Partij van de Arbeid


Den Haag, 18 februari 2004


Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


1. Herinnert u zich de eerdere schriftelijke vragen , waarin u werd gevraagd om uw standpunt met betrekking tot het opnemen van het vaccin tegen pneumokokken in het Vaccinatieprogramma te herzien?


2. Bent u ervan op de hoogte dat het advies van de Gezondheidsraad in januari 2002 voor opname van het vaccin in het RVP bevestigd wordt door zeer positieve resultaten van wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot de te behalen gezondheidswinst en effecten onder niet-gevaccineerden (de zogenaamde groepsimmuniteit)?


3. Hoe beoordeelt u op dit moment de kosteneffectiviteit van het pneumokokkenvaccin?


4. Bent u ervan op de hoogte dat jaarlijks op dit moment 125 gevallen van pneumokokkenmeningitis en -sepsis ontstaan, dat er jaarlijks 13 kinderen als gevolg van de ziekte overlijden en er 31 levenslang gehandicapt raken? Vindt u deze situatie aanvaardbaar?


5. Bent u bereid om het Nederlands Vaccin Instituut (NVI) opdracht te geven om de uitvoering van opname van het pneumokokkenvaccin in het Rijksvaccinatie-programma in gang te zetten? Zo ja, bent u bereid het vaccin vanaf 1 januari 2005 op te nemen in het RVP? Zo nee, kunt u aangeven waarom u het vaccin niet wilt opnemen in het RVP?


6. Wat vindt u van de ontwikkeling, waarbij ouders met een goede inkomenspositie en een hoog opleidingsniveau in staat zijn het vaccin voor hun kinderen aan te schaffen en de mensen met lagere inkomens/opleidingsniveau hiertoe niet in staat zijn? Bent u het eens met de stelling dat als gevolg van het huidige beleid ten aanzien van het pneumokokkenvaccin tweedeling in de zorg ontstaat?


Vragen van het lid Arib aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de pneumokokkenvaccinatie (ingezonden 15 juli 2003) - 1720 en vragen van het lid Kant (SP) aan de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sprot over de pneumokokkenvaccinatie (ingezonden 15 juli 2003) - 1719