Prismant


-
Transmurale afdelingen

Utrecht, 27 februari 2004

De afgelopen jaren hebben 43 Nederlandse (algemene en academische) ziekenhuizen een transmurale afdeling opgericht voor patiënten die geen ziekenhuiszorg meer nodig hebben, maar wachten op vervolgzorg. Deze vervolginstellingen zijn bijvoorbeeld: verpleeghuis, verzorgingshuis of thuiszorg. Prismant bracht de transmurale afdelingen in kaart en heeft het functioneren van deze afdelingen onderzocht.

In 2000 en 2001 zijn er 22 transmurale afdelingen opgericht. In de meeste gevallen neemt de Raad van Bestuur van het ziekenhuis hiertoe het initiatief. De belangrijkste aanleiding voor het oprichten van zon afdeling is verbetering van de doorstroming van verkeerde-bed-patiënten. Transmurale afdelingen hebben gemiddeld 22 bedden tot hun beschikking.

In de meeste gevallen zijn de werknemers van de transmurale afdeling in dienst van het verpleeghuis. Paramedici, zoals fysiotherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten, zijn daarnaast ook vaak in dienst van het ziekenhuis. De medische eindverantwoordelijkheid ligt in 92% van de gevallen in handen van de verpleeghuisarts.

Het merendeel van de afdelingen wordt structureel gefinancierd door de AWBZ, eventueel aangevuld met eigen financiële middelen van het verpleeghuis of het ziekenhuis of van de zorgverzekeraar. 64% van de transmurale afdelingen geeft aan niet kostendekkend te zijn. De tekorten worden in veel gevallen gedekt door het verpleeghuis, in mindere mate door het ziekenhuis en slechts een enkele keer door de zorgverzekeraar. Dit is opmerkelijk gezien het feit dat juist het ziekenhuis en de zorgverzekeraar gebaat zijn bij een verbeterde doorstroming van verkeerde-bed-patiënten.