Provincie Friesland

PERSBERICHT

Nummer: 053
Datum: 27 februari 2004

Ondersteuning provincie voor verdere ontwikkeling te plak

Gedeputeerde Staten van Fryslân willen bijdragen aan de verdere ontwikkeling van servicecentra of Te Plak vestigingen op het Friese platteland. Op verzoek van de Stichting Te Plak ondersteunt de provincie verschillende activiteiten en projecten.

Littenseradiel en Franekeradeel

In Noard-West Fryslân wordt een proefproject gestart in de gemeente Littenseradiel en Franekeradeel. Doel is een aantal nieuwe servicecentra op het platteland. Was het eerste proefproject vooral gericht op de lokale plaatselijke bevolking, de nieuwe pilot kent een bredere aanpak. De pilot Littenseradiel wordt namelijk gemeentebreed opgezet. De nadruk ligt op netwerkontwikkeling met alle relevante aanbieders op het terrein van welzijn, wonen en zorg. In de gemeente Franekeradeel is een vergelijkbare ontwikkeling het plan. De initiatieven in Noard-West Fryslân zijn besproken in de Ynisjatyfgroep Noard-West Fryslân. Dit zogenaamde gebiedsplatform was positief over Te Plak. De totale kosten van de pilot bedragen E 294.000. De provincie stelt E 70.000 beschikbaar uit Europese LEADER-gelden en voegt daar zelf E 95.000 uit eigen budget. De rest wordt beschikbaar gesteld door andere deelnemende organisaties.

Tijdelijke bijdrage Feriening foar Lytse Doarpen

Verder hebben Gedeputeerde Staten besloten de Feriening foar Lytse Doarpen (FLD) een tijdelijke bijdrage van in totaal E 71.060 uit het budget Plattelandsbeleid te geven. Deze bijdrage moet de FLD gaan gebruiken om bij te dragen in de administratieve en praktische ondersteuning, PR en netwerkvorming voor een aantal bestaande Te Plak vestigingen. De bijdrage en ondersteuning zijn bedoeld voor de jaren 2004 en 2005. Daarbij moet worden gewerkt binnen de zogenaamde Te Plak formule zoals die de afgelopen jaren is ontwikkeld door de Stichting Te Plak.

Te Plak formule
De Te Plak formule houdt in dat in dorpen door vrijwilligers of tegen een lage vergoeding service van uiteenlopende aard wordt georganiseerd voor diegenen die die service nodig hebben. Het kan daarbij gaan om lichte huishoudelijke activiteiten, incidentele kinderopvang, kleine reparatieklusjes in en om het huis, honden uitlaten, tuinonderhoud etc. Dergelijke service kan worden ingehuurd of ingeroepen als daar behoefte aan is. Daarbij gaat het om activiteiten die zogenaamd "niet-zorg geïndiceerd" zijn.

Effecten

Tot slot wil de provincie meer zicht krijgen op de effecten van de lokale servicecentra door dit de komende twee jaar te gaan meten. Het gaat dan om de effecten op de leefbaarheid en men wil ook vergelijkingsmateriaal verkrijgen door te onderzoeken wat soortgelijke projecten in andere provincies opleveren.

Met deze formule kan het serviceniveau op het platteland op peil blijven, danwel omhoog worden gebracht. Dit levert op zijn beurt een bijdrage aan de leefbaarheid van het Friese platteland.


---- --