LEI

persbericht / nr. 1764

24-februari-2004

90-5242-882-4

China kan naar verwachting in de nabije toekomst zijn eigen bevolking op een behoorlijke manier blijven voeden, ondanks een groei in aantal en koopkracht. De landbouwproductie zal zich meer gaan richten op arbeidsintensieve gewassen. De toepassing van biotechnologie in rijst zou tot een aanzienlijke welvaartsverhoging kunnen leiden. De rol van China op de wereldmarkt van agrarische producten blijft beperkt. Ook de handelsrelaties tussen China en Nederland zijn vooralsnog bescheiden. Voor de Nederlandse agribusiness liggen de meeste kansen in de export van kennis en uitrusting voor productie en verwerking. Dat blijkt uit een gezamenlijke studie van het LEI (onderdeel van Wageningen UR) en het Chinese Center for Agricultural Policies (CCAP) in Beijing. Het onderzoek werd gefinancierd door het ministerie van LNV, met een bijdrage van de Chinese regering.

Tot nu toe is China er in geslaagd om zijn voedselvoorziening veilig te stellen, ondanks het feit dat het 22% van de wereldbevolking herbergt en slechts 8% van de oppervlakte bouwland in de wereld bezit. Om na te gaan of China zijn bevolking kan blijven voeden, zijn in dit onderzoek projecties uitgevoerd voor vraag en aanbod in 2020. Daarbij is onder meer rekening gehouden met de invloed van productiviteitsontwikkelingen, het nationale landbouwbeleid en de internationale handelspolitiek.
De toetreding tot de WTO en de onderhandelingen in het kader van de Doha-ronde kunnen voor China belangrijke voordelen opleveren; dat speelt vooral op industrieel gebied, maar ook de landbouw profiteert. Een positieve impuls mag ook worden verwacht van het uitfaseren van het Multi Vezel Akkoord, waardoor de Chinese textielexport nog aanzienlijk kan groeien.

---

China's food economy in the early 21st Century; Development of China's food economy and its impact on global trade and on the EU. Het rapport bestellen 'rapport 6.04.04'.