C/04/44
Brussel, 23 februari 2004
5910/1/04 (Presse 44)
Bemiddelingscomité Parlement-Raad
Akkoord over milieuaansprakelijkheid
De Raad en het Europees Parlement hebben een akkoord (1)
bereikt over een ontwerp-richtlijn die tot doel heeft een wettelijk
kader betreffende milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het
voorkomen en herstellen van milieuschade tot stand te brengen. Dit
akkoord moet nu bevestigd worden door het Parlement (absolute
meerderheid van de uitgebrachte stemmen) en de Raad (gekwalificeerde
meerderheid van stemmen) alvorens de richtlijn kan worden aangenomen.
De ontwerp-richtlijn heeft ten doel milieuschade te voorkomen, en
stoelt op het beginsel "de vervuiler betaalt": elke preventieve of
herstellende maatregel moet worden getroffen en betaald door de
exploitant wiens activiteit schade veroorzaakte of een dreiging vormde
voor het milieu. Dit moet exploitanten ertoe aanzetten de risico's van
milieuschade zo ver mogelijk terug te dringen.
De werkingssfeer van dit instrument omvat schade aan bodem, wateren en
biodiversiteit. Economische schade is uitgesloten.
Voor bepaalde in een bijlage genoemde beroepsactiviteiten met een hoog
risico wordt alle milieuschade gedekt en geldt strikte
aansprakelijkheid. Voor andere beroepsactiviteiten wordt uitsluitend
schade aan beschermde soorten en habitats gedekt indien de exploitant
schuld of nalatigheid kan worden verweten.
De ontwerp-richtlijn voorziet tevens in de mogelijkheid dat de
betrokkenen verzoeken om maatregelen, in samenwerking tussen de
lidstaten in geval van grensoverschrijdende vervuiling en in de
ontwikkeling van financiëlezekerheidsinstrumenten. De bepalingen
hebben geen terugwerkende kracht.
In het bemiddelingscomité zijn de volgende kwesties opgelost:
? de mogelijkheid dat de exploitant zijn aansprakelijkheid beperkt
krachtens de voorwaarden van de internationale verdragen inzake de
beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen en
inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart, die
in het kader van een Commissieverslag 9 jaar na de
inwerkingtreding van de richtlijn kan worden herzien;
? herstelmaatregelen moeten als uiterste middel worden beschouwd;
? de Commissie moet op grond van haar (6 jaar na de inwerkingtreding
van de richtlijn te presenteren) verslag over de voorwaarden voor
financiële zekerheid, nagaan of voorstellen inzake een systeem van
geharmoniseerde verplichte financiële zekerheid moeten worden
ingediend;
? in haar verslag over de uitsluitingen moet de Commissie ook met
het verband tussen de aansprakelijkheid van reders en bijdragen
van de afnemers van olie rekening houden in het licht van
eventuele relevante onderzoeken door het Internationaal Fonds voor
vergoeding van schade door verontreiniging door olie.
Gememoreerd wordt dat de Raad zijn gemeenschappelijk standpunt op 13
juni 2003 heeft vastgesteld.
(1)
Via een briefwisseling in het kader van de bemiddelingsprocedure^.
European Commission