Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 4513

Uw brief Ons kenmerk
W&B/SFI/04/11643

Onderwerp Datum
objectief verdeelmodel Wet werk en bijstand 20 februari 2004

Eind augustus 2003 heb ik met uw Kamer gedebatteerd over mijn voorstel voor de Wet werk en bijstand (WWB) die inmiddels in werking is getreden. Met deze wet zijn de bijstandsuitgaven van circa 5 miljard euro voor 100% gebudgetteerd. Voor gemeenten met meer dan 40.000 inwoners wordt het budget mede gebaseerd op het zogenoemde objectief verdeelmodel. Door de Tweede Kamer zijn kritische kanttekeningen geplaatst bij de herverdeeleffecten waarmee toepassing van het objectief verdeelmodel gepaard gaat en is aangegeven dat, alvorens het objectief verdeelmodel in 2005 ruimer kan worden toegepast, er sprake dient te zijn van een duidelijke verbetering van het model.

In mijn reactie heb ik toegezegd nieuw onderzoek te zullen laten verrichten naar de plausibiliteit van de herverdeeleffecten en de mogelijkheden het model verder te verbeteren. Daarbij heb ik u toegezegd om voor het zomerreces 2004 uw Kamer te informeren over de resultaten van het vervolgonderzoek en de verbeteringen die dat heeft opgeleverd.

Naar verwachting zal ik u in mei op basis van het onderzoek dat thans wordt uitgevoerd kunnen informeren over mijn voornemens voor de aanpassing van het verdeelmodel voor het Inkomensdeel (en overigens ook voor het Werkdeel).

Graag geef ik de leden van uw Kamer in overweging om voorafgaand aan het bekend maken van mijn voornemens met de onderzoekers en betrokken ambtenaren van mijn departement technisch overleg te voeren. Zij zullen de leden van uw Kamer kunnen informeren over de wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd, welke mogelijkheden worden verkend om het model te verbeteren en welke verklaringsgronden voor afwijkingen tussen de uitkomsten van het model en de gerealiseerde uitkeringslasten kunnen worden gegeven.
Naar mijn mening kan dit technisch overleg bijdragen aan een goede oordeelsvorming over de wijze waarop de middelen in 2005 over de gemeenten verdeeld dienen te worden.

2

Ter uwer informatie treft u bij deze brief een afschrift aan van een brief aan de voorzitter van de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Eerste Kamer die ik een vergelijkbaar aanbod doe.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(M. Rutte)