Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
SV/V&V/04/5684
Onderwerp Datum
Thema's nota over de Algemene 23 februari 2004
Kinderbijslagwet
Bij de plenaire behandeling in de Tweede Kamer van het wetsvoorstel dat heeft geleid tot een
andere aanpassing van de kinderbijslagbedragen in 2004 en 2005 (Kamerstukken I en II,
vergaderjaar 2003-2004, 29258), heb ik in reactie op een vraag van de heer Weekers van de
VVD-fractie toegezegd de AKW-systematiek in den brede te bestuderen en de Kamer hierover in
2005 een nota (hierna te noemen: de AKW-nota 2005) te doen toekomen. Verder heb ik
toegezegd de Kamer begin 2004 een brief te sturen, waarin de in de AKW-nota 2005 aan de
orde te stellen thema's worden genoemd. Met deze brief doe ik laatstgenoemde toezegging
gestand.
Zoals meermalen tijdens de parlementaire behandeling van genoemd wetsvoorstel opgemerkt,
ontvangt de Kamer voor 1 juli 2004 een notitie over het onderzoek naar de integratie van de
verschillende kinderregelingen. Desgevraagd heb ik tijdens de plenaire behandeling in de Eerste
Kamer van het wetsvoorstel toegezegd een uiterste inspanning te verrichten om te zorgen dat een
nota met die elementen die te maken hebben met inkomensafhankelijkheid op hetzelfde moment
beschikbaar is als de notitie over het onderzoek naar de integratie van de verschillende
kinderregelingen.
In concreto houden mijn toezeggingen in, dat ik het parlement een notitie zal doen toekomen over
het kinderbijslagstelsel. De volgende thema's zullen hierin aan de orde worden gesteld.
1. De doelstelling van kinderbijslag
De doelstelling van het huidige kinderbijslagstelsel is het verminderen van de verschillen tussen
gezinnen met en gezinnen zonder kinderen. Deze doelstelling wordt aan een nadere beschouwing
onderworpen, waarbij ook van belang is de vraag tot hoever de verantwoordelijkheid van de
overheid in dit kader reikt.
2
2. De kinderbijslagsystematiek
a. Aandacht zal worden besteed aan het op dit moment door het CBS verrichte onderzoek naar
de uitgaven voor kinderen. De resultaten hiervan komen in 2004 beschikbaar.
b. Voor de bepaling van het niveau van kinderbijslag kunnen verschillende benaderingswijzen
worden onderscheiden. Het huidige stelsel is enerzijds gebaseerd op de theorie dat in de hoogte
van de kinderbijslag tot uitdrukking dient te komen dat de kosten van kinderen toenemen met de
leeftijd en anderzijds op de theorie dat de welvaartspositie van een echtpaar met kinderen niet mag
dalen onder een bepaald niveau van de welvaartspositie van een echtpaar zonder kinderen.
Een andere benaderingswijze voor een kinderbijslagstelsel is gebaseerd op de inkomenstheorie.
Deze houdt in, dat de kinderbijslag voor ouders met een hoog inkomen lager kan zijn dan voor
ouders met een laag inkomen.
3. Internationale context
Aan de orde zal komen de plaats van de Nederlandse kinderbijslag in internationaal perspectief.
4. De onderhoudsvoorwaarden van de AKW
De leden Noorman-den Uyl en Timmer van de PvdA-fractie hebben op 15 september 2003
schriftelijke vragen gesteld over het op grond van de onderhoudsvoorwaarden weigeren van
kinderbijslag voor in het weekend thuiswonende gehandicapte kinderen. Op 8 oktober 2003 heb
ik de vragen beantwoord. De antwoorden gaven de leden aanleiding deze bij gelegenheid van
bovengenoemde plenaire behandeling aan de orde te stellen. In de AKW-nota 2005 wil ik
terugkomen op (het niveau van) de onderhoudsvoorwaarden en de vraag of hierbij rekening
gehouden moet worden met het inkomen van ouders.
5. Vereenvoudiging van regelgeving en uitvoering kinderbijslag
6. Bijzondere verhoging in 2006?
Tijdens meergenoemde plenaire behandeling heb ik in reactie op een amendement van mevrouw
Smilde van de CDA-fractie toegezegd in 2005 te bezien of er financiële ruimte is om in 2006 een
bijzondere verhoging van de kinderbijslag toe te passen. Hierop zal ik in de AKW-nota 2005
ingaan.
Ik stel voor om uw Kamer met betrekking tot het thema genoemd bij onderdeel 2, onder b + 4,
reeds vóór 1 juli 2004 een nota te doen toekomen. Uitgaande van de hierin gepresenteerde
zienswijze, komen in een nota in 2005 de overige bovengenoemde thema's aan de orde.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(M. Rutte)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid