1. Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) vervangt bestaande monitors
De nieuwe Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) informeert het ministerie van SZW
met ingang van 1 januari 2005 over de activering van de gemeentelijke doelgroep voor
reïntegratie. Het gaat om een statistiek op persoonsniveau, die bij alle gemeenten zal worden
ingevoerd.
De SRG vervangt per 1 januari 2005 de volgende statistieken/monitoren:
a) De Monitor Scholing en Activering (Mosa). Deze monitor is op dit moment bij de grootste
85 gemeenten ingevoerd, en geeft onder meer een beeld van de inzet van reïntegratie-
instrumenten.
b) De I/D-monitor. Informeert over I/D-banen. Draait bij alle gemeenten.
c) De WIW-statistiek. Informeert over door gemeenten ingezette dienstbetrekkingen en
werkervaringsplaatsen. Draait bij alle gemeenten.
De drie bovengenoemde monitoren vervallen per 1 januari 2005. De nieuwe SRG is de sterk
afgeslankte opvolger.
In onderstaand overzicht zijn de kenmerken van de SRG weergegeven:
Tabel 1:Voorgestelde uitvraag SRG per 1-1-2005
NIEUWE UITVRAAG W-DEEL: NODIG VOOR:
STATISTIEKJAAR EN HALFJAAR IDENTIFICATIE BESTAND
GEMEENTENUMMER
IDENTIFICATIE BESTAND
SOFI-NUMMER TBV KOPPELING
GEBOORTEDATUM TBV KOPPELING
GESLACHT TBV KOPPELING
DOELGROEP VBTB/VERANTWOORDING
DATUM AANBOD VBTB/VERANTWOORDING
INGEZET TYPE TRAJECT IN DE MEETPERIODE (2 VBTB/VERANTWOORDING
TYPEN:
- GESUBSIDIEERDE ARBEID;
- OVERIGE REINTEGRATIEVOOR-
ZIENINGEN)
(PER INGEZET TYPE TRAJECT:) STARTDATUM VBTB/VERANTWOORDING
(PER INGEZET TYPE TRAJECT:) EINDDATUM VBTB/VERANTWOORDING
(PER BEEINDIGD TYPE TRAJECT:) VBTB/VERANTWOORDING
REDEN/OORZAAK EINDE TRAJECT
In overleg met de gemeentelijke klankbordgroepen zal nog worden bepaald in welke statistiek
de structurele uitvraag van ontheffingen van de arbeidsverplichting/trajectverplichting (incl.
reden van ontheffing) wordt opgenomen. Dit item wordt dus mogelijk nog aan SRG
toegevoegd.
Over de exacte definitie van enkele uit te vragen SRG-gegevens zal nog nader met de VNG
en gemeenten worden afgestemd.
1
5. Workshop uit- en aanbesteding
Uit- en aanbesteding van reïntegratiediensten is het afgelopen jaar een onderwerp van veel
discussie geweest. De behandeling van de Wet werk en bijstand in het parlement heeft geleid
tot het aanpassen van de bestaande regels.
Daarnaast zijn er ontwikkelingen binnen de Europese Unie op het gebied van transparantie en
staatssteun, die van belang zijn.
Het doel van de workshops is om de regels die nu gelden voor gemeenten op een rij te zetten.
Ook worden er praktische tips gegeven over het aanbesteden van reïntegratiediensten.
Tenslotte is er voor gemeenten gelegenheid om 'best practices' uit te wisselen. De workshops
vinden plaats op dezelfde dag en locatie als de Regionale ketendagen. Deelnemers kunnen zo
beide bijeenkomsten combineren. De workshops zijn van 10.00 uur tot 11.30 uur. U bent
welkom vanaf 9.30 uur.
Hieronder vindt u de data en de locaties van de workshops.
District Zuidoost: donderdag 4 maart Evoluon te Eindhoven
District Middenwest: donderdag 11 maart Meeting Plaza te Maarssen
District Oost: donderdag 18 maart Triavium te Nijmegen
District Noordwest: dinsdag 23 maart Aristo te Amsterdam
District Zuidwest: donderdag 25 maart Engels te Rotterdam
District Noord: woensdag 31 maart Hotel van der Valk te Assen
Het programma bestaat uit een korte presentatie van SZW, daarna is er tijd voor vragen en
praktische tips, zo mogelijk aan de hand van cases. Tijdens de bijeenkomst wordt er een
beknopte handreiking uitgereikt. De workshops zijn bedoeld voor medewerkers van
gemeenten die zich bezig houden met de aan- en uitbesteding van reïntegratiediensten.
Geïnteresseerd?
U kunt dan een mail sturen naar Linda van Asselt fvasselt@minszw.nl.
Wilt u in deze mail duidelijk aangeven uit welke gemeente u afkomstig bent, wat uw functie
is en naar welke workshop u wilt komen? Het aantal plaatsen voor de workshops is beperkt,
dus meldt u snel aan.
2
6. Oplossing voor 'Buitensteedse'ID-ers
Een aantal gemeenten heeft een subsidierelatie met ID-werkgevers waar niet de eigen
inwoners werkzaam zijn (hierna buitensteedse ID'ers). Deze gemeenten krijgen budget voor
deze buitensteedse ID'ers omdat de verdeling van het werkdeel van de WWB een
overgangsregeling kent die is gebaseerd op historische gronden. Een van die gronden is het
aantal ID-banen dat gemeenten in het verleden heeft gerealiseerd, ongeacht of op die ID-baan
een eigen inwoner werkzaam is.
Tegelijk staat het territorialiteitsbeginsel in de WWB op dit moment feitelijk niet toe dat
gemeenten andere dan de eigen inwoners ondersteunen bij reïntegratie (art. 10 jo. 40 WWB).
Om het beëindigen van subsidie ten behoeve van deze buitensteedse ID'ers en daarmee
vergroot risico op gedwongen ontslag te voorkomen en om te voorkomen dat gemeenten
handelen in strijd met de WWB is een oplossing ontwikkeld. De partijen van het convenant
gesubsidieerde arbeid hebben hier tijdens het aanjaagteam van 13 februari 2004 positief over
geadviseerd. De oplossing is als volgt:
1. Uitstroom van ID'ers naar een reguliere baan is en blijft de beste oplossing voor alle
betrokken partijen en daar moet door iedereen maximaal op worden ingezet. De verruimde
Tijdelijke stimuleringsregeling ID-banen die tot 1 juli 2004 is verlengd biedt hiertoe ook de
komende maanden een extra stimulans. Het is bovendien ook toegestaan ID'ers ook uit te
laten stromen naar een reguliere functie bij een andere werkgever in de publieke sector (zie
stcr. 2004, 30 p.10)
Uitstroom naar een reguliere baan is echter niet (direct) voor alle ID'ers een optie. Voor hen is
het van belang dat gemeenten onderling afspraken kunnen maken. Hiertoe is nodig:
2. Het toestaan van financieren van buitensteedse ID'ers zolang de verdeelsystematiek op
historische gronden is gebaseerd. Dit zal SZW doen bij ministeriële regeling op grond van
artikel 70 in de invoeringswet WWB. Artikel 70 maakt het mogelijk regels te stellen waarbij
zo nodig kan worden afgeweken van de WWB met het oog op een goede uitvoering.
3. Gemeenten maken onderling goede afspraken om ontslagen te voorkomen. Het ligt in de
rede dat gemeenten die geld krijgen voor buitensteedse ID'ers een zorgvuldige
overgangstermijn voor afbouw van de subsidie in acht te nemen. Daarbij past dat gemeenten
waar de buitensteedse ID'ers wonen en die formeel verantwoordelijk zijn voor hun
reïntegratie zich bereid tonen om deze verantwoordelijkheid, ook in financiële zin, over te
nemen. Zij hebben immers formeel een zorgplicht voor deze mensen en hebben er (financieel)
belang bij terugval (op termijn) in de bijstand te voorkomen.
In de toekomst zal het verdeelmodel voor het reïntegratiebudget de ontstane onvolkomenheid
wegnemen, omdat stapsgewijs zal worden toegegroeid naar een model waarin het historische
aantal ID-banen geen rol meer speelt. Voor het zomerreces zal ik de Tweede Kamer en ook u
berichten over het nieuwe verdeelmodel waar op dit moment onderzoek naar wordt verricht.
3
7. Beleidsregels geven aan wanneer de minister afziet van sancties
Als gemeenten de IOAW, IOAZ en/of het Bbz 2004 onrechtmatig uitvoeren dan kan de
minister deze gemeenten een financiële maatregel opleggen.
Op grond van de artikelen 59d, derde lid, van de IOAW, 59d, derde lid, van de IOAZ en 55,
derde lid, van het Bbz 2004 kan de minister in een aantal situaties afzien van een zo'n
maatregel.
In de nieuwe `Beleidsregels financieel maatregelenbeleid IOAW, IOAZ en Bbz 2004'
staat hoe de minister gebruik maakt van deze bevoegdheid. Dit om rechtsongelijkheid te
voorkomen.
In de volgende drie situaties kan de minister afzien van een financiële maatregel:
1. Tekortkomingen van bijzondere aard
De betekenis van `tekortkomingen van bijzondere aard' is niet anders dan in eerdere
Beleidsregels financieel maatregelenbeleid Abw, IOAW en IOAZ.
Het gaat om 'tekortkomingen van bijzondere aard' als er sprake is van overmacht bij een
gemeente.
2. Tekortkomingen van geringe betekenis
'Tekortkomingen van geringe betekenis' hebben betrekking op tekortkomingen met een gering
financieel belang.
In artikel 8, eerste lid, van de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz
2004 (Rfi) staat al een definitie van 'substantiële foutentolerantie'(namelijk van vijf procent
van de uitkeringskosten vermeerderd met de ontvangsten). Daarom wordt in de nieuwe
beleidsregels het begrip 'tekortkomingen van geringe betekenis' niet verder uitgewerkt.
3. Voldoende inspanning
De minister kan afzien van een financiële maatregel, als burgemeester en wethouders zich
naar zijn oordeel voldoende hebben ingespannen om de tekortkomingen op te lossen.
Het `verbetertraject' is met ingang van 1 januari 2004 afgeschaft.
Voor het verbeteren van de uitvoering van de IOAW, de IOAZ en het BBZ 2004 is een
'verbetertraject' een te zwaar middel omdat er maar weinig mensen zijn die in aanmerking
komen voor deze regelingen. Al is het 'verbetertraject' afgeschaft, burgemeester en
wethouders kunnen nog steeds vragen of de minister bij rechtmatigheidstekortkomingen van
een financiële maatregel wil afzien. Het gaat dan om een zogenaamd `zelfstandig beroep'.
Dit kan alleen als het gaat om problemen in de uitvoering die binnen zes maanden kunnen
worden opgelost.
Overgangsbepaling voor lopende verbetertrajecten
In de nieuwe beleidsregels is een overgangsbepaling opgenomen. Hierin staat dat
burgemeester en wethouders geen eindverantwoording meer hoeven af te leggen over
'verbetertrajecten' die op 31 december 2003 zijn afgelopen. Deze eindverantwoording heeft
geen gevolgen meer voor de kosten van gemeenten over het vergoedingsjaar 2003.
In de nieuwe beleidsregels (gepubliceerd in de Staatscourant van 30 januari 2004, nr. 20)
staan geen uitvoeringsvoorschriften. Ook leiden de nieuwe regels niet tot meer
administratieve lasten.
4
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid