Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan Rabobank Pensioenfonds Postbus 90801
2509 LV Den Haag
T.a.v. de heer drs. D.J.M.G. van Slingelandt, Anna van Hannoverstraat 4
voorzitter bestuur Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
UC P 230
Postbus 17100
3500 HG UTRECHT
Uw brief Ons kenmerk
28 november 2003 AV/PB/2003/92005
Onderwerp Datum
ftk/ias 19 februari 2004
Geachte heer Van Slingelandt,
Met uw brief van 26 november 2003 aan de Minister en aan mijzelf gaf u aan met klem erop
toe te zien dat bij de ontwikkeling van het Financieel Toetsingskader ermee rekening wordt
gehouden dat het onwenselijk is dat buffers uit premieverhogingen moeten worden
gevormd. Daarnaast verwees u naar de eis in IAS 19 waarbij de balansen van het
pensioenfonds en de aangesloten onderneming moeten worden geconsolideerd. U stelde dat
dit de (intergenerationale) solidariteit aantast en u pleitte ervoor om pensioenfondsen de
ruimte te geven hun solidariteit te kunnen handhaven. U vroeg vervolgens om de in
voorbereiding zijnde Pensioenwet alsmede nationale wetgeving inzake IAS zodanig te
(laten) wijzigen dat pensioenfondsen ook daadwerkelijk die solidariteit kunnen blijven
waarmaken. Omdat het onderwerp tot mijn portefeuille behoort, beantwoord ik uw brief.
De door u aangesneden problematiek van de hoogte van de buffers is de afgelopen tijd
intensief tussen het kabinet en de organisaties van werkgevers en werknemers (verenigd in
de Stichting van de Arbeid en in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid) aan de orde
geweest in het kader van de nota met de Hoofdlijnen voor de regeling van het financiële
toezicht op pensioenfondsen in de Pensioenwet. De nota is op 9 februari jl. met instemming
van de Ministerraad naar de Tweede Kamer gezonden. Niet alleen was het door die
discussie niet mogelijk eerder op uw brief te reageren; ik meen ook dat deze nota uw zorgen
afdoende ondervangt.
Ten aanzien van uw wensen ten aanzien van IAS 19 merk ik vooraf op dat ook dit
onderwerp binnen de Stichting van de Arbeid uitgebreid aan de orde is geweest.
Op 24 juli 2003 is de Europese besluitvorming over de huidige IAS
verslaggevingstandaarden (behalve IAS 32 en 39) definitief geworden. Deze standaarden
zullen dus per 1/1/2005 rechtstreekse werking hebben voor de EU beursgenoteerde
ondernemingen. De IAS-verordening biedt de lidstaten een aantal keuzemogelijkheden.
2
Aan ondernemingen die alleen schuldtitels ter beurze hebben genoteerd of aan
ondernemingen waarvan de effecten in een derde land zijn genoteerd en die internationaal
aanvaarde standaarden (in de praktijk de Amerikaanse standaarden US GAAP) hanteren als
de primaire basis voor hun jaarrekening, kan tot boekjaar 2007 uitstel van toepassing van de
IAS worden verleend. Ook kunnen lidstaten beursgenoteerde ondernemingen toestaan of
verplichten behalve de geconsolideerde jaarrekening ook de enkelvoudige jaarrekening
volgens de IAS op te stellen. Ten slotte kunnen lidstaten niet-beursgenoteerde
ondernemingen toestaan of verplichten de IAS toe te passen.
Het is nog niet duidelijk hoe Nederland van die keuzemogelijkheden gebruik gaat maken.
Voor de toepassing van IAS 19 in de NL situatie beoogt de richtlijn RJ 271 van de Raad
voor de Jaarverslaggeving richting te geven ten aanzien van de omstandigheden waaronder
pensioenregelingen kwalificeren als een toegezegde bijdrage regeling (defined-contribution
plan) of een toegezegde-pensioenregeling (defined-benefit plan). In die richtlijn RJ 271 is
aangegeven dat voor een toegezegde-bijdrageregeling bepalend is dat er geen of slechts een
zeer beperkte kans is dat een verplichting voor de rechtspersoon (d.w.z. de onderneming)
bestaat tot het betalen van aanvullende bijdragen als sprake is van een tekort bij het fonds.
Alle andere regelingen vallen onder het begrip toegezegde pensioenregeling.
De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft op 4 juni 2003 ingestemd met het advies van de
betreffende werkgroep van de Raad voor de Jaarverslaggeving en van de Stichting van de
Arbeid. De tekst van de nieuwe Richtlijn 271 Personeelsbeloningen is op 21 juli 2003
gepubliceerd.
Indien een regeling voldoet aan de hierboven aangegeven omschrijving van een toegezegde-
bijdrageregeling, is er dus geen noodzaak tot consolidatie van de balans van het
pensioenfonds en van de aangesloten onderneming.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(M. Rutte)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid