Ministerie van Economische Zaken


http://www.minez.nl

MINEZ: vragen Gerkens over vermeende afhankelijkheid stroom

Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Persbericht
Nummer: 475
Datum: 20-2-04

Vragen van het lid gerkens (sp) aan de minister van economische zaken over de vermeende afhankelijkheid van import van stroom. (ingezonden 3 februari 2004)

De Minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst, heeft deze vragen als volgt beantwoord.


1 Wat vindt u van het bericht Regering te optimistisch over elektriciteitsvoorziening?

Het artikel stelt dat ik te positief ben over de in Nederland opgestelde productiecapaciteit voor elektriciteit. Er zou sprake zijn van een oplopend tekort, waardoor Nederland Italië heel hard achterna zou gaan. Nederland zou voor wat betreft elektriciteit zelfvoorzienend moeten zijn, zo luidt de boodschap van het artikel. Ik ben het daar niet mee eens.
Het is juist dat er sprake is van een toenemend beroep op de aanwezige importcapaciteit voor elektriciteit. Dat blijkt uit het door TenneT op 3 september 2003 gepubliceerde rapport Monitoring leveringszekerheid 2002 2010. Uit dit rapport blijkt ook dat de oude reservefactor (opwekcapaciteit gedeeld door totale belasting) in 2003 1,23 bedroeg. Bij de berekening van deze factor is niet-operationeel vermogen niet meegenomen, zijn stromingsbronnen zoals zonne- en windenergie voor 20% meegenomen en is behalve de SEP-contracten, ook import niet meegenomen. Dat momenteel niet alle in Nederland aanwezige reservecapaciteit wordt benut maar dat er veel elektriciteit wordt geïmporteerd is verklaarbaar gezien de huidige marktsituatie. Ik deel de opvatting niet dat de kans op een grote stroomuitval zoals in de zomer in Italië, hierdoor sterk toeneemt. De hoge mate van leveringszekerheid zoals we die tot nu toe in Nederland kennen, wil ik behouden. We hoeven daarvoor echter niet per definitie zelfvoorzienend te zijn. Dit kan economisch inefficiënt zijn en staat haaks op de ontwikkeling van een Europese interne markt voor elektriciteit. Dit laat onverlet dat ik investeringen in productie-capaciteit in Nederland toejuich.


2 Bent u het eens met de conclusie dat sinds de liberalisering (voor grootverbruikers) nauwelijks meer in productie wordt geïnvesteerd? Zo neen, waarom niet?

Het is juist dat er de afgelopen jaren minder is geïnvesteerd in productiecapaciteit. Dit is een ontwikkeling die wereldwijd waarneembaar is in landen waar de elektriciteitsmarkt is geliberaliseerd. Hierdoor is een deel van de overcapaciteit weggewerkt waardoor de efficiëntie van de
elektriciteitsproductiesector is vergroot. Eén van de belangrijkste doelen van de liberalisering is ook een verbetering van de efficiëntie.
De komende decennia zal er door private partijen wereldwijd veel geïnvesteerd moeten worden in elektriciteits-productie, aldus het International Energy Agency. Dit vanwege noodzakelijke vervanging van oude elektriciteits-centrales en de toenemende elektriciteits-vraag. Ik acht het waarschijnlijk dat er ook in Nederland weer geïnvesteerd gaat worden in elektriciteitsproductie, gezien de reeds bestaande investeringsplannen en het relatief gunstige vestigingsklimaat in Nederland.


3 Zijn volgens u het ontbreken van voldoende productievermogen en een toegenomen import mede debet aan hogere elektriciteitsprijzen? Zo neen, waarom niet?

De afgelopen maanden zijn de prijzen voor elektriciteit op de groothandelsmarkt inderdaad hoger dan in de periode daarvoor. Tegelijkertijd stel ik vast dat de prijzen voor kleinverbruikers zonder de liberalisering nog aanzienlijk hoger hadden gelegen. Dat de prijzen op de groothandelsmarkt in de afgelopen maanden hoger zijn dan in de periode daarvoor, kan verband houden met verminderde beschikbaarheid van productiecapaciteit. Verklaringen die hiervoor door deskundigen en marktpartijen worden gegeven, zijn uitgesteld onderhoud en het uit bedrijf zijn van de kolencentrale in Geertruidenberg in verband met een ongeval, enkele maanden geleden. De hogere prijzen zijn voor een deel ook te wijten aan de hogere olieprijzen op de wereldmarkt, welke ook de prijs van gas hebben verhoogd en daarmee de prijs van met gas opgewekte elektriciteit. De hogere prijzen worden niet veroorzaakt door een toename van de import.

Er wordt juist ook veel geïmporteerd omdat de elektriciteitsprijzen in de ons omringende landen lager zijn dan in Nederland, vanwege de in Nederland relatief hoge variabele kosten. De import van elektriciteit heeft daarom juist een prijsverlagend effect op de Nederlandse markt.


4 Deelt u de mening dat met de afhankelijkheid van de import van stroom tevens de betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening in gevaar komt? Zo neen, waarom niet?

Neen, importafhankelijkheid brengt de betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening niet zondermeer in gevaar. Een toename van de import is een teken van toenemende integratie van markten en maakt het juist mogelijk om bij de balanshandhaving ook geïmporteerde elektriciteit te betrekken. Import van elektriciteit kent wel een aantal specifieke onzekerheden die er niet zijn voor elektriciteits-productie in Nederland. Deze houden verband met de ontwikkeling van de elektriciteitsproductie in de ons omringende landen, de capaciteit en betrouwbaar-heid van de interconnectoren, inclusief het beheer daarvan en de regelgeving die op verschillende punten nog uiteenloopt. Daarom wordt de ontwikkeling van de productie-capaciteit in Europa nauwlettend gevolgd door de regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie. TenneT werkt aan de uitbreiding van de interconnectiecapaciteit en de waarborging van de betrouwbaarheid daarvan. Daarbij werkt TenneT samen met de landelijke netbeheerders in de landen om ons heen, onder andere in UCTE- en ETSO-verband.
Ik werk momenteel aan de versterking van de samenwerking tussen de regeringen, landelijke netbeheerders en toezichthouders van Duitsland en België enerzijds en Nederland anderzijds. Ik hoop in dat kader nog dit jaar overeenkomsten met Duitsland en België te sluiten. Verder wordt er in de Europese Unie gewerkt aan een verdere harmonisatie van de regelgeving, onder andere via de implementatie van de tweede elektriciteitsrichtlijn.


5 Zijn deze signalen voor u voldoende reden een halt toe te roepen aan verdere liberalisering? Zo ja, gaat u dat dan ook doen? Zo neen, waarom niet?

Neen. Zoals uit mijn voorgaande antwoorden blijkt zijn de signalen onjuist of onvolledig. Een betrouwbare elektriciteitsvoorziening is het beste gewaarborgd als er sprake is van een goed functionerende vrije elektriciteitsmarkt en een sterke overheid. Daar zet ik me voor in.


6 Wat zijn volgens u de voorwaarden van een competitieve markt? Vindt u dat daar in het geval van de energie aan wordt voldaan? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?

Het doel van het energiemarktbeleid is te komen tot een efficiënte, voorzieningzekere en duurzame energiehuishouding. Een efficiënte energiehuishouding vraagt om een transparante, liquide en goed werkende energiemarkt, waarop met een sterk mededingingsbeleid een effectieve concurrentie wordt afgedwongen en misbruik van marktmacht ten koste van afnemers wordt voorkomen. Op dit moment is dat nog onvoldoende het geval. De transparantie lijkt onvoldoende en de sterke prijsfluctuaties kunnen duiden op een gebrek aan liquiditeit. Ik maak me daar zorgen over. Daarom voert de DTe op mijn verzoek momenteel een onderzoek uit naar de liquiditeit van de elektriciteitsmarkt. Indien uit dit onderzoek blijkt dat maatregelen nodig zijn om de transparantie en de liquiditeit te vergroten zal ik die nemen. Om dit te kunnen doen is in de nota van wijziging bij het wetsvoorstel Implementatie en toezicht netbeheer, welke ik binnenkort zal aanbieden aan uw Kamer, de bevoegdheid voor de Minister van Economische Zaken opgenomen op deze punten maatregelen te treffen.

Noot van de redactie: inlichtingen bij Jan van Diepen, tel: (070) 379 60 73

20 feb 04 15:42