Ministerie van Algemene Zaken


1red13998
2004-02-27, NOS/VARA/NPS, Nova / DHV, Nederland 3, 22.20 uur

VICE-PREMIER ZALM NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD, OVER GEWELDSINSTRUCTIE MILITAIREN IN IRAK, BEZUINIGINGEN


VAN DE GRAAF:
Hoe ziet het kabinet de toestand in Irak eigenlijk? Is dat een explosieve situatie die nog regelmatig echt gevaarlijk is of valt het met die dreiging heden ten dage wel mee?


ZALM:
Nee, het is er best gevaarlijk. We sturen er niet voor niets militairen heen anders hadden we er wel burgers heen gestuurd.


VAN DE GRAAF:
Ik vraag het omdat zich een interessante tweespalt dreigt af te tekenen. Het ene moment zegt Justitie: het is een gebied van oorlog. Als je ligt te slapen en je hebt eigenlijk wacht dan wordt er vijf maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist omdat je in tijden van oorlog, let op de bewoordingen, ligt te slapen. Vervolgens schiet iemand op een andere plek een waarschuwingsschot in de lucht en dan zegt iemand: dat had je niet mogen doen. Is het nou oorlog of is het nou geen oorlog?


ZALM:
De kwestie over of er in dit geval geschoten had mogen worden, daar laat ik mij verder niet over uit. Er is een geweldsinstructie die helder is. Die is ook ter beschikking gesteld aan de Eerste Kamer, die hebben er inzage in gehad. Ook de Tweede Kamer kan er inzage in krijgen. Dat is denk ik niet het probleem. Het gaat erom of iemand in een concrete situatie zich aan die instructie houdt of dat hij geweld gebruikt dat eigenlijk in die situatie niet verantwoord is.


VAN DE GRAAF:
Maar ik vraag niet naar wat die man heeft gedaan maar naar hoe we de situatie moeten beoordelen. Toen die twee mannen lagen te slapen in dat tentje waren er geen aanvallers, er was geen vijand, er gebeurde helemaal niets. Ze konden eigenlijk best slapen, alleen dat mag niet in tijden van oorlog. is het nou oorlog of is het nou geen oorlog?


ZALM:
Men is daar in ieder geval op een militaire missie. Het is geen oefening. Het is een serieuze missie en het is ook gevaarlijk. Of je dat nou oorlog noemt of niet:: men heeft daar natuurlijk wel een militaire missie uit te voeren.


VAN DE GRAAF:
Het is er gevaarlijk en somtijds zeer explosief terrein waar die mannen hun werk moeten doen. Als het nou misgaat. Dan hebben we het niet over dit individuele geval, maar als het nou binnen zo'n geweldsinstructie misgaat, dan zie je dat Justitie vervolgens komt optreden en dat ze daarvoor alleen maar het instrumentarium hebben van het gewone wetboek van strafrecht: moord en doodslag. Dat is eigenlijk voor penoze, voor mensen die om zichzelf te verrijken andere mensen hun strot komen afsnijden in een achteraf steegje. Het is niet verzonnen voor militairen die van rijkswege een geweer hebben gekregen.


ZALM:
Het is ook niet zo dat je in alle gevallen als je iemand doodschiet als militair van moord of doodslag wordt beschuldigd. Het hangt van de omstandigheden af waarin zich dat voltrekt. Wat dat betreft is het ook vergelijkbaar met anderen die geweld mogen gebruiken namens de overheid, politie bijvoorbeeld. Die schieten ook wel eens en die schieten ook wel eens iemand dood. Dan wordt er naar de omstandigheden gekeken, of dat geweld in die situatie proportioneel is.


VAN DE GRAAF:
Vindt u dat de vergelijking tussen politiemannen en militairen in Irak opgaat?


ZALM:
In veel gevallen gaat die vergelijking op. Ook een politieagent komt soms in omstandigheden dat hij geweld moet gebruiken. Als hij geweld gebruikt, wordt beoordeeld of dat redelijk is, ja of nee. Het is niet zo dat als je politieagent bent, je iedereen willekeurig mag doodschieten. Dat is dus niet zo en dat mag een militair ook niet.


VAN DE GRAAF:
Maar ervaart het kabinet het niet als een probleem dat wanneer militairen aan de andere kant van de wereld diep in de jungle in een geweldsincident betrokken raken en naar het oordeel van het OM in de fout zijn gegaan, dat we dan niets anders hebben dan het wetboek van strafrecht dat voor die situaties nooit verzonnen is.


ZALM:
Dat wetboek van strafrecht, wordt niet zomaar blindelings toegepast dat als iemand geschoten heeft of als iemand geweld heeft gebruikt, dat die dus automatisch veroordeeld moet worden. Dan wordt gekeken of dat in die omstandigheden gerechtvaardigd was, ja of nee. Dat is dus een verschil met de gewone burger.


VAN DE GRAAF:
Maar als het nou niet gerechtvaardigd is, dan zou je kunnen zeggen: dan heeft hij een beoordelingsfout gemaakt. Maar nee, dan wordt het meteen moord of doodslag of dood door schuld.


ZALM:
Maar ook bij doodslag en de strafmaat kan je natuurlijk wel rekening houden met de omstandigheden. Dat zal ook in dit soort gevallen gebeuren.


VAN DE GRAAF:
U vindt niet dat Justitie gedwongen is te werken met een instrumentarium dat eigenlijk niet adequaat is?


ZALM:
Ik heb nog geen aanwijzingen dat hier niet mee te werken zou zijn. Dat staat even los van de beoordeling van dit concrete geval.


VAN DE GRAAF:
Nog één vraag over dit onderwerp. Of die geweldinstructie waarover terwijl we dit gesprek voeren in de Kamer wordt gepraat, enige rechtskracht bezit, of die geldt, dat is in Nederland nog nooit door een rechter vastgesteld. Dus feitelijk weten we gewoon niet of

die instructie die rechtskracht bezit. Heeft u reden om aan te nemen dat het OM deze zaak aangrijpt om die helderheid een principieel boven water te krijgen?


ZALM:
Ik denk het niet. Ik geloof niet dat het OM zegt: die geweldsinstructie is niet geldig dus wij gaan een geheel eigen gang. Ook het OM beoordeeld het handelen van de soldaten aan de hand van die geweldsinstructie. Mij is niets anders dan dat bekend.


VAN DE GRAAF:
Maar feitelijk is het zo dat niemand echt kan zeggen dat die geweldsinstructie juridisch gezegd verbindend is.


ZALM:
Dan zal dat wel blijken bij de rechter als dat niet zo is. Maar de instructie is van overheidswege gegeven aan de militairen. Dus ik denk dat een militair daar in ieder geval een beroep op kan doen.


VAN DE GRAAF:
Het OM is naar uw inschatting, of naar de inschatting van het kabinet, niet bezig een principezaak uit te vechten?


ZALM:
Het OM hoort zich ook te bewegen binnen die geweldsinstructie en die geweldsinstructie te accepteren en te beoordelen of de militair zich daaraan gehouden heeft, ja of nee.


VAN DE GRAAF:
Geen principezaak over de rug van één militair.


ZALM:
Nee. In ieder geval: dat mag niet het geval zijn. Ik heb ook geen aanwijzingen dat dat het geval is.

BEZUINIGINGEN


VAN DE GRAAF:
Ander onderwerp. Geen lekkere cijfers over 2003, zei u nog niet zo lang geleden. En ook niet zulke lekkere cijfers over 2004, want er dreigt overschrijding van de ruimte die we hebben. 2,9 procent meer uitgeven dan we binnenkrijgen.


ZALM:
Nou, het is nog iets erger. Afgelopen jaar zijn we geëindigd op drie procent. Dat is precies op het randje van wat mag.


VAN DE GRAAF:
Minder dan drie moet het toch zijn? Dus eigenlijk zijn we al...


ZALM:
Je mag niet over de drie heen, dus we zijn net op het randje. Voor volgend jaar schieten we er doorheen als we niks zouden doen. Dus we hebben als kabinet besloten dat we nu ook maatregelen zullen voorbereiden om te zorgen dat we weer beneden drie komen.


VAN DE GRAAF:
Regeren is vooruitzien. Maatregelen. Waar gaat u ze zoeken, die bezuinigingen?


ZALM:
Overal.


VAN DE GRAAF:
Overal?


ZALM:
Nee. We hebben nu ongeveer 2 maanden de tijd om een pakket te maken. Daar ga ik nu de komende tijd met mijn collega 's hard aan werken.


VAN DE GRAAF:
Behoren alle ministeries tot het speelveld waarop u gaat zoeken?


ZALM:
Ja, alles. Het is wel voor de hand liggend dat je eerst kijkt: waar komen bijvoorbeeld uitgavenoverschrijdingen vandaan en kunnen we die terugdrukken? Dat is eigenlijk de eerste regel van het begrotingsspel: kijken waar de overschrijding vandaan komt en kan je dat terugdringen? Daarnaast hebben we natuurlijk nog allerlei andere mogelijkheden.


VAN DE GRAAF:
U zegt: ik ga overal zoeken. Maar het CDA en D66 hebben gezegd: u blijft met uw handen maar mooi van de sociale zekerheid af want die hebben we nou genoeg aangepakt dus daar gaan we verder niet op bezuinigen.


ZALM:
Ja, je kan ook nog een heleboel andere beleidsterreinen opnoemen waarvan je kan zeggen: dat is beter van niet. Maar goed, lieve koekjes worden niet gebakken dus ik sluit op dit moment niets uit. We zullen als kabinet een verstandig pakket maken, is mijn overtuiging en dan zullen we daar kond van doen.


VAN DE GRAAF:
Maar betekent dat dat u feitelijk een soort moratorium dat door CDA en D66 is afgegeven op de sociale zekerheid om daarop te bezuinigen, dat u dat voorlopig maar even naast u neerlegt?


ZALM:
Ik sluit dus niets uit. Dat wil niet zeggen dat ik dus nu vertel dat ik van plan ben om op de sociale zekerheid te gaan bezuinigen. Dat is ook weer niet zo. In dit stadium van de begroting kunnen we niets uitsluiten.


VAN DE GRAAF:
Dus dit soort statements van de kant van CDA en D66, daarvan zegt u: dat moet je maar even voor je houden.


ZALM:
Nee, ik vind het verder prima als men dat zegt maar het is niet zo dat ik dan zeg: OK, dat doen we dan dus zo. We hebben als kabinet een eigen verantwoordelijkheid. Wij zullen een

begroting indienen en dan is het aan de Kamer om dat te beoordelen. Dat de Kamer van tevoren al wat wil zeggen, dat vind ik prima.


VAN DE GRAAF:
Eén voor de hand liggende: gaat die gedeeltelijke opheffing van de onroerend zaakbelasting nog door?


ZALM:
Ook dat gaan we allemaal bezien.


VAN DE GRAAF:
Zegt u daarmee dat het niet helemaal zeker is dat die doorgaat?


ZALM:
Als ik niks uitsluit, sluit ik niks uit. Dus dan moet ik ook mijn eigen favoriete onderwerpen niet uitsluiten.


VAN DE GRAAF:
Maar meneer Zalm. Dat is de grootste of in ieder geval de duurste belofte die u de kiezers heeft gedaan.


ZALM:
Ja, maar goed. Wij hebben nog heel wat jaren in dit kabinet. Dus ik moet nu de begroting voor 2004 en 2005 op orde maken. Dat speelt overigens in 2005 dus niet in 2004, niet voor dit jaar. Dan komen we met een plan.


VAN DE GRAAF:
U hebt 19 december een brief, de Hoofdlijnennotitie, ik zeg maar even een brief, naar uw gemeente gestuurd over die onroerend zaakbelasting. Toen zei u: we moeten zorgen dat ons echte uitgewerkte plan eind januari bij de Raad van State ligt want als we dat niet halen komen we sowieso voor het eind van het jaar niet meer klaar met die OZB.


ZALM:
Het tijdschema is krap.


VAN DE GRAAF:
U zit nu in eind februari en het ligt nog steeds niet bij de Raad van State. Dus volgens uw eigen redenering gaat het sowieso niet door op 1 januari 2005.


ZALM:
Het tijdschema is krap, daar heeft u gelijk in.


VAN DE GRAAF:
Maar niet onhaalbaar?


ZALM:
Niet onhaalbaar.


VAN DE GRAAF:
In de brief zegt u wel: eind januari bij de Raad van State, anders halen we het niet. We zijn een maand verder nu.


ZALM:
Ik denk dat het nog steeds kan.


VAN DE GRAAF:
Maar of u het wilt, dat houdt u nog even open.


ZALM:
Ik vind dat ik niet tegen mijn collega's kan zeggen dat ik op hun terrein niets uitsluit om vervolgens op dit terrein wel weer allerlei dingen te gaan uitsluiten. Maar het wil dus niet zeggen dat dit ook onderdeel van het plan wordt. Dat moeten we nog allemaal bezien.


VAN DE GRAAF:
Misschien zou het ook bijvoorbeeld een jaar later kunnen.


ZALM:
Dat is ook een van de mogelijkheden.


VAN DE GRAAF:
Uitkomen boven de drie procent. Ze noemden u in Italië Il duro, de harde. Maakt u dat mee, uitkomen boven de drie procent, willens en wetens?


ZALM:
Als plan vind ik dat niet aanvaardbaar. Je kan natuurlijk dingen per ongeluk tegen het lijf lopen. Maar als we nu een begroting gaan realiseren voor 2004 dan moeten we de begroting zo maken dat die beneden de drie procent komt.


VAN DE GRAAF:
Uw collega Eichel, u was woensdag bij hem op bezoek om na te praten over die kleine clash die u beiden hebt gehad. Na afloop zei hij: Nederland en Duitsland hebben financieel meer overeenkomsten dan verschillen. Bedoelde hij daarmee dat Gerrit binnenkort ook op het strafbankje plaats mag nemen?


ZALM:
Nee, dat bedoelde hij denk ik niet want dat zal ook niet gebeuren. Hij bedoelde dat we vooral in de Europese begroting dezelfde lijn trekken: namelijk een sobere Europese begroting met geen stijging van uitgaven. Daar gaan wij ons allebei zeer voor inzetten.


VAN DE GRAAF:
Linksom of rechtsom.


ZALM:
Zo is dat.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, LJ)