Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA Den Haag
Uw brief Ons kenmerk
28-04-SZW W&B/URP/04/11474
Onderwerp Datum
Verzoek om informatie betreffende regeling 27 februari 2004
chronisch zieken en gehandicapten
Ter voldoening aan het verzoek in bovengenoemde brief van de vaste commissie voor
Sociale Zaken en Werkgelegenheid verstrek ik u hierbij de volgende informatie betreffende
de regeling voor chronisch zieken en gehandicapten die is overeengekomen in het
Najaarsakkoord.
In het kader van de afspraken die zijn gemaakt in het Najaarsoverleg is door de werkgevers
een bedrag van 20 miljoen ter beschikking gesteld voor chronisch zieken en
gehandicapten.
Met betrekking tot de wijze waarop het besluit tot stand is gekomen om de middelen in het
gemeentefonds te storten, deel ik u het volgende mee. In het Najaarsoverleg op 14 oktober
2003 is door de werkgevers toegezegd een eenmalige extra inkomensondersteuning ten
behoeve van langdurige minima te zullen financieren. De afgelopen maanden heeft hierover
zowel binnen de Stichting van de Arbeid als naderhand tussen de Stichting, het Ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
(VNG) nader overleg plaatsgevonden over de wijze waarop aan een en ander uitvoering kan
worden gegeven.
In overleg met het ministerie en de VNG is door de werkgevers voorgesteld deze
inkomensondersteuning te richten op de categorie chronisch zieken en gehandicapten, zijnde
een groep die het dichtst aansluit bij de groep langdurige minima. Voor deze groep
chronisch zieken en gehandicapten wordt thans reeds wetgeving voorbereid ten behoeve van
categoriale bijzondere bijstand1 en zijn extra middelen beschikbaar gesteld2 als uitvloeisel
van de behandeling van de SZW-begroting 2004. De hierboven bedoelde extra
inkomensondersteuning ad 20 miljoen zal hierbij additioneel worden ingezet.
1 Kamerstuk 29 420.
2 Brief Minister SZW d.d. 8 december 2003, kenmerk ASEA/LIV/2003/92764, aan Tweede Kamer.
2
Uitvoering zal plaatsvinden via het gemeentefonds resp. door de gemeenten.
In genoemd overleg is door de VNG toegezegd dat deze additionele inkomensonder-
steuning van de werkgevers zo veel mogelijk herkenbaar zal worden gemaakt naar de
doelgroep.
In antwoord op de vraag of de werkgeversorganisaties bij de besteding van dit bedrag nog
bijzondere voorwaarden hebben gesteld en zo ja, welke, deel ik u het volgende mee. De
Stichting van de Arbeid zou het op prijs stellen indien in de communicatie naar de
gemeenten ook aandacht wordt gevraagd voor het herkenbaar houden van deze extra
inkomensondersteuning van de werkgevers voor deze doelgroep.
Met betrekking tot de vraag of de procedure van besteding van dit bedrag gelijk meeloopt
met de wijziging van de Invoeringswet Wet werk en bijstand (Kamerstuk 29 420), die
recentelijk naar de Kamer is gestuurd, deel ik het volgende mee. De werkgeversbijdrage is
ter besteding voor de gemeenten vanaf het moment dat die binnenkort aan het
gemeentefonds wordt toegevoegd. Gezien de planning van de behandeling van
vorenbedoelde wijziging en de informatie die daarover aan gemeenten wordt gegeven, kan
worden verwacht dat gemeenten een verband leggen tussen de mogelijkheden die de
wijziging hen biedt en de extra middelen die zij krijgen door de werkgeversbijdrage. Vanuit
het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden de gemeenten ook op dit
verband gewezen. De financiering van de werkgeversbijdrage zal plaatsvinden middels
tijdelijke verhoging van een van de werkgeverspremies. Hierover zult u te zijner tijd nader
worden geïnformeerd.
Van deze gelegenheid maak ik graag gebruik om u tevens te informeren over de volgende
ontwikkelingen op het gebied van de verlening van bijzondere bijstand aan chronisch
zieken, ouderen en gehandicapten.
Door de recente ontwikkelingen rond de bijzondere bijstand, de buitengewone
uitgavenaftrek en het Tijdelijk Besluit Tegemoetkoming buitengewone uitgaven dreigde een
ongewenste situatie te ontstaan. Mensen met een minimuminkomen zouden én een beroep
kunnen doen op de bijzondere bijstand én op de buitengewone uitgavenaftrek c.q. het
Tijdelijk Besluit Tegemoetkoming buitengewone uitgaven, waarna onderlinge verrekening
zou moeten plaatsvinden tussen gemeente en Belastingdienst. Om deze bureaucratie te
voorkomen, is door de bewindspersonen van Financiën en Sociale Zaken en
Werkgelegenheid besloten dat de belanghebbenden een beroep kunnen doen op óf de
bijzondere óf buitengewone uitgavenaftrek c.q. het Tijdelijk Besluit Tegemoetkoming
buitengewone uitgaven. Om de gemeenten te compenseren voor het vervallen van de
mogelijkheid van verrekening van bijzondere bijstand met de buitengewone uitgavenaftrek
c.q. het Tijdelijk Besluit Tegemoetkoming buitengewone uitgaven is een bedrag van
11 miljoen toegevoegd aan het bedrag voor de bijzondere bijstand in het gemeentefonds.
De afspraak is vanzelfsprekend niet nadelig voor de mensen die het betreft.
Tijdens de behandeling van de Wet werk en bijstand (WWB) in de Eerste Kamer heb ik een
handreiking aan de gemeenten toegezegd over de verlening van bijzondere bijstand aan
chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. Minister De Geus heeft de bij behandeling van
de SZW-begroting 2004 toegezegd om de mogelijkheid van collectieve aanvullende
verzekeringen die de Wet werk en bijstand biedt onder de aandacht aan de gemeenten te
brengen. Onlangs zijn de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en ik het eens geworden
over de inhoud van deze handreiking, die naar alle gemeenten wordt gezonden. In de
3
handreiking wordt ook, zoals de minister heeft toegezegd bij de behandeling van de SZW-
begroting 2004, ingegaan op mogelijkheid van collectieve aanvullende verzekeringen die de
WWB biedt.
In de Handreiking zijn voorts de suggesties betrokken die vanuit de Tweede Kamer zijn
gedaan tijdens het Algemene Overleg van 18 december 2003, zoals verstrekking van
forfaitaire bedragen, maatwerk, het soort kosten dat voor vergoeding in aanmerking komt en
de positie van mensen met een inkomen boven de bijstandsnorm.
./. Een exemplaar van de Handreiking is bij deze brief gevoegd.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(M. Rutte)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid