20 jaar gevangenis
straf opgelegd voor `Kuilmoord Putten'
Bron: Rechtbank Zutphen
Datum actualiteit: 27-02-2004
Vandaag heeft de Zutphense rechtbank de 37-jarige verdachte uit Putten
veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaren voor moord op
zijn 35-jarige echtgenote en voor het begraven van haar stoffelijk
overschot in de bossen in de omgeving van Putten. De opgelegde straf
is gelijk aan de eis van de officier van justitie.
Deze misdrijven zijn begaan begin mei 2003. Het slachtoffer en haar
drie zeer jonge kinderen hadden de verdachte in januari 2003 verlaten.
Eind april 2003 had de Utrechtse rechtbank bepaald, dat in het kader
van de door het slachtoffer aangespannen echtscheidingsprocedure de
kinderen voorlopig aan de moeder werden toevertrouwd.
Motivering
De meervoudige strafkamer van de Zutphense rechtbank heeft bij het
bepalen van de hoogte van de straf het volgende laten meewegen:
Verdachte heeft door zijn handelen niet alleen het slachtoffer het
hoogste goed dat zij bezat, haar leven, ontnomen, maar hij heeft
bovendien drie zeer jonge kinderen beroofd van de (dagelijkse) zorg
van en opvoeding door hun moeder. Dit zal voor de kinderen uiterst
traumatiserend zijn, zeker nu verdachte als hun vader de veroorzaker
is. De gevolgen zullen des te schrijnender zijn, nu verdachte geen
opening van zaken heeft willen geven over wat precies is gebeurd,
waardoor het duister blijft onder welke omstandigheden de moeder om
het leven is gebracht. De kinderen en de overige nabestaanden zullen
deze onzekerheid hun hele leven lang moeten meedragen.
De verdachte heeft er blijk van gegeven koel en meedogenloos een moord
te kunnen beramen en uit te voeren om zijn doel te bereiken, namelijk
dat de kinderen niet zouden worden verzorgd en opgevoed door hun
moeder.
De verdachte heeft aangetoond volstrekt geen respect voor het leven
van een ander te hebben en hij heeft totaal geen oog voor het
levensgeluk van zijn eigen kinderen gehad.
Naast het feit dat verdachte geen opening van zaken heeft willen
geven, rekent de rechtbank de verdachte eveneens aan, dat hij eerst na
negen maanden op de zitting van de rechtbank is gekomen met de lezing
dat een ander de dader is. Daarmee heeft verdachte er blijk van
gegeven, dat hij ten opzichte van de nabestaanden generlei gevoel van
medeleven kent, hetgeen voor de nabestaanden het toch al
onbeschrijfelijke leed nog meer heeft vergroot.
Omdat verdachte heeft ontkend is geen (verdergaand)
persoonlijkheidsonderzoek gehouden. Het inzicht in zijn
persoonlijkheid is daarom onvolledig. Bij de afweging van welke straf
moet worden opgelegd kon geen rekening worden gehouden met eventueel
voor hem gunstige factoren.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AO4479
Zie het origineel