Dienstenbond CNV

Weer twee CAOs in de uitzendbranche
27-02-2004

In de afgelopen week is ook de tweede CAO in de uitzendbranche tot stand gekomen. Dat betekent dat naast de ABU CAO voor uitzendkrachten er nu ook een NBBU CAO voor uitzendkrachten bestaat.

Zowel de ABU als de NBBU CAO gaan in per 29 maart aanstaande. Dat er twee CAOs zijn voor uitzendkrachten is niet nieuw, maar het was juist de bedoeling om aan die onoverzichtelijkheid een einde te maken. Dat is voorlopig dus niet gelukt.

De onderhandelingen tussen de CNV Dienstenbond en de NBBU zijn voortijdig gestopt door ons omdat er verschil van mening bleef over de vraag wanneer een bedrijf uitzendbureau is, of deel uitmaakt van een sector. Hier gelden breed geaccepteerde regels voor. Deze regels wilden we ook voor de NBBU-bureaus laten gelden. Helaas kon daarover geen overeenstemming worden bereikt.
Desondanks is er een CAO overeengekomen tussen NBBU en vakbond LBV. Deze NBBU CAO gaat ook vijf jaar duren en regelt belangrijke onderdelen zoals Rechtspositie en de beloning van Uitzendkrachten.

Zijn er verschillen tussen beide CAOs?

Verschil in Beloning
De beide CAOs lijken in opzet erg veel op elkaar. Toch kennen beide CAOs grote verschillen. Het grote voordeel van de NBBU CAO voor uitzendkrachten zit in de beloning. Direct vanaf de eerste uitzenddag wordt beloond op dezelfde manier als de collegas die bij de inlener werken. Geen verschil dus tussen uitzendkracht en vaste medewerkers. NBBU-bureaus zullen daarbij ook rekening moeten houden met ADV-uren etc. In de ABU CAO voor uitzendkrachten wordt ook wel betaald volgens het loon van de inlener, maar wel onder strikte voorwaarden. Pas nadat er 26 weken zijn gewerkt bij dezelfde inlener is een ABU-bureau verplicht om het loon van de inlener te betalen. Veel uitzendkrachten komen hier niet aan toe, omdat ze binnen dat half jaar alweer vertrokken zijn. Totdat deze periode van 26 weken om is, wordt in de ABU CAO beloond volgens het loon dat in de CAO voor uitzendkrachten zelf staat. Doorgaans is dit lager dan wat er bij een inlener kan worden verdiend.

Verschil in Rechtspositie
De voordelen en nadelen zijn omgekeerd als het gaat om de rechtspositie van uitzendkrachten. Nu werkt de NBBU CAO in het nadeel van uitzendkrachten. Het gaat dan vooral om de lengte van de eerste flexibele periode. Dat is de periode waarin het einde van een opdracht ook het einde van de arbeidsovereenkomst betekent. Afgezien van enkele onderbrekingsregels is die periode in de ABU CAO 78 weken. In de NBBU CAO is deze periode 130 weken lang.

Scholing
In de ABU CAO voor uitzendkrachten zijn ook nieuwe initiatieven overeengekomen voor scholing en een betere naleving van de CAO-afspraken. Deze initiatieven komen langzaam aan van de grond. Onlangs is de Stichting Opleiding en Ontwikkeling Flexbranche opgericht (STOOF). Deze stichting moet het mogelijk maken dat uitzendbureaus meer scholing aanbieden aan uitzendkrachten. Belangrijk voordeel van dit initiatief is dat 'Brussel' meebetaalt. Met behulp van Europese subsidies moet er dus meer scholing binnen het bereik van uitzendkrachten komen. Op dit initiatief, dat is bereikt in onderhandeling met de ABU-bureaus, willen we ook graag de NBBU bureaus laten aansluiten. Dat is vooralsnog niet gelukt. Helaas is het vertrouwen tussen de twee werkgeversorganisatie niet al te groot. Dat staat soepele samenwerking in de weg. Het blijkt in de praktijk erg moeilijk om ABU en NBBU samen te laten werken.

Arboconvenant
De lastige samenwerking tussen beide koepels van uitzendbureaus speelt helaas ook bij het Arboconvenant in de uitzendbranche. In het verbeteren van arbeidsomstandigheden maakt het weinig verschil of je te maken hebt met een groot uitzendbureau (ABU) of een relatief klein uitzendbureau (NBBU). Samenwerking ligt voor de hand, maar die is er helaas nog niet.

Pensioen
Voor de hele uitzendbranche (en dus voor alle uitzendkrachten) is sinds 1 januari wel één pensioenregeling van toepassing bij één uitvoerder. Op deze belangrijke arbeidsvoorwaarde is dus de samenwerking gevonden, alhoewel niet vrijwillig. De uitzendkrachten die werkzaam zijn voor NBBU-bureaus zijn vanaf 1 januari deelnemer in de pensioenregeling die is overeengekomen tussen ABU, CNV Dienstenbond en andere bonden. Mocht u voor een NBBU-bureau werkzaam zijn dan is dit bureau dus verplicht om die regeling uit te voeren. Deze regeling en de uitvoering (via de Stiplu) is verplicht opgelegd aan alle uitzendbureaus.

Samenwerking in het belang van alle uitzendkrachten In de afgelopen maanden is tot viermaal toe overleg gevoerd met NBBU en ABU om tot betere samenwerking te komen. Dat lijkt nu eindelijk te gaan lukken. In de afgelopen week hebben alle onderhandelaars uitgesproken om binnen één jaar tot één CAO te komen voor alle uitzendkrachten. Uiteindelijk moet dit opleveren dat het niet meer uitmaakt bij welk bureau u binnenstapt; iedereen hanteert dezelfde regels. We houden u op de hoogte.

Teksten
Binnen enkele weken zijn de CAO-boekjes beschikbaar met daarin de CAO-tekst zoals die is overeengekomen met de ABU. Daarnaast wordt hard gewerkt om ook een publieksvriendelijker tekst te maken, zodat iedereen snel overzicht krijgt over zijn/haar rechten en plichten.

Informatie
Meer weten? Neem voor vragen of suggesties contact op met de onderhandelaar namens de CNV Dienstenbond, Harry Gerding, tel: (023)5651052 of email: h.gerding@cnvdibo.nl.

Tenslotte
Collegas die nog geen lid zijn kunnen vrijblijvend een informatiepakket opvragen via telefoonnummer: (023)5651052.