RAAD VOOR WERK EN INKOMEN


RWI waarschuwt voor draaideurcliënten in de sociale zekerheid

Den Haag, 27 februari 2004

De Raad voor Werk en Inkomen (RWI) roept minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op te voorkomen dat er meer herhaalwerkloosheid van draaideurcliënten in de sociale zekerheid komt. Op dit moment worden reïntegratiebedrijven door uitvoeringsinstanties als UWV afgerekend op basis van werkhervatting door hun cliënten, ongeacht of die van lange of korte duur is. De door de overheid verlangde resultaatfinanciering, waar de nadruk ligt op no-cure-no-pay-contracten tussen instanties als UWV en reïntegratiebedrijven, versterkt nog eens het accent op snelle uitstroom boven langdurige werkhervatting. Ook de nieuwe bijstandswet (WWB) is vooral gericht op uitstroom. Dit alles kan ertoe bijdragen dat een circulatie op gang komt van personen die een periode in de WW of WWB zitten, vervolgens een korte periode werken, waarna ze via de WW weer in de WWB terechtkomen. Dit proces kan zich meerdere keren achter elkaar voordoen. De RWI adviseert de minister om in zijn aansturing van het UWV maatregelen op te nemen die deze vorm van herhaalwerkloosheid tegengaan. De Raad wijst daarbij op de sociale risicos voor de cliënten, als ook op de financiële risicos voor de overheid en de belasting- en premiebetaler van dit fenomeen.

De RWI schrijft dit vandaag in een advies aan minister De Geus over de manier waarop zijn ministerie de sociale zekerheidsinstanties UWV en CWI zou moeten aansturen. In mei stuurt de minister zijn jaarlijkse opdrachtbrieven aan het UWV en CWI.
De Raad voor Werk en Inkomen vreest dat in de huidige arbeidsmarkt het aantal draaideurcliënten zal toenemen. De RWI wil daarom dat het ministerie van SZW en het UWV maatregelen nemen om stijging van het aandeel van deze groep uitkeringsgerechtigden te voorkomen. De Raad bepleit waar mogelijk duurzame arbeidsinpassing, waarvoor meestal maatwerk is vereist.

De manier van inkopen van reïntegratietrajecten door het UWV zou volgens de Raad voor Werk en Inkomen kritisch moeten worden bezien. Daarbij vindt de RWI het belangrijk dat het UWV meer beleidsvrijheid krijgt, mits de gekozen aanpak leidt tot voldoende duurzame uitstroom naar werk.

De RWI adviseert de minister verder om actiever aan te sturen op betere samenwerking en gegevensuitwisseling tussen het UWV, CWI en gemeenten. De Raad constateert dat het niet ontbreekt aan intenties en plannen op dit vlak, maar dat de praktische uitvoering traag verloopt. De RWI wijst erop dat de komende jaren de behoefte aan actief arbeidsmarktbeleid verder toeneemt. De werkloosheid zal voorlopig waarschijnlijk nog blijven stijgen. In die situatie is samenwerking en afstemming tussen uitkerende, bemiddelende en reïntegrerende instanties van groot belang.

De Raad voor Werk en Inkomen is het overleg- en adviesorgaan van werkgevers, werknemers en gemeenten. De RWI adviseert de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over arbeidsmarktbeleid. Doel van deze adviezen is een goed functionerende arbeidsmarkt te bevorderen. Een andere taak is het vergroten van transparantie en kwaliteit op de reïntegratiemarkt.

Voor de redactie,