KPMG


Banken vorderen niet met nieuwe regels voor risico en eigen vermogen

26 februari 2004

De invoering van Basel II, de internationale richtlijn voor banken die vanaf 2007 van kracht zal zijn en andere regels voorschrijft voor risico's en eigen vermogen, staat bij veel financiële instellingen nog in de kinderschoenen.

Vooral banken in Azië, Latijns Amerika, de Verenigde Staten en Canada lopen achter. Hoewel een meerderheid van de bedrijven inmiddels voorzichtig is begonnen met de invoering, komen zij niet verder dan het ontwikkelen van modellen voor het berekenen van de hoeveelheid kapitaal die in de nieuwe situatie nodig is om uitstaande kredieten te dekken. Aan de volgende stap, de verwerking van deze modellen in het kredietverleningproces en de toetsing ervan, zijn de meeste banken nog lang niet toe. Dit blijkt uit internationaal onderzoek van KPMG onder bijna driehonderd banken. Ook de noodzakelijke afstemming met toezichthouders en rating agencies en de inrichting van de organisatie op basis van het veranderde risicoprofiel is voor veel banken nog ver weg. Bovendien worstelen zij veelal met de kwaliteit, toegankelijkheid en de beschikbaarheid van de cijfers die straks in de jaarrekening moeten worden opgenomen. De helft van de onderzochte banken is ook internationaal actief.

Op dit moment blijkt slechts 52% van de banken de belangrijkste gevolgen van Basel II in kaart te hebben gebracht, zoals de minimumeisen voor marktrisico, kredietrisico en operationeel risico, de beoordeling door toezichthouders en informatieverschaffing aan de markten. Van de onderzochte banken bevindt 19% zich inmiddels in de ontwerpfase. Zon 10% is de nieuwe richtlijn daadwerkelijk aan het invoeren en 4% is de modellen voor het berekenen van het kapitaalbeslag aan het testen en valideren. Het is volgens Jeroen van Nek van KPMG Financial Services opvallend dat 10% van de bedrijven de gevolgen van Bazel II voor credit risk nog niet heeft geanalyseerd. Van Nek: Voor operational risk is dit zelfs bijna 20%. Zestig procent van de bedrijven heeft gekozen voor een internal rating based-benadering voor credit risk. Voor operational risk kiest 30% voor een modelmatige benadering, een teken dat het ambitieniveau voor credit risk ten opzichte van het vorige onderzoek belangrijk naar beneden is bijgesteld en dat het ambitieniveau voor operational risk ongeveer gelijk gebleven.

Hoewel 2007 nog ver weg lijkt, wordt Basel II volgens Van Nek nu echt serieus, met name door de hoeveel tijd die de invoering vergt. Er staan bovendien niet alleen grote belangen op het spel, de meeste banken zijn ook overtuigd van de voordelen die Basel II biedt. Daarom is het noodzakelijk dat het management regelmatig onafhankelijke reviews laat uitvoeren naar de voortgang van de invoering en naar de mate waarin wordt voldaan aan de criteria om de ontwikkelde modellen geaccepteerd te krijgen door de toezichthouders. Veel kleinere en middelgrote bedrijven wachten kennelijk met Bazel II totdat het definitieve akkoord gereed is. Gezien de tijd die met de invoering gemoeid is, zullen veel van deze instellingen straks gedwongen worden te kiezen voor standaardbenaderingen waaraan geen strategische afwegingen ten grondslag liggen. Bazel II wordt bij veel instellingen opgepakt als een operationeel in plaats van een strategisch onderwerp, terwijl de keuze en aanpak van Bazel II uiteindelijk ingrijpende gevolgen zullen hebben voor het kapitaalbeslag, de beeldvorming naar de buitenwereld en de mogelijkheid om concurrerend te kunnen blijven.

Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039