Openbaar Ministerie

Met deze Nieuwsbrief reageert het Openbaar Ministerie (OM) op de commotie die is ontstaan over de inhoud van een brief die het College van procureurs-generaal heeft geschreven aan de parkethoofden.

In deze vertrouwelijke brief wordt aan de top van het OM uitgelegd hoe het OM zich opstelt in het onderzoek naar het schietincident in Irak. Omdat het een interne brief betreft die ingaat op een individuele strafzaak die onder de rechter is mengt het OM zich niet in de publieke discussie die hierover vandaag is ontstaan.

Wel wijst het OM met nadruk op een interpretatiefout die wordt gemaakt. Gesuggereerd wordt dat het OM van mening is dat militairen in Irak geen waarschuwingsschoten zouden mogen lossen. Daarbij wordt de zinsnede aangehaald dat het lossen van een waarschuwingsschot ,,in het algemeen wordt aangemerkt als het aanwenden van geweld, hetgeen volgens de instructie niet was toegestaan''. Met deze zinsnede wordt bedoeld dat volgens het OM het lossen van een waarschuwingsschot in deze specifieke situatie niet was toegestaan. Het zinsdeel 'in het algemeen' slaat slechts op het feit dat een waarschuwingsschot in het algemeen wordt aangemerkt als het aanwenden van geweld'.

De in de media gewekte indruk dat de Nederlandse militairen in Irak volgens het OM in het geheel geen geweld mogen gebruiken is dus onjuist.

Overigens wijst het OM er op dat de brief gedateerd is op 13 januari en dat de brief ook is geschreven op basis van de stand van zaken van die datum.