Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Kant over de de benoeming van een nieuwe
voorzitter van het CTG en benoemingen bij het CVZ (2030408080).
1.
Welke competenties zijn gevraagd voor de functie voorzitter College Tarieven Gezondheidszorg
(CTG)?
1.
De wervingsadvertentie d.d. 27 november 2003 omschreef de volgende functie-eisen:
- Bestuurder op topniveau, met ervaring in het openbaar bestuur, de wetenschap of in het
bestuur van de zorg.
- Kennis van de institutionele kant van de zorgsector of in staat zijn zich die kennis snel
eigen te maken.
- Sterk en onafhankelijk strategisch denkvermogen.
- De kwaliteit om in een turbulente omgeving de juiste keuzes te maken en het
overheidsbeleid uit te dragen.
2.
Waarom is de huidige voorzitter vervangen?
2.
De benoemingsperiode van de voorzitter, die zijn functie sinds juni 1993 eerst bij het COTG,
later het CTG - had bekleed, liep af. Bovendien is er sprake van een taak die verder gaat dan
alleen maar het voorzitterschap van het CTG. In het bijzonder is de geleidelijke omschakeling van
prijsregulering naar marktordening en mededingingsregulering een nieuw aspect. Het kabinet
heeft het wenselijk geoordeeld het vernieuwingsaspect te benadrukken door het benoemen van
een nieuwe voorzitter.
3.
Welke competenties miste hij voor deze functie?
4.
Wilde hij aanblijven als voorzitter? Zo ja, waarom vond u hem daarvoor niet geschikt?
3 en 4.
Het lijkt mij niet gewenst beschouwingen te geven over individuele personen. Wel hecht ik er aan
te melden dat de huidige voorzitter zijn werk uitstekend (heeft) verricht. Bij diens benoeming tot
voorzitter van het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen heb ik dan ook geen enkele aarzeling
gehad.
5.
Hoeveel kandidaten hebben gesolliciteerd?
5.
Naar aanleiding van de wervingsadvertentie hebben zich 10 kandidaten voor het voorzitterschap
van het CTG gemeld. Naast de officiële sollicitanten heeft ook een aantal personen zijn of haar
belangstelling voor de functie op andere wijze kenbaar gemaakt. Ook is de selectiecommissie
door derden geattendeerd op mogelijke kandidaten.
6.
Hoe vindt de selectieprocedure plaats, en wie hebben in de selectiecommissies gezeten?
6.
Uit de kandidaten is door de selectiecommissie een selectie van kandidaten gemaakt die zijn
opgeroepen voor een gesprek. De selectiecommissie bestond uit de Secretaris-Generaal, de
Directeur-Generaal Gezondheidszorg, de directeur Zorgverzekeringen van mijn ministerie en de
Algemeen Secretaris van het CTG. De selectiecommissie heeft mij een voordracht gedaan. Op
grond van die voordracht heb ik na bespreking in de Ministerraad de heer De Grave benoemd.
7.
Op basis van welke criteria heeft de selectie plaatsgevonden?
7.
Bij de selectie en bij de benoeming is gekeken naar de kwaliteit van betrokkenen, waarbij met
name veel belang is gehecht aan de bestuurlijke kwaliteiten en het vermogen de voorbereiding
van de Zorgautoriteit goed ter hand te nemen.
8.
Waarom is de heer De Grave de juiste man op deze plaats?
9.
Waarom is niet gekozen voor iemand met meer kennis en ervaring in de gezondheidszorg?
8 en 9.
De heer De Grave beschikt in alle opzichten over de vereiste kwaliteiten. Kennis en ervaring in de
gezondheidszorg waren in het profiel van de gewenste voorzitter niet van overheersend belang,
mede omdat die zowel bij het college als vooral bij het werkapparaat in voldoende mate
beschikbaar zijn.
10.
Spelen partijpolitieke belangen een rol in deze benoeming? Zo neen, hoe wordt de politieke
onafhankelijkheid hierin getoetst?
11.
Waarom zijn het laatste half jaar meerdere (6 in getal) cruciale posten in adviserende en
controlerende organen als CTG en College voor Zorgverzekeringen (CVZ) toegekend aan CDA en
VVD gelieerde personen?
10 en 11.
Neen. Primair is gekeken is naar de geschiktheid voor de functies. Van de voorzitters wordt
verwacht dat zij namens het college optreden en geen partijpolitieke standpunten innemen, maar
zich laten leiden door de belangen van de volksgezondheid en in het bijzonder de belangen die bij
wet aan het desbetreffende college zijn opgedragen. Van de drie nieuwe benoemingen die mijn
ambtsvoorganger per 1 juli 2003 bij het CVZ heeft gedaan ging het in twee gevallen om
personen met een expliciete politieke achtergrond (CDA, respectievelijk VVD). Van de drie
benoemingen die ik per 1 april 2004 bij het CTG heb gedaan gaat het in een geval om een
persoon met een expliciete politieke achtergrond (VVD).
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport