Artsen zonder Grenzen
Gebrek aan medische zorg op Haïti
donderdag 26 februari 2004
Het 110 bedden tellende St. Nicolas-ziekenhuis is vrijwel leeg. Er
zijn nog maar twaalf patiënten over in het enige openbare hospitaal in
de Haïtiaanse stad Saint Marc, dat tevens het ziekenhuis is waarnaar
de 250.000 inwoners van de omliggende regio worden verwezen.
Het was hier altijd veel voller, zegt de Belgische chirurg Pierre
Gielis, die hier in augustus vorig jaar heeft gewerkt en nu is
teruggekomen voor een inspectie. Maar nu de artsen zijn vertrokken,
komt er bijna niemand meer naar het St. Nicolas.
De drie artsen die normaal gesproken de consulten afhandelen en
verantwoordelijk zijn voor de behandelingen, zijn allemaal gevlucht
naar de hoofdstad Port-au-Prince, zon twee uur rijden naar het zuiden.
Saint Marc viel begin februari tot twee keer toe in andere handen.
Eerst werd het ingenomen door tegenstanders van de huidige regering en
vervolgens heroverd door de politie. Toen bleek dat de artsen aan de
verkeerde kant van de politieke scheidslijn stonden. Voordat de
recente onlusten uitbraken was dat niet zon probleem. Maar nu is alles
en iedereen gepolariseerd en is Saint Marc vergeven van de politie.
Sommige aanhangers van president Aristide hebben jacht gemaakt op
uitgesproken tegenstanders. De artsen voelden zich gewoon niet langer
veilig.
Tussen 2 en 11 februari kwamen er 23 gewonden naar het Saint Nicolas,
allen met schotwonden. Momenteel ligt nog één van hen in het
ziekenhuis, David Elcius, een 29-jarige boer uit het nabijgelegen
Lagarene. Hij was in de stad om een deel van zijn oogst te verkopen
toen er om hem heen gevechten uitbraken. Hij werd door een kogel
getroffen en liep een gecompliceerde fractuur in zijn rechteronderbeen
op.
David Elcius blijkt niet erg geïnteresseerd in politiek. Ik ben maar
een boer uit een klein dorp. Ik probeer alleen maar mijn gezin te eten
te geven, zegt hij. Hij was gewoon op het verkeerde moment op de
verkeerde plaats. Nu wacht hem een langdurige herstelperiode waarin
hij niet kan zorgen voor voor zijn vrouw Velina Sera en hun twee
kleine kinderen. Die logeren nu bij hun grootmoeders.
De medewerkers van Artsen zonder Grenzen zorgen er voor dat de nodige
behandelingen in het ziekenhuis worden voortgezet. De Congolese arts
Albert Tshiula leidt gezondheidsmedewerkers op en heeft een systeem
van ploegendiensten opgezet. Hierdoor is de beschikbaarheid van zorg
weliswaar gegarandeerd, maar zonder het reguliere medische personeel
is de capaciteit uiterst beperkt. Mochten er in Saint Marc opnieuw
gevechten om de macht uitbreken en iedereen is daar bang voor dan zal
het enige openbare ziekenhuis binnen korte tijd uit zijn voegen
barsten.
---