Wilders over het aantal moslimextremisten in Turkije
Beantwoording vragen Wilders over het aantal moslimextremisten in
Turkije
Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie West en Midden Europa
Bureau West-Europa
Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
Datum
23 februari 2004
Auteur
L. d'Huy
Kenmerk
DWM/101-04
Telefoon
070-348 5351
Blad
1/1
Fax
070-348 6233
Bijlage(n)
1
E-mail
DWM@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording van vragen van het
lid Wilders (VVD) over het aantal moslimextremisten in Turkije
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen,
gesteld door het
lid Wilders (VVD), over het aantal moslimextremisten in Turkije. Deze
vragen werden ingezonden op 20 januari 2004 met kenmerk 2030406480.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen
van het lid Wilders (VVD) over het aantal moslim-extremisten in
Turkije.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht `Turkije telt ruim 12.000
extremistische moslims'?1) Zo ja, kunt u dit bevestigen?
Antwoord
Ja. Omdat het hier geen eenduidige definitie betreft, is het moeilijk
om een exact aantal vast te stellen.
Vraag 2
Is het bericht waar dat de Turkse Hizbollah meer dan 10.000 leden
heeft en in het zuidoosten van Turkije een fundamentalistisch rijk wil
stichten? Wat is uw oordeel hierover?
Antwoord
De Turkse Hizbollah heeft als doel de stichting van een islamitische
staat in Turkije. Op het hoogtepunt van haar kracht, aan het eind van
de jaren negentig, telde de organisatie circa 5000 gewapende leden.
Vraag 3
Hoe heeft het aantal leden van de Turkse Hizbollah zo op kunnen lopen
en hoeverre is het optreden van de Turkse overheid hier - door middel
van ondersteuning in verband met de strijd tegen de PKK- mede schuldig
aan? Heeft de Turkse overheid haar koers inmiddels zodanig gewijzigd
dat Hizbollah effectief wordt aangepakt? Zo ja, waaruit blijkt dit?
Antwoord
Volgens onder andere Human Rights Watch werd de Hizbollah in de
periode dat de strijd van het Turkse leger tegen de PKK in volle gang
was door de autoriteiten op zijn minst passief gesteund. Dit is door
de Turkse overheid altijd ontkend. Toen de PKK niet langer een
bedreiging vormde, zou volgens Human Rights Watch en diverse
internationale waarnemers voor de autoriteiten de tijd rijp zijn
geweest om de Hizbollah serieus aan te pakken. In 2000 en 2001 werd
het grootste deel van de leden van de Hizbollah aangehouden en
gedetineerd. Een groot deel van de infrastructuur werd vernietigd,
archieven in beslag genomen en op financiële tegoeden werd beslag
gelegd.
Vraag 4
Had de Turkse Hizbollah in het verleden vooral een nauwe band met
Iran, terwijl nu juist ook sprake lijkt te zijn van banden met
Al-Qaeda? 2)
Vraag 5
Deelt u de mening dat de band tussen Hizbollah en Al-Qaeda
exemplarisch is voor het feit dat religieus fanatisme allianties
tussen organisaties respectievelijk landen met een zeer afwijkende
signatuur niet in de weg staat (en kan worden vergeleken met de
samenwerking van Bin Laden en Iran tijdens de Soedanese periode van
Bin Laden en het opnemen van gevluchte Al-Qaeda-leden door Iran in
2002)?
Antwoord
Tot 1996 bestonden twee belangrijke stromingen binnen de Turkse
Hizbollah, waarvan er één (de zogenaamde Menzil-groep) zeer pro-Iraans
was en de andere (de zogenaamde Ilim-groep) meer afstand tot Iran
hield. Na een onderlinge strijd heeft de Ilim-groep uiteindelijk de
overhand gekregen binnen de Turkse Hizbollah. Voor banden tussen
Hizbollah en Al-Qaeda zijn geen aanwijzingen.
Vraag 6
Kunt u bericht bevestigen dat de moslim-extremistische IBDA-C banden
(Great East Islamic Raiders Front) banden heeft met Al-Qaeda?
Antwoord
In de Turkse media werd reeds voor de aanslagen van 11 september 2001
gesproken over banden tussen de IBDA/C en Al-Qaeda. Ook de website van
de IBDA/C zelf heeft gedurende enige tijd melding gemaakt van banden
tussen de twee groeperingen.
1) De Telegraaf, 16 januari jl.
2) www.dailystar.com.lb/19_11_03/art22.asp.
Ministerie van Buitenlandse Zaken