overigens wijs ik u erop dat voor wat betreft de liberalisering van de kleinverbruikermarkt de conclusie van de commissie Van Rooy was dat dit mogelijk en verantwoord is. De commissie van Rooy merkt ook op dat een 100% foutloze opening een illusie is.

De toetsing van de resultaatsverplichting per 1 maart zal haar licht in zekere zin vooruitwerpen op de marktopening op 1 juli. Omdat de problematiek bij zakelijke afnemers echter qua administratief proces echter verschilt met die van de kleinverbruikermarkt heb ik additionele informatiebronnen tot mijn beschikking om de voorbereidingen van de energiesector nauw te kunnen volgen.

In dat kader wijs ik u erop dat de energiesector onder leiding van EnergieNed alles op alles zet om er voor te zorgen dat de marktopening per 1 juli 2004 goed verloopt. Het SPOED programma (Support programma opening energiemarkt derde fase) waarin de overgrote meerderheid van energiebedrijven elkaar test op de gereedheid van de administratieve systemen, draait op volle toeren. Ik heb begrepen dat men daar medio mei mee klaar is. Daarbij heb ik vernomen dat de bedrijven, naast het testen van processen en systemen, met een grootschalige opschoning van hun databestanden zijn begonnen. Wanneer u en ik de wetgeving in het kader van de Implementatiewet tijdig hebben afgerond, is het aan de DTe, de toezichthouder, om toezicht te houden op de markt. Daarbij hoort dan ook het optreden tegen overtredingen van de wet en regelgeving, bijvoorbeeld het frustreren van het switchproces. Daartoe zal de DTe over meerdere middelen beschikken, waaronder ook het boete-instrument.


4
Deelt u de mening dat de administratieve chaos bij energiebedrijven een reden zou zijn de liberalisering voor kleinverbruikers uit te stellen? Zo ja, gaat u dit dan ook doen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord:
Ik heb in aanvulling op het antwoord op de hierboven genoemde derde vraag, op dit moment geen redenen aan te nemen dat de liberalisering van de kleinverbruikersmarkt per 1 juli 2004 tot chaos zal leiden. Van uitstel van de datum van liberalisering is daarom wat mij betreft geen sprake.

Noot van de redactie: inlichtingen bij Jan van Diepen, tel: (070) 379 60 73

19 feb 04 16:32