Partij van de Arbeid


Den Haag, 19 februari 2004


Bijdrage PvdA-fractie aan het plenaire debat over het UWV-gebouw op 19 februari 2004


Woordvoerder Saskia Noorman - den Uyl


V. De PvdA vindt het een schande dat er 19 mln is besteed aan de inrichting van het nieuwe hoofdkantoor van het UWV. Wat me het meest gestoord heeft is het feit dat een spiksplinternieuw luxe gebouw met natuursteen werd leeggestript om er een meer representatiever bestuurslocatie van te maken.


De PvdA stelde daarom op 30 mei vorig jaar vragen. Mede naar aanleiding van de rapportage van RTL verslaggever Diederik Kraaijeveld. De minister vond dat er niks aan de hand was. Hij beloofde wel op 26 juni het volgende.


Ik zeg u graag toe dat ik mij een zelfstandig oordeel zal vormen over de totale kosten. U kunt ervan op aan dat er in de tussentijd geen gekke of rare dingen gebeuren. Ik ben politiek verantwoordelijk voor wat er gebeurt. Aan dat zelfstandig oordeel is de minister pas afgelopen maandag toegekomen. Dat is 8 maanden en twee overleggen met de Kamer later. Ik neem de minister dat zeer kwalijk.


Hij schreef eind september dat het huisvestingsbeleid van het UWV verantwoord was.


Op 6 oktober vorig jaar zei ik dat ik de indruk had dat de kamer onvolledig en daarom onjuist is geïnformeerd. De minister hield toen een kletsverhaal over de bruto- netto-verhoudingen van vloeroppervlakte. Dat verhaal blijkt nu onjuist. Zelfs op 31 oktober houdt de minister vol dat het huisvestingsbeleid van het UWV verantwoord is.(Het beeld van 25 september.)


Wij hebben waardering voor het gedegen rapport Meijer. Dat rapport geeft naar mijn opvatting het UWV een dikke onvoldoende voor het bouwproces, de kosten beheersing, de interne besluitvorming, mandatering, aanbesteding en de verantwoording.


Zeker de top van het UWV heeft een belangrijke en moeilijke taak en presteert daar ook goed in. Maar dat is geen vrijbrief. Dat doet niets af aan de onzorgvuldige en onnadenkende gang van zaken bij de inrichting van het hoofdkantoor, het onjuist en onvolledig informeren van de minister en hun verantwoordelijkheid daarvoor.


Ik betreur het dat tot op de dag van vandaag deze bestuurders onvoldoende beseffen dat ook de huisvesting uit premiegeld en belastinggeld wordt betaald. Daarbij horen verplichtingen als soberheid, zorgvuldigheid, gedegenheid, transparantie en fatsoen.


V. Het UWV lijkt niet de enige te zijn waar een cultuur lijkt te heersen dat voor de top van bedrijven andere luxe regels gelden dan voor de gewone man in overheidsdienst. De PvdA signaleert een mogelijk structurele vervaging van wat de norm moet zijn voor organisaties die in de publieke sector functioneren of een sociale taak hebben. Zij worden betaald door premie- of overheidsgeld.


Je zou vergelijkingen kunnen maken met de veel te dure hoofdkantoren van woningbouwcorporaties en de salarissen van besturen en directeuren in de zorg. Daar zijn normen vervaagd. De PvdA wil meer helderheid en een onderzoek naar de normvervaging bij besturen in de publieke en semi-publieke sector. Wij zullen daarover in de tweede termijn een voorstel doen.


Alle vragen die ik de minister heb gesteld vanaf 30 maart over de uitgaven, de presentatie van onjuiste cijfers en alle vermoedens die ik heb geuit tijdens vier debatten blijken ondanks het gesputter van het UWV waar. Dit debat moet nu niet meer gaan over m2. Dat is wat ons betreft nu helder. De kern van wat er mis is gegaan is de houding van de minister naar de kamer. Hij is politiek verantwoordelijk.


Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Waarom luisterde de minister niet naar de kamer? Op 26 juni vroegen ik met Piet de Ruiter in een motie naar een verder gaand onderzoek. Het CDA en de VVD vonden dat toen overbodig. Maar snel na de zomer was de Kamer unaniem in de kritiek op de minister en het UWV. Dat maakte geen enkele indruk op deze minister.


De minister heeft zijn excuus gemaakt voor het onjuist informeren van de Kamer. Onjuist informeren is de politiek doodzonde. Dat excuus siert de minister maar het is niet genoeg.


Ik vind dat de minister moet verklaren hoe hij een en andermaal de opvatting en vragen van de kamer naast zich neer legt. Mij staat vooral het recente debat over de inkomensdaling als gevolg van kabinetsbeleid en de rode puntenwolken scherp voor de geest. Ook daar vond de minister in eerste en tweede instantie mijn vragen overbodig en niet relevant. Toch heeft hij later onder druk van de kamer bakzeil moeten halen met inkomensondersteuning en dat was beslist niet de eerste keer. Ik denk ook aan het persoonsgebonden integratiebudget. Doet de kamer iets fout? Waarom dringen wij niet tot u door? Waarom moet het een half jaar duren voordat u met tegenzin deze affaire extern liet onderzoeken? Waarom bagatelliseert u de problemen die de Kamer aankaart? Erkent u de kamer wel als medewetgever en controleur van uw handelen? Daar gedraagt u zich niet naar. Wat is er mis met u minister? Kunt u mij dat uitleggen? Hoe kan ik er zeker van zijn dat dit de laatste keer was dat u zo met de Kamer bent omgegaan?


In heb een aantal vragen


- Voert de minister alle aanbevelingen van de Cie Meijer ongeclausuleerd uit?


- Wij willen de eindafrekening van gebouw B ook zien. Wanneer is die


beschikbaar? Wij willen helderheid over de totale huisvesting van het UWV en


de 173 mln die daar rond gaat.


- Is het juist dat de huidige SUWI wet voldoende aanknopingspunten biedt voor de minister om wel een goede toezichtrelatie met de ZBO's te hebben?


- De minister is verantwoordelijk. Hij vindt dat zijn vertrouwensrelatie met de


voorzitter en vice-voorzitter van de Raad van Bestuur is geschonden. Ik kan me dat voorstellen. Hoe zit het met de arbeidsrechtelijke aspecten van de door de minister ingezette schorsing van de twee topbestuurders van het UWV? Wat zijn de kosten prognoses? Welke scenario's liggen voor?


- De makelaarskwestie. Van wie komt uiteindelijk het miljoen dat aan de makelaar


is betaald? Hoe onafhankelijk was deze? Daar moet de onderste steen boven.


- Waarom is de Inspectie Werk en Inkomen niet ingeschakeld in juni?


Tot slot


Deze affaire schaadt het vertrouwen in de overheid van de burger. De verontwaardiging van vele mensen die ons schrijven en mailen is groot. Ik zag het misgaan van de huisvestingskosten en de foute beslissingen die werden genomen door het UWV in juni 2003 nog als een ernstig incident. Het had toen als een incident behandeld kunnen worden. De opstelling van de minister en die van de top van het UWV maakte dat de afgelopen 8 maanden onmogelijk. Dat is bitter.