IG!
Onderzoek Arbeidsmarktgedrag Allochtonen
Eerste onderzoek Arbeidsmarktgedrag Allochtonen
Intelligence Group onderzocht op initiatief van TBWA/Job Company in
januari 2004 het arbeidsmarktgedrag van bijna 1400 Turken, Marokkanen,
Surinamers en Antillianen/Arubanen (TMSA-doelgroep). Deze week zijn de
resultaten van het onderzoek bekend geworden. Het onderzoek is
gevalideerd door de Stichting voor Economisch Onderzoek van de
Universiteit van Amsterdam. Voor meer informatie over validering en
representativiteit verwijzen we naar onze website:
www.intelligence-group.nl.
De cijfers uit het MinderhedenOnderzoek op de Arbeidsmarkt (MOA) zijn
vergeleken met de resultaten van het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek,
dat Intelligence Group op continue basis uitvoert onder de
beroepsbevolking. Momenteel zijn in dat onderzoek 22.000 mensen
geënquêteerd. Begin april worden de resultaten van het MOA op een
symposium nader toegelicht. Redacties van dagbladen, vakbladen en
websites krijgen hiervoor half maart een aparte uitnodiging.
Conclusies
Het arbeidsmarktgedrag van de allochtonen uit de onderzochte groepen
lijkt sterk op dat van de autochtone bevolking. Opvallend is dat
allochtonen in hun oriëntatiegedrag ongeveer hetzelfde doen als
Nederlanders die één opleidingsniveau lager zitten. Allochtone hbo ers
gebruiken de oriëntatiekanalen van autochtone mbo ers, enz. Veel vaker
dan autochtonen richten allochtonen zich op officiële kanalen, zoals
het CWI. Ook hoger opgeleide allochtonen beschouwen het voormalige
arbeidsbureau als een belangrijk kanaal om werk te vinden, in
tegenstelling tot hoog opgeleide autochtonen, die voornamelijk
dagbladen, vakbladen en internetsites gebruiken. Als allochtonen op
zoek gaan naar een baan spelen de multiculturele media geen enkele
rol. Ook veelgelezen bladen als Spits en Metro worden weinig gebruikt
door mensen die zich actief oriënteren op de arbeidsmarkt.
Eenderde van de allochtonen zegt zich gewoon Nederlander te voelen.
Ruim de helft voelt zich zowel Nederlander als allochtoon, een klein
deel (13 procent) voelt zich (vooral) allochtoon. Of allochtonen het
op prijs stellen dat bedrijven een diversiteitsbeleid hebben, is niet
onderzocht. Wel is gevraagd wat hun reactie is als er in een
personeelsadvertentie uitdrukkelijk staat dat allochtonen worden
gevraagd om te solliciteren of dat de organisatie een
diversiteitsbeleid voert. Dit soort mededelingen is voor een kleine
groep reden om inderdaad te gaan solliciteren (20 procent), maar voor
een veel grotere groep (40 procent) juist reden om NIET te
solliciteren. De rest (40 procent) reageert neutraal. Als er in de
advertentie staat dat het bedrijf een gebedsruimte heeft, dan spreekt
dat 40 procent van de allochtonen NIET aan. Voor een kwart van de
Turken en de helft van de Marokkanen is de aanwezigheid van een
gebedsruimte juist wel een reden om voor een werkgever te kiezen.
Veertig procent zou verplichte vrije (christelijke) feestdagen willen
kunnen omruilen voor andere vrije dagen. 62 procent stelt het op prijs
om in een multicultureel samengestelde organisatie werkzaam te zijn.
Allochtonen hebben in meerderheid NIET het gevoel dat ze worden
gediscrimineerd op de Nederlandse arbeidsmarkt. Uit de antwoorden op
de vraag of ze gediscrimineerd worden en op de open vraag of ze het
gevoel hebben dat ze een eerlijke kans krijgen op de Nederlandse
arbeidsmarkt, antwoorden de allochtonen in overgrote meerderheid dat
ze op dat punt weinig problemen tegenkomen. Toch is het percentage
werklozen onder allochtonen substantieel hoger dan dat onder de
Nederlanders. De werkzame allochtonen maken gemiddeld meer uren dan de
werkzame Nederlanders. Meer dan de helft van de werkzame allochtonen
werkt langer dan veertig uur per week.
Uit het onderzoek komt naar voren dat de allochtonen op de
arbeidsmarkt meer zekerheden in een baan zoeken dan de gemiddelde
Nederlander. Het grootste verschil is dat allochtonen de hoogte van
het salaris als belangrijkste reden noemen om voor een werkgever te
kiezen, terwijl het bij autochtonen vooral om de werksfeer, parttime
werken en flexibele werktijden gaat. Zaken als een vast contract en
doorgroeimogelijkheden zijn voor allochtonen belangrijker dan voor de
gemiddelde beroepsbevolking. In vergelijking met de autochtonen zijn
allochtonen ambitieuzer: ze willen hogerop komen en zijn graag bereid
daarvoor extra opleidingen te volgen. In het algemeen zijn allochtonen
meer gericht op de verwerving van kennis en kwalificaties en de
autochtonen meer op competenties.
Binnen de allochtone groep zijn er uiteraard forse verschillen tussen
Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen/Arubanen. Marokkanen
hebben een grote voorkeur voor een baan bij de overheid, bijvoorbeeld
bij de sociale dienst. Ze hebben daarnaast meer interesse om in de
retail en bij Radio/TV te werken. Turken willen graag werken bij de
overheid, in het onderwijs of zelfstandig ondernemer worden.
Surinamers en Antillianen zijn daarentegen meer gericht op werk in de
zorg en de horeca.
Allochtonen zijn actiever op de arbeidsmarkt dan autochtonen. Bijna
een kwart van hen is op zoek naar een andere baan (Nederlandse
beroepsbevolking: 14 procent). De tijd dat allochtonen bereid zijn van
en naar hun werk te reizen is langer dan de maximaal acceptabele
reistijd voor autochtonen. Allochtonen verhuizen makkelijker voor hun
werk dan Nederlanders en ze zijn ook vaker geïnteresseerd in werk in
het buitenland. Als woon- en werkprovincie zijn de Randstadprovincies
onder allochtonen nog meer in trek dan onder autochtonen.
ABN AMRO is de meest populaire werkgever onder allochtonen. Alleen
onder Marokkanen staat KPN nummer 1. In de top tien van populaire
werkgevers komen ongeveer dezelfde bedrijven voor als bij
Nederlanders: Shell, Philips en KLM. Opmerkelijk is de plaats van de
Politie (vierde), Endemol productions (zevende) en het
beveiligingsbedrijf Falck op de tiende plaats.
Het Minderheden Onderzoek op de Arbeidsmarkt MOA is uitgevoerd door
Intelligence Group en opgezet in samenwerking met TBWA/Job Company en
enkele partners. Voor meer informatie over het onderzoek:
www.intelligence-group.nl/moa of bel met Geert-Jan Waasdorp (tel.: 010
258 77 28) of Ben Rogmans (06 22 99 59 44). Voor meer informatie over
het symposium begin april, bel met Onno Gout, TBWA/Job Company (020
571 56 50) of kijk op www.jobcompany.nl
Geert-Jan Waasdorp, directeur Intelligence Group
Ben Rogmans, directeur Intelligence Group
Onno Gout, managing partner TBWA/Job Company
27 feb 04 15:04